3voor12 bespreekt Album van de Week (35): Mozes and the Firstborn

Eindhovenaren hervinden zich met ijzersterke tweede plaat

Klaas Bakker ,

Je moet het maar aandurven. Na een sterk debuut en een stevige livereputatie een album opnemen in een grote studio met een vaste producer om vervolgens te besluiten het niet uit te brengen. Mozes and the Firstborn deed het toch en investeerde in zichzelf om deze zomer met Great Pile of Nothing een ijzersterke tweede plaat uit te brengen. Eentje waar ze nu wél achter staan.

Een kleine recap over die onuitgebrachte plaat, die zo’n drie jaar geleden tijdens het toeren ontstond. In die tijd kreeg de band nog wel eens te horen dat er een flink verschil zat tussen het geluid van hun debuutalbum en hun liveshows, waardoor ze bij de opnames voor het tweede album heel bewust van hun publiek werden en de fout maakten om dat als uitgangspunt te nemen. Conclusie: een te geforceerde plaat die niet werd uitgebracht, voor een groot deel de prullenbak in verdween en nu voor het genereuze bedrag van 30.000 euro te koop is.

Na die opnames kreeg zanger Melle Dielesen een breakdown en stond de band een paar maanden stil. Beiden hervonden zich daarna terug in de studio om alsnog een album op te nemen. Zonder poespas en drummer Raven Aartsen in de rol van producer. In het voorjaar van dit jaar kwam uit die sessies al de Power Ranger EP, gevierd met een Europese tour met together PANGEA. Een sterke EP, waar de hervonden levenslust van de band al te horen was. Want er zijn maar weinig garagerockbands van dit moment die er voor kiezen om te doen wat Mozes doet: teruggrijpen naar de jaren ‘90 zonder daarmee al te snel naar de grunge door te pakken, simpelweg omdat het dicht tegen je eigen sound aan ligt.

De ogenschijnlijk losse drums die je door het hele album heen hoort, een shoegaze gitaar die op de achtergrond blijft rondhangen; het is allemaal al een keer gedaan, maar probeer het maar eens op de juiste manier te vangen in liedjes die overeind blijven. Mozes and the Firstborn laat de über-catchy garagepop van het debuutalbum los en verweeft die op Great Pile of Nothing met lo-fi alternative rock uit de nineties. Iets dat je op het debuutalbum al kon horen in ‘Gimme Some’. Denk aan Guided by Voices of de technisch goed uitgevoerde liedjes van The Lemonheads. Of die van Pavement, Smashing Pumpkins en de powerpop van Weezer.

Het heeft ook iets Weezer-achtigs om je plaat heel no-nonsens Great Pile of Nothing te noemen. Het brengt weinig verwachtingen, geen pretenties; je laat gewoon de muziek voor zich spreken. Great Pile of Nothing put juist uit de kracht van die stapel liedjes. Losstaand zijn de mid-tempo nummers (waar de plaat voor minstens de helft uit bestaat) misschien wat lastig te verteren, zoals in ‘May Day’ of ‘Snowman’. Als geheel is de plaat echter van begin tot eind ijzersterk, met een warme sound en melodieuze gitaarlijntjes. Luister maar naar die Pixies-knipoog 'OC/DC' of de haast perfecte single ‘Crybaby’, waar de band na twee minuten een klein stapje terug doet om vervolgens net als in het intro weer te overdonderen.

Mozes and the Firstborn is in de laatste drie jaar gegroeid van een schreeuwerig pretentieus gitaarbandje naar een volwassen band. De branie is een klein beetje naar de achtergrond verdreven, nadat ze keihard op hun bek gingen en niet te groot bleken om aan de noodrem te trekken. De moeilijke tweede is ze daardoor bespaard gebleven om als herboren met een sterke ‘derde’ terug te komen.