27-1-2005, Parkhotel, Amsterdam, 16.00 uur:
Precies op tijd voor een geplande sessie met de grappige frontman van Super Furry Animals. Dit keer gaat hij solo, onder zijn eigen naam, Gruff Rhys (spreek uit: Grif Ries). "Ik wil de tweede solo artiest zijn die na een album letterlijk uit elkaar splijt," zal hij later bekennen. Maar nu zit hij nog even aan een gebakken ei met frietjes.
Onderweg naar zijn hotelkamer stappen we in de verkeerde lift. Het hotel bestaat namelijk uit twee gebouwen aan verschillende straten, die door op de begane grond hier en daar een muurtje weg te halen later één werden. Maar er zijn nog wel twee liften, die naar verschillende bovenverdiepingen leiden. En de eerste waar we instappen is niet de goede. Het is wel de plek waar Rhys het idee oppert: "We kunnen het ook in de lift doen?" Het had een grap kunnen wezen, en het zou dan niet zijn eerste goede zijn geweest in de slechts tien minuten dat ik hem op dat moment ken. Maar het is geen grap. Hij meent het. Dat maakt het alleen maar erger dat deze lift, één meter bij anderhalf, echt veel te klein is voor het idee.
Maar de goede lift die we iets later vinden, is drie keer zo groot. Een perfecte sessieruimte. Terwijl het idee in twee hoofden rijpt, lopen we naar zijn hotelkamer. Een donkere, oubollige, met lelijke gordijnen behangen, kamer. "Die lift was beter he?" Ja, die lift was veel beter!
Voor we naar de lift gaan, worden we eerst nog onderbroken door een mobiele beller, Rhys' vriendin. Ze heeft vandaag een nieuwe auto gekocht. Eentje op diesel. Alleen heeft ze er net benzine in gegooid. Wat hij tegen haar zegt, is in het voor iedere vloeiend Engels sprekende onverstaanbare Welsch. Maar het zijn lieve troostende woorden, zoveel is duidelijk.
Dan is het tijd voor de eerste liftsessie. Rhys stalt zijn plastic mini Marshall versterker uit, een casio keyboard, een gek geluidsdingetje met een paar draaiknoppen en zijn gitaar. Al na drie seconden is het duidelijk: Rhys is een rasartiest. Ook voor slechts één toeschouwer.
Tijdens het spelen drukt hij regelmatig op de knoppen van de lift, om de beweging erin te houden. De eerste keer dat we beneden komen, stapt een andere hotelbezoeker in, die het tafereel gelaten tot zich neemt. De tweede keer dat er andere mensen in de lift stappen, is na ongeveer tien minuten . Het is Jens Lekman met Mikaela Robsahm en Lotta Lindgren, zijn celliste en violiste. Lekman doet vanavond het voorprogramma bij de Paradiso show van Rhys. Handen worden geschud, vrolijke blikken uitgewisseld. Als Lekman en zijn twee muzikale muzes doorhebben wat er aan de hand is, haken ze al snel in. Lindgren neemt het toetsenbord, Robsahm het gekke draaiknoppeninstrument en Lekman tovert uiteindelijk zijn ukulele uit de rugzak. De sessie is vermakelijk, maar ook slecht. Lekman en zijn band geloven het dan ook wel na een minuut of vijf. Al beloven ze later terug te komen voor een eigen liftsessie.
Rhys vertelt daarna over zijn ambities als solo artiest: "Hierna is het weer Super Furry Animals tijd hoor. Aan het eind van de tour rondom het album wil ik de tweede solo-artiest zijn die letterlijk uit elkaar splijt. De eerste was ... (onverstaanbare naam). Ik hoop wel gebruik te maken van moderne technieken. Dat moet toch wel kunnen met computer animatie, dat ik uit elkaar getrokken word?" Dan speelt hij nog een liedje en schopt me daarna uit de lift. Zijn lift.