Als reporter van 3voor12gelderland kom je nog eens ergens. Deze zondag, 9 februari, is dat een geheime locatie ergens in Nijmegen waar de cd van La Très Illustre Compagnie Du Chat Noir ten doop wordt gehouden. Het blijkt een oud kantoor te zijn op een steenworp van ons huis, een plek waar je in het normale leven nooit zou komen. In het midden van een afgebroken industrieterrein staat nog één gebouw overeind; als bezoeker moet je in het donker over een slecht onderhouden asfaltweg fietsen, zigzaggend om een paar bouwhekken. Maar ter plekke blijken we wel degelijk op de juiste locatie te zijn. Na een vriendelijk ‘bonsoir’ wordt onze naam gevraagd, waarna vanaf de hoek van de trap een melodie opklinkt en wij bij het bestijgen van de trap persoonlijk worden toegezongen.
Boven aangekomen staan we in de kamer van Marijn, waar ook de repetities plaatsvinden. Het reeds aanwezige gezelschap bestaat uit een veertigtal geïnteresseerden en betrokkenen, die worden voorzien van bier, wijn of frisdrank. En dan is het tijd voor de presentatie van de cd.
We nemen plaats op de grond voor het Perzische kleed dat het podium aangeeft. Een enthousiaste groep van negen jonge mensen begint met het maken van muziek. Een opzwepend, vrolijk en bij vlagen melancholiek soort muziek. Het is lastig om er een etiket op te plakken omdat er diverse invloeden in doorklinken. Het eerste nummer, Le Temps Se Répète, klinkt vanwege de accordeon typisch Frans. Met mijn ogen dicht waan ik me in de Parijse metro, waar op elk station dit soort muziek wordt gemaakt. In totaal worden acht nummers gebracht, een mooie doorsnee van de cd. Het knappe is dat elk nummer anders is en dat ze toch met elkaar één geheel vormen. Soms massaal: met alle instrumenten doet het denken aan bands als Calexico of zelfs Rammstein (in diens rustiger nummers). Andere nummers met alleen een (vals) harmonium of een snerpende trompet spreken van melancholie (Chérie, Elle Se Rapproche) of een duister verlangen (Le Diable).
Wat enorm aanspreekt tijdens het live optreden is het enthousiasme van de bandleden en de onderlinge verstandhouding. Die blijkt uit de blikken die ze elkaar toewerpen maar ook het gemak waarmee van plaats en instrument gewisseld wordt. Er is geen hiërarchie, de muziek en het plezier in het maken daarvan staan voorop.
De titel van de cd is La Vendange (de Oogst). De houtsnede op de hoes laat al zien dat het niet om een gewone oogst gaat: een boerenarbeider, met in zijn hand een hak (soort schoffel) staat tegenover een skelet met een beker in zijn hand. Hier wordt duidelijk meer geoogst dan graan of aardappels. Marijn licht toe: “We wilden het resultaat laten zien van vijf jaar werken. Maar ook verwijzen we naar de oogst van de mens: hoe beschaafd zijn we helemaal geworden sinds de schepping? Er zit ook best een stukje maatschappijkritiek in onze teksten. We hebben het over de oogst van goud, bezittingen, hebzucht. Via onze naam grijpen we terug naar honderd jaar geleden. We kijken naar de maatschappij van nu door de bril van het oorspronkelijke Compagnie du Chat Noir uit Parijs.”
Die maatschappijkritiek wordt overigens wel gebracht met een knipoog. Tijdens het optreden wordt een show opgevoerd met de nodige dosis humor en onderlinge kwinkslagen. En waar de tekst soms verloren gaat in de uitspraak (niet alleen voor het publiek is Frans geen dagelijkse kost, ook de zangers komen er soms niet echt uit) wordt de bedoeling via mimiek wel overgebracht. En voor de kopers van de cd is er altijd nog het boekje met tekst en vertaling.
La Très Illustre Compagnie Du Chat Noir heeft met deze eerste cd laten zien te beschikken over een flinke muzikale potentie. De cd is het absoluut waard om meerdere keren te beluisteren. Ook qua live optreden verdient deze band het zeker om op diverse podia hun kunsten te vertonen, waar zij met hun massale aanwezigheid en hun veertien nummers met gemak een avondvullend programma kunnen verzorgen.