Jacco Gardner: sixties wonderkind uit Zwaag

"Dit is precies wat ik wilde"

Atze de Vrieze ,

Zwaag, een dorpje onder de rook van het Noord-Hollandse muziekbolwerk Hoorn. Hier, in een van buiten nogal onooglijke loods naast een keukencentrum, zit de studio van wonderkind Jacco Gardner. Zo wordt hij althans door allerlei toonaangevende internationale media genoemd. Hier, onder het warme licht van een ouderwetse lavalamp, kweekte de zanger een fraaie set sixties popliedjes die hij Cabinet Of Curiosities doopte. Een album vol perfecte popsongs, van de eerste drumroffel van Clear The Air tot de teenage soulsearching van Chameleon. Het album verschijnt pas in februari, maar komend weekend moet vast een fundament gelegd worden met optredens op Eurosonic en Noorderslag.

Hij woont op nog geen drie kilometer van heilige grond in de Nederlandse sixties popgeschiedenis. Terug naar de grote weg, de rotonde nemen, linksaf de Dorpsstraat in en je bent in Blokker, de enige plaats in Nederland waar The Beatles ooit speelden, in een grote veilinghal. Jacco Gardner glimlacht bij de naam van de grootste band ooit. "Ach, The Beatles, leuke band, maar mij heeft het nooit iets gedaan. Sommige nummers misschien. Ik kan horen dat ze heel goed zijn, dat ontken ik niet." Gardners voorkeur is specifieker en laat zich omschrijven als 'baroque pop', een typische kruising van licht-psychedelische muziek met elementen uit klassieke (kamer)muziek: strijkers, harpsichord, klavecimbel. De klassiekers: Odessey and Oracle van The Zombies, debuutalbum Would You Believe van Billy Nicholls, Present Tense van Sagittarius.

Psychedelica icoon
Precies zo klinkt Cabinet Of Curiosities, een album waar Jacco Gardner in alle rust aan sleutelde. Het komt uit op het Trouble In Mind, een Amerikaans familielabeltje, gerund door het liefdeskoppel Bill en Lisa Roe en hun kinderen. Het is klein, maar momenteel extreem hip bij de betere blogs dankzij releases van onder meer Mikal Cronin, Ty Segall (zijn nieuwe project Fuzz verschijnt er) en Night Beats. "Tot nu toe verloopt alle contact via mail, ik heb ze nog helemaal niet ontmoet", zegt Gardner, die geen enkele moeite deed om op het label te belanden. "Ze vonden mij via internet. Ik had single Clear The Air uitgebracht op een klein Spaans label en op YouTube gezet. Ze benaderden mij en wilden weten wat mijn plannen waren. Ik vertelde ze dat ik werkte aan een album, en dat wilden ze graag uitbrengen. Ik heb eerst alleen een single met ze gedaan omdat ik al mijn opties open wilde houden, maar de reacties zijn zo goed dat ik graag met ze door ga."

Jacco Gardner, 24 jaar, groot liefhebber van sixtiesmuziek en -cultuur, en dan met name het eind van het decennium. Opgegroeid in een gezin dat het niet slecht had, maar precies genoeg verwend om hongerig te blijven. Nooit in Amerika geweest, nooit lsd gebruikt, nooit echt verliefd geweest. Hij is een observator, iemand die elk detail in zich opneemt en probeert er zijn eigen draai aan te geven. Boven de instrumenten in zijn studio hangen twee zelf geschilderde portretten van psychedelica icoon Syd Barrett ("misschien wel het grootste slachtoffer van die cultuur"). Naast het drumstel de zangmicrofoons die ze in zijn favoriete tijd gebruikten, met de juiste chromen standaards, voor het oog. Naar die fraaie crèmekleurige gitaarsnoeren met grote, sierlijke krullen is hij nog op zoek. Het Nederlandse erfgoed uit de gouden tijd bestudeerde hij minutieus aan de HKU in Hilversum, waar hij de studio-setting van de legendarische beatgroep Q65 probeerde te reproduceren. "Welke instrumenten gebruikten ze, wat werd gepreproduceerd, wat gebeurde in de studio? Ik heb gesproken met de muzikanten, met producer Hans van Hemert. Zo ben ik ook bevriend geraakt met Jan Audier, een onbekende man die een heel belangrijke rol speelde in de Nederlandse popmuziek van die tijd."

Superster producer

Die Jan Audier is geen bekende naam, en dat heeft alles met zijn vak te maken. Audier - van oorsprong een Fransman die inmiddels alweer sinds jaar en dag in Nijkerk woont - was engineer, geluidstechnicus in de studio. Tot Gardners verbazing bleek hij betrokken bij al zijn favoriete platen uit die tijd: Q65, Ro-d-ys, Golden Earrings. "In die tijd kreeg de producer voor het eerst artistiek erkenning. Phil Spector werd een superster, Brian Wilson van The Beach Boys gebruikte de studio als instrument. Engineers, die waren niet belangrijk. Maar Jan Audier speelde wel degelijk een rol. Zo ontwikkelde hij zelf een limiter, die hij meenam naar de studio. Daarmee produceerde hij precies het geluid dat de muziek uit die tijd typeert. Hij is ook betrokken geweest bij de opname van mijn album. Er was een enorme klik tussen ons, ondanks dat hij vijftig jaar ouder is. Ik kon veel van hem leren, hij was ongelofelijk nieuwsgierig naar de nieuwe manieren van opnemen."
 

