Yonderboi maakt zich hard voor Europa

Maar niet voor lounge

Het debuutalbum ‘Shallow and Profound’ van de Hongaarse knip- en plaktriphopper Yonderboi werd in 2000 wereldwijd jubelend onthaald en de lounge hype was ontketend. Laszlo Fogarasi, zoals hij echt heet, was toen 19 jaar. Nu, vijf jaar later, is er het tweede album ‘Splendid Isolation’. Yonderboi lijkt bekomen van alle aandacht die zijn debuut met zich meebracht en zijn geluid is volwassen geworden.

Maar niet voor lounge

Toen ‘Shallow and Profound’, het debuut van Yonderboi, officieel uitkwam werd Laszlo Fogarasi opgeslokt en aan alle kanten ingehaald door de realiteit. Daarvoor was hij niet meer dan een dromerige jongen van negentien jaar, die voor de lol een plaatje had gemaakt. Hij had ook al wat getourd en speelde rond 1997 zelfs al op Beachbop in de toenmalige strandtent Solaris. Maar door het succes van het album werd de jonge Hongaar keihard met zijn neus op de feiten gedrukt. Het leven van een muzikant is niet altijd zo leuk als hij voor ogen had. Hij doet dit een paar jaar, maar dan wordt het hem toch teveel. “Ik heb toen besloten om het rustiger aan te doen, om er even goed over na te denken, want ik was nog erg jong,” vertelt Laszlo in Amsterdam. Hij ziet er volwassen uit, denkt volwassen en heeft met ‘Splendid Isolation’ een volwassen plaat gemaakt. Zijn Engels is overigens nog altijd redelijk gebrekig en vaak is het zoeken naar woorden. “Het plan dat ik bij het maken van mijn eerste album voor mezelf in gedachten had, bleek al snel achterhaald. Ik raakte daardoor in de war, want ik had ook geen doel meer voor mezelf, want het album was er. Mijn eerste plan bestond uit een plaat maken, die misschien 3 of 4 sterren zou krijgen. Dat was dan genoeg voor mij om door te gaan en nog een plaat te maken. Maar er gebeurde veel meer dan ik ooit had kunnen dromen.” Misschien zorgde zijn onbevangenheid juist voor de frisheid van de muziek. Laszlo: “Dat is misschien waar, maar zoiets kun je slechts één keer doen. Je bent ook maar maagd totdat je dat niet meer bent, dan kun je alleen nog maar doen alsof. Daarom vind ik optreden en de muziek van je album reproduceren ook helemaal niks, want dat leidt nauwelijks tot iets nieuws.” Laszlo had de plaat gemaakt om weg te zijn van het leven van alledag. Een baan zag hij niet zitten en aan alle gewone dingen had hij een hekel. Laszlo: “Maar na 1 a 2 jaar was muzikant-zijn ineens mijn werk geworden. Mijn hobby veranderde in een gewone baan, met schema’s, afspraken en grote verantwoordelijkheden. Dat wilde ik niet. Toen ben ik gaan nadenken en ben ik er even mee gestopt.” Nog voordat het genre bestond werd ‘Shallow and Profound’ al bestempeld als lounge, een term waar Laszo een hekel aan heeft. Op zijn nieuwe album heeft hij daar mee afgerekend. “Ik wilde niemand tevreden stellen. Zeker niet de mensen die zeiden dat ze mijn vorige album zo lekker vonden klinken in hun schoonheidssalon. Dat wilde ik niet meer. Ik haat dat soort bedachte termen. Mensen zoeken ergens een oplossing voor en plakken er dan maar zo’n label op. Die muziek was ook maar een klein deel van wat ik deed. Ik maakte ook techno en house, maar alleen ‘Shallow and Profound’ werd bekend. Ik vind achtergrondmuziek op zich heel belangrijk. Ambient is erg mooi en het verandert je stemming zonder dat het vervelend is.” Laszlo komt uit Hongarije en heeft altijd het gevoel gehad dat hij, net als zijn land, een buitenbeentje was. “Na het maken van de eerste plaat reisde ik rond de wereld en leerde veel. Ik voel me niet thuis in Hongarije, maar ook niet in West-Europa. Daarom heb ik nog steeds een dilemma. Mijn eerste album werd erg goed ontvangen in het westen en nu vraag ik me af of iemand als ik, die uit het oosten komt, zich echt bij de westerse Anglo-Amerikaanse cultuur kan aansluiten of dat ik altijd een exotische vogel zal blijven. Omdat ik uit Hongarije kom. Mijn land is een jaar of twee geleden ook bij de Europese Unie gekomen en ik heb daarbij dezelfde vraag. Zal Hongarije echt bij de EU gaan horen of altijd een ondergeschoven kindje blijven? Ik hoop dat het antwoord op beide vragen positief is.”