“Waar men een land op holle loze leuzen bouwt, is zelfs verzet drijfhout”

Interview met zanger Daan Mol van ContraContra

Tjeerd van Erve ,

Vrijdag 19 februari. De herfst van 2015 lijkt twee weken voor de meteorologische lente van 2016 eindelijk om te slaan in de winter. Het puntje van mijn neus is rood van de koude wanneer ik Cul de Sac binnen kom voor mijn afspraak met Daan Mol, de zanger van ContraContra. Een blik de kroeg in en ik besef dat dit deze avond niet de juiste plek is om een gesprek te voeren over muziek, daar dit gesprek al snel zal worden overstemd door de soundcheckende band achter op het kleine podium. Maar mijn telefoon biedt mij verlossing of beter tijd om iets anders te bedenken. Daan is vertraagd, de trein uit België heeft onderweg een half uur stil gestaan. Een zegen voor Daan, die mij later vertelt dat hij zijn teksten vaak oefent en schrijft in de trein. Ik berust mij in het gegeven, bestel een bier en ga met mijn koptelefoon op onder een van de warmte lampen op het terras zitten. Wrakjuweel, het officieuze debuut van het kwartet op hoog volume op de doppen.

Hoewel Bastaard Platen en ContraContra in alle pers communiceren dat Wrakjuweel het debuut is van de band, is deze langspeler in 2012 voorafgegaan door een naamloze ep. Een plaat waar Daan het liever niet meer over heeft. “Dit album ligt zover van wat wij toen deden en nog verder van wat wat wij toen al live deden, dat we er zelfs in 2012 al geen promo aanbesteed hebben. We moeten het nu overWrakjuweelhebben.” En dat doen we ook. Ruim een uur lang spreken we over de debuut langspeler, maar dat neemt niet weg dat de zeven nummers op ContraContra interessant zijn in de ontwikkeling vanContraContra. Veel meer geënt op jazz hoor je hier een band die zoekende is naar een eigen geluid. Een duidelijk onderdeel van een zoektocht die uiteindelijk uitmondt inWrakjuweel en voor alle vier de muzikanten begon in de hardcore, punk en metal. Muziekstromingen die mijlen ver verwijderd lijken van de Slintesque posthardcore met flarden jazz en metal die het kwartet nu maakt. Lijkt, want de intensiteit lijkt het zelfde.ContraContra brandt, smeult en speelt met stilte, alsof er minuten lang wordt gespeeld met de handrem erop. Maar als de explosie komt, komt die harder dan menig hardcore band een half uur lang op de plaat kan brengen. Wat dat betreft doet ContraContraenigszins denken aan een mix van Karate, Neurosis en Enablers. En daar past de zeven tracks tellende ep precies tussen, als verre stap weg van de metalwortels om het vervolgens sterker samen te brengen op het debuut. Voor Daan is wat hij en zijn bandmaten vroeger deden dan ook niet heel erg anders dan wat zij nu samen doen.

“Mijn emoties, de energie, mijn gevoel en de insteek waarmee ik muziek maak is niet wezenlijk veranderd tussen de hardcore en metal bands waar ik vroeg in zong. Muzikaal klinkt het anders, maar voor mij is het precies hetzelfde. Net zoals dat voor mij de verandering van taal ook een heel natuurlijk is. Het gaat om de spanning, de kracht die in de muziek ligt. De intensiteit is niet afhankelijk van wanneer de distortion wordt ingetrapt.”

En spanning en intensiteit zit er genoeg in WrakjuweelContraContra beheerst de kunst om tien minuten lang de aandacht vast te houden met nummers die haast even veel genres bewandelen als dat ze minuten lang duren. “Grafbad” en “Kettinggang” zijn kleine novelles wat dat betreft, nummers die je mee op reis nemen. Maar zo zou je heelWrakjuweel als een novelle kunnen beschouwen. Een korte roman over de twijfels van Daan in beschouwingen langs de lat van de samenleving en zijn observaties van de samenleving legt.

“We gaan binnenkort optreden om de cd te presenteren, dus ik zit momenteel vaak de teksten in de trein te repeteren. Ook zojuist. En het is bij dit herhalen dat het mij opviel dat ik het op deze plaat eigenlijk steeds over twijfel heb. Er zijn twee woorden die eigenlijk in de meeste nummers terugkomen, hart en waarheid. De vraag naar wat is waarheid, en hoe voel ik mij daarbij. En wat is eigenlijk de waarheid van mijn hart? En ik welke wereld staat die? Dat klinkt een beetje raar misschien, maar het moet ook wel een beetje vaag blijven. Het gaat natuurlijk wel richting de poëzie.”

Daan lacht er bij, maar zijn teksten zijn niet expliciet, bevatten veel zelf verzonnen – samengestelde – woorden als “grafbad”, “wrakjuweel” of weinig gebruikte termen als “kettinggang”. Daan speelt met de taal, om de ruimte te houden voor interpretatie. Teksten die ontstaan rondom de vraag wat de plaats is van Daan Mol in deze wereld, hoe hij zich zelf, het leven ziet. Maar ook over grotere zaken, de maatschappij en zijn rol in de samenleving. Zo is het nummer “Drijfhout” een reactie op de discussie die onlangs werd aangezwengeld rondom het gebrek aan bands die zouden in tappen op de tijdsgeest.

