Bij de tweede editie van Interstellar Solar Fest, op 30 maart, is gekozen voor een stevigere nadruk op stonerrock. De lancering in 2023 was al succesvol, met onder andere een geweldige TankZilla en het debuutconcert van Goldwölff. Dit jaar wist de organisatie headliner Truckfighters uit Zweden binnen te halen. En er staan meer nieuwe namen op de poster, naast natuurlijk die van organisator Cosmic Debris. Het niveau is de hele avond hoog, mede dankzij de Zweden en de Noordwijkse verrassing BB & The Binkie Boys.

Rats and Daggers

Pluk de nacht

Het heavy powerpunktrio Rats and Daggers is live altijd goed tot uitstekend, onder andere in Rotterdam en hun thuisstad Utrecht. Je denkt dat je ze eerder in Leiden gezien hebt? Dat kan, want ze waren halve finalist bij de Nobel Award in 2021 en stonden op de Popronde 2022. Lukt het de expressieve band ook om het publiek op te warmen?

Ondanks het on-rockandrollachtige tijdstip van half zes is de Kleine Zaal flink vol, wat je zelden bij de openingsact van een festival. Bassist Camilo Ulloa valt het meest op: hij heeft een voetbalshirt aan van Colo-Colo uit zijn vaderland Chili. Zijn borst is al snel net zo ontbloot als van drummer Sander Koene, en op zijn borst staat “Memento mori” – gedenk te sterven. Ze gooien er echter als altijd energie in, eerder “Carpe noctem” - pluk de nacht.

Het trio speelt lekker rauw en ranzig, als een allesverpletterende en rollende stoomwals. De bastonen stuiteren lekker laag bij ‘Mississippi’, maar het hoogtepunt van hun set is ‘Blind’, met eerst het ritmische E-akkoord van de bas en dan de lekkere en snoeiharde instrumentale solo richting het einde. De band is nu helemaal los - Bassist Camilo speelt het slot ‘The Construct’ languit liggend op de grond. Later soleert hij terwijl de bas op zijn achterhoofd ligt, Imara en hij spelen met de ruggen tegen elkaar terwijl ze op hun knieën zitten. Kunnen ze een publiek opwarmen? Zeker! We gaan snel meer van ze horen: op 12 april komt hun nieuwe EP uit.

Rogier van Nierop

Baardvader

Stevige solo’s om de Grote Zaal te openen

Fuzzrocktrio Baardvader mag de grote zaal openen en dat doen ze met veel enthousiasme. Zanger/gitarist Jelle Scholtes geniet zichtbaar van de ruimte op het grote podium. Ruimte die het publiek niet heeft, want de zaal staat al goed vol en dat is juist wat ze willen. Ze rocken alsof ze niet de eerste band op het podium zijn, geven veel energie en spelen goed in op het verse publiek. De uitgesponnen nummers worden dankzij de stevige gitaarsolo’s en goed getimede tempowisselingen nooit saai, en vloeien soepel van het ene over naar het andere. Baardvader neemt ons mee langs hun vertalingen van hardrock en grunge. In ‘The Great Escape’ horen we zelfs een beetje doom doorklinken, of is het de invloed van de coronatijd waaruit het nummer stamt? Met het nieuwere ‘Illuminate’ brengt de band ons gelukkig weer naar het licht. In dit nummer klinkt de zang van Jelle, die af en toe wat wegheeft van Kurt Cobain en Chris Cornell, beter op zijn plaats. Ook bassist JP ter Haar en drummer Niek van den Driesschen gaan los op hun instrumenten en laten nu meer van zichzelf zien. Hopelijk zetten ze deze trend voort op hun volgende album ‘When The Stars Arrive’, want dan kunnen ze nog grotere sterren worden. Je kunt het zelf meemaken en oordelen op donderdag 16 mei bij hun albumpresentatie in PAARD.

Nike Liscaljet

Splinter

Viva la Sleutelstad

Een aantal showelementen van Splinter zijn hetzelfde gebleven als bij hun albumreleaseconcert: de opzwepende en joyeuze performance, de losse dansjes van frontman Douwe Truijens, die met zwaaiende armen over het podium glijdt, en een lang instrumentaal stuk, waar deze zanger even verdwijnt en dan weer opkomt in een rood sportbroekje.

Het optreden wordt geopend door een solo van sterspeler Gert-Jan Gutman, in de prachtige aankondiging door Phoenix Rivers: “opgeroepen uit de meest duistere dieptes der klavier, de Balrog van de Hammondorgels”. Gert-Jan speelt solo’s die door hun lengte ELO- en Dire Straitsachtig aandoen, terwijl gitarist Sander Bus glimlachend toekijkt. Ook deze laat bij het slotnummer ‘Every Circus Needs a Clown’ horen wat hij kan, met een solo van bijna vijf minuten centraal op het podium, helemaal aan de rand. Drummer Barry van Esbroek speelt zo strak als een metronoom. Over het algemeen is het Spinterspel juist wat rommeliger maar energieker dan op de plaat, maar dat geeft niet: van die twee is voor de beleving energie het belangrijkst.

Rogier van Nierop

¡Pendejo!

Spaanstalige stonermetal

Wie het woord pendejo opzoekt in het woordenboek komt er al gauw achter dat het geen positieve connotatie heeft. Het betekent iets als Idioot!, Lul!, Klootzak!, Eikel! Fans die het t-shirt van hun favoriete band op vakantie in het buitenland dragen zullen daar dan ook ongetwijfeld met gefronste wenkbrauwen worden bekeken.

