3VOOR12 bespreekt Album van de Week (52): Amadou & Mariam

Welcome To Mali is geen Bono-Geldof pose

Erik Zwennes ,

Een van de laatste weken van het jaar zou met Welcome to Mali zomaar een van de beste platen van het jaar op kunnen leveren. Veel te laat voor de jaarlijstjes en met de diverse invloeden sowieso lastig te vergelijken met veel Westerse muziek. Laat je niet afschrikken door de Unicef-fähige albumtitel. Welcome to Mali is een verrassend en divers album om lang van te genieten.

Welcome To Mali is geen Bono-Geldof pose

Het verhaal achter Amadou & Mariam laat zich vast heel mooi in de trant van Adriaan van Dis does Africa optekenen. De twee blinde Malinezen ontmoeten elkaar in 1977 op een blindeninstituut in Bamako. Ze vinden elkaar niet alleen in hun visuele beperking en bed, maar ook in de muziek. Via een aantal albums – het exacte aantal verschilt, net als Afrikaanse geboortedata, per bron – komt het duo in contact met Manu Chao. De artiest en producer neemt ze op sleeptouw, wat resulteert in de wereldwijde introductie met het prachtige Dimanche a Bamako.

2005, het jaar waarin Dimanche a Bamako uitkwam, had zomaar het einde van een relevante band in kunnen luiden. Het moment waarop Afrikaanse talenten buiten de continentgrenzen treden, heeft in het verleden namelijk nog al eens tot nodeloos gecultiveer geleid. Neem een Youssou N'Dour of recentelijk Mama Afrika, Miriam Makeba in Paradiso. Het is dat je over de doden eigenlijk niets dan goeds mag spreken. Het immens hoge Lion King-verwesterings gehalte verkracht nog wel eens de pure schoonheid van Afrikaanse muziek.

Amadou Bagayoko en Mariam Doumbia klinken op Welcome to Mali erg Westers, maar hebben zich blind gehouden (moet dat nu?) voor dergelijk Joop van den Ende gekunstel. Weinig ‘free Afrika’ kretologie of verering van het stokstaartje, maar een coherent popalbum waar rock, funk en zelfs reggae een plek vinden in het liefdesstulpje van de Afrikaanse vijftigers. Gelukkig is er weinig onzinniger dan puristengeneuzel binnen de wereldmuziek. In de cd-rekken staat de Mexicaanse mariachi immers vrolijk tussen de Bulgarian voices en de Chinese pipa-herrie.

Na Manu Chao in 2005 heeft op dit album Damon Albarn twee nummers voor zijn rekening genomen. De Blur voorman heeft met Gorillaz, The Good, The Bad & The Queen en de Monkey muzical al ruimschoots laten zien de afstand tussen traditionele- en popmuziek met respect en kunde te kunnen dichten. Niet toevallig zijn deze twee nummers het beste van de plaat en als eerst op de tracklist terug te vinden. Minimalisme lijkt het toverwoord in de producties. Maar ook de ruimer ingeklede liedjes werken omdat er niet krampachtig gepoogd is traditioneel te klinken. Samples, synths, riffs en orgeltjes klonken zelden zo complementair naast diverse woodblocks, opgespannen koeienhuiden en de traditionele kora.

Voorlopig laat het duo Nederland nog links liggen tijdens hun tour, maar het lijkt onmogelijk ze te missen in verlate eindlijstjes, op blogs en in gespecialiseerde (radio)programma’s. De blinde Amadou & Mariam laten zien hoe je het Afrikaanse geluid exporteert zonder naast Sting, Geldof, Van den Ende, Bono of Clinton plaats te hoeven nemen. Laat het een voorbeeld zijn. Alle respect voor Mama en Papa Afrika, deze vijftigers zijn de werkelijke kinderen van het verloren continent. Okay, in alle eerlijkheid: 20 januari staan ze naast Obama tijdens zijn inauguratie. Ach, als het één opportuun wereldleider moet zijn, dan maar Barack.

Luister tijdelijk opnieuw naar het album op de luisterpaal