“Ik vond dat een vreemde discussie. Gaat de media nu van de artiest vragen hoe zij hun verhalen moeten vertellen? Laat de artiesten hun eigen liedjes schrijven. Ik schrijf al vijftien jaar teksten die gaan over de samenleving, eerst schreeuwde ik ze onverstaanbaar en nu zing ik het, maar ik word klaarblijkelijk niet gedraaid op 3FM. Ik durf de vraag best om te draaien: Waarom wordt er al al die jaren niet geluisterd naar liedjes die inhoud hebben? Gaat nou de media vragen om liedjes met meer inhoud? Dat vind ik toch de omgedraaide wereld. Er is genoeg muziek met hele sterke boodschappen, hele goede muziek ook. Maar dan moet je wel willen luisteren. Ik kan dan niet anders doen dan dat nog eens toen, alleen dan nog explicieter. En dan is een zin als Waar men een land op holle leuze bouwt, is verzet drijfhout. Als in, iedereen rent nu hard achter die holle praat.”

Het is overigens wel een vreemde eend in de bijt, want nergens anders op Wrakjuweel is Daan zo expliciet als hier waarin hij de holle retoriek van de huidige politiek waarmee in grote woorden veel wordt verkondigd maar niets wordt gezegd aanvalt. Een scherpe en pakkende analyse, in zekere mate geschreven van uit de meta- positie van observant. Ook de andere nummers zijn uit die positie van de observant geschreven, maar die zijn vager, minder direct geschreven. Mensen mogen de ruimte zelf in vullen, Daan geeft enkel de stenen. Hij voelt er dan ook niet veel voor om bij alle teksten een precieze analyse te geven van zijn woorden. Bovendien is de muziek en het gedachtegoed achter de muziek niet alleen zijn idee.

“Ik vind het ContraContra als band echt te kort doen om het alleen over de teksten te hebben. Neem Kettinggang. Daarin komen in bijna tien minuten verschillende genres voorbij, van een Santana georienteerde opening tot explosieve metal en jazzy tussenstukken. Daarin leggen de muzikanten de zelfde intensiteit in hun instrument als ik in mijn woorden. En de nummers ontstaan ook echt uit een samenwerking, de spanning tussen ons vier. Michiel (Oskam, in Tilburg wellicht bekend van The New Dominion, Red.) schrijft thuis al veel muziek, net zoals ik mijn teksten schrijf, en geeft die riffjes werktitels. En vraag altijd om die werktitels te verklaren, het verhaal er achter. Sommige teksten zijn ook vanuit daar vertrokken. Dat wil zeggen, Michiel heeft ook beelden, gevoelens of ideeën bij de riffs en solo’s die hij uitwerkt. Het is dus wel degelijk een gezamenlijke uitwerking.”

Ook geen vreemde gedachte, daar de drie muzikanten al in een instrumentale band samenspeelde, Operation: Sand genoemd naar een nummer van Karate. Daan werd daar voor een eenmalig optreden als voorprogramma van God Is An Astronout bij gevraagd, om zijn gedichten met de muziek te combineren. Als snel werd toen besloten om gezamenlijk door te gaan en werd de naam veranderd naarContraContra. Het is dus ook echt een wisselwerking tussen tekst een muziek, en ook uit dat beginpunt – net als bijvoorbeeld de band Enablers – vertrokken.

Bovendien vindt Daan het ook moeilijk om zijn teksten te verklaren, want hij bevraagt zijn eigen teksten ook zelf voortdurend. Of zoals hij het zelf zegt, twijfelt hij aan zijn eigen twijfels. En daar draait ContraContra ook wel om, het contrast, de spanning, maar ook de conversatie waar bij alles bevraagd mag worden. En vanuit de kracht van poëzie mag alles ook abstract blijven.

“Poëzie is een heel krachtig middel om je zelf fris te houden. Het daagt je uit om naar alles anders te kijken dan wat je al gezien had. En vanuit dat verhaal te vertrekken. Als je dan heel goed naar me luistert krijg je heel veel van me te weten, maar je krijgt in een hele andere vorm.

Daan lijkt het vanuit dat oogpunt dan ook interessant om een reactie te krijgen op zijn teksten. Als in een creatieve briefwisseling, zij het een echte brief, een ander gedicht, lied of schilderij. Daan vertelt vol enthousiasme over dit idee van communiceren, wanneer we plots worden afgeleid door een jongeman die zich met koptelefoon op geheel verliest in zijn eigen dans. De Korte Heuvel op en de Korte Heuvel weer af. Een man in zijn eigen tijdelijke autonome zone. Een autonome zone die ContraContra op Wrakjuweel en live ook voor zichzelf creëert. ContraContra staat in het Nederlandse muzieklandschap alleen, geen andere band die deze mix van zware gitaren en literatuur ook brengt. Een mix die ons gesprek uit eindelijk zelfs brengt bij een magische driehoek van William S. BurroughsTownes van Zandt en Neurosis. Literatuur en muziek waarin de dreiging en spanning voortdurend blijft door klinken, in grote of kleine verhalen over gewone mensen en hun (ellendige) bestaan. En daar zit in uiteindelijk ook die link tussen de hardcore wortels ContraContra en de plek waar ze nu zijn uitgekomen. Ergens in de triangle zweeft het kwartet ook rond, geinspireerd door die literatuur, die muziek en wellicht ook daar lenend. Het lijkt een mooie eindconclusie voor ons gesprek.

Dat, en mijn voeten worden niet bereikt door de warmtelampen op het terras bij Cul de Sac. Na twee uur worden het geleidelijk aan gevoelloze klompjes. Bovendien wacht er weer een half uur repeteren in de accommodaties van de NS op Daan, door naar Eindhoven. We pakken nog een biertje terwijl binnen een band haar voorliefde voor Prince laat horen. Voor onze ogen beweegt de danser zich nog eens de Korte Heuvel op en over– verzonken in zijn eigen wereld, zijn dans dansende zonder de zich iets aan te trekken van de blikken van anderen. De Brand achterover klokkend schiet door mijn hoofd dat er geen beter beeld is voor ContraContra dan deze eenzame man met zijn eigen plan.