Stukafest – In de huiskamer bij…

3voor12 gelderland op bezoek bij zes studentenkamers

tekst: Paul Aerts, Matthijs Quaijtaal | foto's: Roger Jansen, Matthijs Quaijtaal ,

Stukafest, dat al sinds 2001 in onder andere Nijmegen wordt georganiseerd, biedt de bezoekers intieme concerten bij studenten thuis. Het resultaat: verrassende optredens en een intiemer samenzijn dan in een klein café.

Ronde 1

In de Vredestraat, waar Beatles en de Stones hand in hand gaan, begint J’lectroniq aan wat misschien wel hun moeilijkste optreden ooit is. Werkelijk alles wat fout kan gaan, is fout gegaan: zonder de gitarist (op ziekenbezoek in Duitsland), met een leen-laptop (de avond voor Stukafest begaf de eigen laptop het, inclusief samples), een ruis in de muziekinstallatie én tot overmaat van ramp een mondharmonica die het begeeft in het optreden zou je denken dat er niets overblijft van het duo/trio dat in januari nog Eurosonic mocht bespelen.

Maar de studentenkamer gaat helemaal op in de triphop, en de ruis verdwijnt uit het gehoor; die komt pas terug als we er door Jasper aan worden herinnerd. Aan het einde van de set worden we uit de trance gehaald; het is tijd om naar de volgende kamer te gaan, maar niet zonder de kudos aan Sander en Christiaan: die hebben zich van hun beste kant laten zien.

Kamerbewoonster Melodi Tamarzians stelt haar kamer beschikbaar omdat ze afgelopen jaren actief is geweest bij Cultuur op de Campus, en dit haar laatste jaar in Nijmegen is. Als ze een huiskamerconcert mocht uitkiezen, zou James Blake haar keuze zijn.

Daar zitten ze dan, in een bomvolle studentenwoonkamer op de Regentessestraat in Nijmegen-Oost: Marike Jager en haar bandlid Henk Jan Heuvelink. Tien jaar geleden zaten ze in hetzelfde schuitje, vertelt ze terwijl de laatste bezoekers binnen komen. Nu is spelen in het openbaar nog even wennen, na een lange periode in de studio voor het nieuwe album The Silent Song. Lucas, een van de bewoners, zit op een bank aan de zijkant en luistert aandachtig. Hij speelt zelf weleens op de piano die achter Marike en Henk Jan staat, maar zijn spel valt volgens hem in het niet bij wat we zo dadelijk gaan horen.

Marike begint in haar eentje met Secret, een zacht liedje waarmee ze het studentikoze gezelschap warm welkom heet. Na het openingsnummer verrijkt Henk Jan met stem en gitaar de up-tempo ode aan de tijd waar iedere student naar verlangt: het weekend. Henk Jan kiest een roadie uit het publiek, drukt hem de gitaar in zijn handen en draait zich om naar Lucas’ piano.

De verzadiging van muziek lijkt compleet als tijdens Pick Up The Phone het duo de Stukafesters verwent met toetsen, het zachte strummen van Marikes gitaar en haar prachtige stem die zich verplaatst in de gedachtes van een naar haar terugverlangende ex-geliefde. Maar het kan nog mooier. Een speeldoos wordt tevoorschijn getoverd en ze zingt mee de met haar zelf aangezwengelde krakende melodie die klinkt als een knisperend haardvuur. Afsluiter Butterfly laat ze ontpoppen in het Frans en zo sluit Papillon het concert op wonderschone wijze af.

Marike Jager laat zich vanavond van haar beste kant zien en weet de handen op elkaar te krijgen. Samen met welgemeende ‘woehoes’ is het oordeel van haar publiek duidelijk. Ook Lucas is tevreden. De piano die hij normaliter zelf bespeelt, is naar behoren in bruikleen genomen.

Ronde 2

Op de Graafseweg zit Sophie Veline klaar om haar set – die ze nog niet vast heeft liggen – ten gehore te brengen. De kamer zit goed vol, en dit is echt haar setting. Zonder enige moeite krijgt ze de kamer stil. Ze speelt onder andere de titeltrack van haar komende ep Zwarte deken, die in april uitkomt op zowel cd als vinyl, en het klinkt erg prettig. Sophie ziet er lief uit, maar haar teksten zijn scherp, beeldend, en hebben geen moeilijke begeleiding nodig om te gaan leven. Het is niet ondenkbaar dat Sophie over tien jaar op de plaats van Marike Jager zit, want ze zet onze glimlach zeker aan. Hoogtepunt van de set is het nummer Regels. Het is jammer dat ze (nog) geen band bij zich heeft; de muziek verdient het om in grotere bezetting te worden gespeeld!