Want Gardner is bepaald geen purist als het gaat om opnametechniek en instrumentarium. Zo zul je in zijn studio vergeefs zoeken naar een mellotron en een klavecimbel, twee instrumenten die toch prominent te horen zijn op zijn plaat. Gardner wijst op een klein kastje op de hoek van zijn orgeltje. Het heeft ongeveer het formaat van een broodtrommel, en aan de achterkant kun je er een usb-stick insteken. "Daarmee kan ik bijna alle sounds meenemen. Je ziet wel eens foto's van compleet onbekende progrock bands uit de jaren zeventig met een complete vrachtwagen aan instrumenten. Zij sleepten hun complete studio mee het podium op, omdat het niet anders kon. Kennelijk kon het ook uit, maar ik kan me dat niet veroorloven."

Barbiepoppen
Het is ook niet erg, vindt hij. Zo lang het maar goed klinkt. "De mellotron is eigenlijk de eerste sampler die in de jaren zestig gemaakt werd. Onder iedere toets zat een stukje opnameband. Dat gebeurt tegenwoordig allemaal in de computer, precies hetzelfde, met de oude samples van die tapes. Het verschil is dan veel kleiner dan met bijvoorbeeld synthesizers, daar hoor je het veel sneller. Ik heb wel een klein broertje van de mellotron, de Optigan, een apparaat uit 1970 dat werkt met optische schijven." Het apparaat staat trots in de hoek. Het oogt zo futuristisch als een ruimteschip uit een veertig jaar oude sciencefictionfilm. Hij pakt er zo'n schijf bij, een flinterdun, rond stuk plastic met zwarte lijnen. "Er staan iets van zestig sporen op, met loops van twee, drie seconden, die door een lamp beschenen worden en zo geluid genereren. Het is van Mattel, de makers van barbiepoppen, en het is een van de meest onbetrouwbare instrumenten die ik ken. Hij doet het wel, maar live durf ik hem niet mee te nemen."

Jacco Gardner is een muzikant van de internetgeneratie. Dan denk je in eerste instantie aan de eindeloze bron van inspiratie die zich opende met teletijdmachines als YouTube, Spotify en de Pirate Bay. Je hoeft geen collector meer te zijn om diep verstrikt te raken in lang vervlogen tijden. Maar vlak ook Marktplaats niet uit. "Ik heb deze Optigan voor honderd euro gekocht bij een man in Baarn, met 25 schijven erbij. Die dingen kosten normaal gesproken honderd euro per stuk. Dat vind ik het leuke aan Marktplaats, ten opzichte van eBay, het is veel persoonlijker en je kunt geluk hebben. Deze man had niets met geld, kon er nauwelijks naar kijken. Bovendien raakte hij helemaal enthousiast over mijn muziek. Ik heb nog meer gekocht van hem, waaronder dit mengpaneel, dat rond 1970 speciaal ontwikkeld werd voor The Cats, custom made."
 

Gevaarlijke vrouwen
Zo ligt de ruimte vol met parafernalia. Een drumstel in de hoek, een klein trommeltje onder zijn stoel. Vanuit de hoek van de kamer, staart de beroemde Smile-LP van Brian Wilson ons aan, de voorste van het rijtje. Eens te meer blijkt Gardner goed in staat dingen op te slurpen enkel op basis van goed kijken en luisteren. "De muziek van Brian Wilson raakt me enorm, terwijl zijn liedjes toch doordrenkt zijn met verliefde gevoelens. Ik ben wel goed met vrouwen, maar ik ben nooit echt verliefd geweest. Het gevoel van kriebels in je buik, voortdurend aan iemand moeten denken, dat heb ik nooit gehad. Mijn langste relatie ooit duurde anderhalf jaar, maar we waren eigenlijk allebei niet echt verliefd. Vaak stopt het omdat meisjes heel erg verliefd op mij worden, en ik dat niet kan beantwoorden. Mijn geweten zegt dan: je kan zo iemand niet bij je houden. Ik houd wel van gezelschap, dat wel."

Dat blijkt, want de vrouwen lonken her en der in Cabinet Of Curiosities. Het merendeel van zijn liedjes gaat over de liefde, beweert Gardner zelfs. The Ballad Of Little Jane bijvoorbeeld gaat over een prachtig en aantrekkelijk meisje, dat zich opsluit in haar huis en wacht op de ware. "Het is een fictief persoon, gebaseerd op verschillende meisjes die ik heb meegemaakt, en omgevormd tot een raar hersenspinsel. Het is een soort Hans en Grietje verhaal. Jane is een eng meisje, heel mooi en lief, maar als je bij haar op bezoek gaat kom je nooit meer weg." Ergens anders noemt hij zichzelf een kameleon, die iedere dag van kleur verschiet. Het is een overblijfsel uit zijn persoonlijke zoektocht, die samenviel met zijn muzikale. "Ik schreef dat liedje toen ik een jaar of 17 was, op zoek naar mijn plek. In dezelfde tijd dat ik naar Syd Barrett begon te luisteren. Ik ben nu niet meer echt zo. Dit is precies wat ik wilde."

Cabinet Of Curiosities van Jacco Gardner verschijnt 8 februari bij Trouble In Mind. In Nederland wordt de plaat verspreid door Excelsior/V2.