De relaxte intromuziek ‘Aguita’s e Coco’ van Afrosound is geen voorbode van de muziek die daarop volgt. Wat kan je dan wel verwachten van ¡Pendejo!? Hun muziek laat zich het beste omschrijven als vet groovende stonermetal met Spaanstalige teksten en een blazerssectie. Redelijk uniek dus.

De strakke ritmesectie, bestaande uit drummer Sjoerd en bassist Stef, klinkt als een goed geoliede machine en moddervette gitaarriffs van gitaristen Axel en Menno denderen loodzwaar en stuwend. De blazerssectie met daarin trompet, trombone en sousafoon voegt hier goed aan toe. Zanger Bram “El Pastuso” zingt met zijn rauwe, doorleefde stem afwisselend. Soms gevoelig en andere keren brult hij alsof zijn leven ervan afhangt a la Serj Tankian van System of a Down. Af en toe zingt hij ook door de microfoon van zijn trompet, waardoor hij zijn effectenpedalen voor trompet over zijn stem kan gebruiken wat een bijzonder effect geeft.

Het publiek geniet zichtbaar van het optreden in de goed gevulde Grote Zaal van de Nobel. Vanaf het eerste nummer deinen de hoofden op en neer met de muziek mee. Het duurt nog wel een paar nummers voordat het publiek echt loskomt en de eerste moshpit ontstaat. ¡Misión cumplida, pendejo!

Jasper Groothuizen

Cosmic Debris

Copiumkit

De Kleine Zaal verandert in een copiumkit zodra Cosmic Debris er speelt: de schaarse verlichting is er van een ‘Opium Dream’, met flikkerende spots die de drie muzikanten als halve schimmen tonen in tegenlicht, maar de band is troostender en een stuk gezonder bij inname. ‘Leuk dat jullie op ons feestje zijn!’ roept frontman Loek, die het festival organiseerde.

Hun optreden begint via ‘Tinto Traveller’ met een dromerig riffje, dat overgaat in stonerachtige lange en rollende akkoorden met dynamische drum van Matthieu. Tegen het geweld van de drum en bas is vanavond niet op te zingen, al doet Loek enorm zijn best daarvoor. Het publiek pikt dat op; bij ‘Cyborg’, het tweede nummer, ontstaat de eerste mosh in de Kleine Zaal.

Tijdens sethoogtepunt ‘Opium Dream’ hoor je de bas van de kalm spelende Maarten extra goed, want er zitten rustiger stukken in dit nummer. Loeks zang, met veel distortion, is opeens ook goed te horen. Een tijd speelt de band met ingehouden energie, om die tot uitbarsting te laten komen in een stuk waar ze zo snel spelen als ze kunnen, op punktempo.  Daarna neemt Cosmic Debris de gegeven energie weer terug en vertraagt de band steeds meer aan het slot.

Rogier van Nierop

Truckfighters

Dango Unchained en Svenska sprezzatura

Niet leadzanger en bassist Ozo valt het meest op bij Truckfighters, maar gitarist Niklas Källgren. Deze Dango komt als eerste op in een shirt en net zo’n kort sportbroekje als Splinter’s Douwe; zijn shirt doet hij meteen uit en smijt die in het publiek. Hij ontziet zijn zwakke knie niet en is ontketend: hij rent en springt constant heen en weer en speelt vaak zo vooraan het podium dat hij bijna het publiek in duikt. Zijn solo’s zijn lang en vlekkeloos. Drummer Toro heeft volgens zijn shirt als doel “to fuck shit up and have a good time”, maar gelukkig doet hij alleen het laatste.

Deze mannen uit Örebro hebben een grote naam, maar doen niets op routine: ze spelen met een intensiteit alsof het hun afscheidsconcert is. Het ene voortrollende stonernummer met metalinvloeden vloeit moeiteloos en naadloos over in het volgende. Ozo, Dango en Toro spelen alle drie gepassioneerd en met een techniek die de schijn van achteloosheid wekt: sprezzatura.

Josh Homme’s uitspraak “The best band that ever existed” is een Californische hyperbool, maar alles klopt aan deze Zweden: techniek, publieksinteractie, energie, sterke solo’s, een opzwepende set met rustiger momenten tussendoor. Ze zetten kortom een superstrakke show neer met de energie van livemuziek – zo moeten concerten zijn.

Rogier van Nierop

BB & The Binkie Boys

Snelle stoner

Net voor de opkomst van BB & The Binkie Boys komt er een soort après ski-Schlager uit de boxen van de Kleine Zaal. Het is zo vervreemdend dat het bewust moet zijn. De band komt op onder een soort “Yee ha!” met distortion. Bij de Noordwijkers vallen meteen interessante details op: Tims synthesizer staat op een strijkplank en het plectrum van bassist Ronald van Beek is langwerpig en lichtgevend. 

De getatoeëerde leadzanger Bram zingt distorted, en uit zijn Flying V-gitaar komen rollende riffjes, Ronald bast heel smooth. Inclusief de toegift ‘Out of my bolleke’ komt hun hele nieuwe EP ‘EXPLOSION HAZARD’ voorbij. Het publiek gaat er goed op: er wordt massaal gemosht (er is meer ruimte in de Kleine Zaal dan eerst) onder aanvoering van een bebaarde man die op het podium springt, juicht, zichzelf het publiek weer in lanceert, een slok van Brams biertje neemt en het flesje spetterend weer terugzet. Uiteindelijk wordt frontman Bram in het publiek rondgedragen op de schouders van een toeschouwer. Soms is er een moment van stilte, dat weer wordt verbroken door een ijle, distorted gitaarsolo. De hoogglans van Interstellar Solar Fest zit dit jaar aan het eind.

Rogier van Nierop

De datum voor Interstellar Solar Fest 3 is al bekendgemaakt: 29 maart 2025.