Kamerbewoonster Romy Finkers heeft heel prominent een 3cd-box van Frank Sinatra staan; haar keuze voor een huiskamerconcert zou Ben Howard zijn. Liever nog Ronald Goedemondt, maar de vraag was helaas naar een muzikale act… Romy is gek op theater, en vindt het zonde dat het zo duur is. Daarom is Stukafest voor haar zo belangrijk en stelt ze haar kamer beschikbaar.

In een voormalig klooster aan de Dobbelmannweg zitten de twee verlegen entertainers Marianne en Ronald op een bankstel te luisteren naar de enthousiaste aankondiging door de presentatrice van dienst. Rustig nemen ze plaats achter hun elektronica, want Tududuh - qua naam al een mysterieuze aankondiging op zich - is niet zomaar een bandje. Als je geïntroduceerd wordt met de term ‘gruizige krautpop’, dan heb je muzikaal gezien wat uit te leggen.

Red Shoe Sessions, de tweekoppige organisatie van dit bijzondere concert, heeft de perfecte locatie gevonden. Tududuh komt vanaf de eerste minuut erg goed tot zijn recht. In de duisternis met grauwe mistige visuals van een fabriek lijkt de muziek een groot experiment. Toch weten de twee muzikanten precies wat ze doen. Ronald goochelt met geluidseffecten en dreunt zich met zijn stem op de lage beat je brein binnen als je nieuwe geweten terwijl Marianne het geheel opvult met haar dromerige achtergrondzang. Hoewel de beats voorgeprogrammeerd zijn lijkt de muziek gemakkelijker dan ze is. Spelen van synthesizerstukjes, zingen en het creëren van effecten met bijvoorbeeld een strijkstok vereisen opperste concentratie die de Utrechtenaren vrijwel de gehele set vasthouden.

Wie denkt dat Tududuh op zijn fabrieksinstellingen speelt, heeft het echter mis. De tweestemmige zang van het illustere tweetal is doordrongen van gevoel. In combinatie met de prachtige sound van al hun elektronica hebben ze het predicaat ‘gruizige krautpop’ helemaal niet nodig. ’Muziek die je moet komen luisteren’ is hier beter op zijn plaats. Gehypnotiseerd met een nagalmend ‘tududuh’ verlaat het publiek de ruimte. Helaas was dit voorlopig hun laatste optreden, maar deze muziek prent zich in je hoofd en smeekt om een comeback.

Ronde 3

Op de Minervaplaats mag Mama Franko nog een keer een feestje bouwen, de avond zit er bijna op. Ook het ‘motherfunky hiphopping reggaelicious’ Mama Franko is niet op volle sterkte; de normaalgesproken achtkoppige groep is maar met z’n vijven. Je zou dat niet zeggen: de sfeer zit er goed in, de woonruimte van de gang staat vol met minstens vijfendertig bezoekers, en er wordt volop gedanst. Vooral de saxofoniste valt op in deze samenstelling, en de chemie onderling lijkt niet verstoord door de bezetting. Sail Away springt er uit door de feilloze tempowisselingen, de bijzonder prettige baslijnen en… de zanger! Hij neemt vandaag de honneurs waar bij de rapstukken van het nummer – het is niet te merken. Het zijn dit soort optredens die Stukafest een beetje extra sfeer geven. Experimentele electro in een donkere kamer, intieme singer-songwritersessies, maar dus ook gewoon een knalfeestje. Dit optreden vraagt om een herhaling, in volledige bezetting, bij voorkeur in de zomer op een strandje aan de Waal.

De Minervaplaats mag voor het vierde jaar op rij zich Stukafestlocatie noemen. Lerrie Grooten en zijn gang stellen de ruimte graag beschikbaar voor de gezelligheid: het is altijd een feestje. Dat dit geen grootspraak is mag duidelijk zijn. In de gang hangen naast geschilderde replica’s van U2-albumhoezen verzamelingen van de voorgaande edities per jaar. Dat Lerrie het liefst U2 op huiskamerconcert zou willen zien is dan ook geen verrassing.

Voor een levensgroot spandoek met een haast onleesbaar ‘ACHTERDOCHTIG’ staat de band die deze naam draagt netjes opgesteld onder de hoogslaper. Het podium wordt aangeboden door Collin, Berend en Daan aan wie Achterdochtig zijn set opdraagt. Onder een kroonluchter staat de aanvoerder van het collectief als een antichrist in zijn reinste vorm. Bram gaat hier zijn evangelie van dood en verderf verspreiden onder zijn discipelen.

Zenuwachtig gefluister afgewisseld met afgrijselijk gekrijs, daarin is Bram een kei. Als een cynische charlatan bespeelt hij het publiek met zijn duistere praatjes verpakt in een schor tergend geluid. “Zullen we een spelletje doen?”, vraagt hij aan zijn luisteraars, die op zijn bevel gehoorzaam opstaan en een stap naar voren doen. Zijn band doet zijn werk zonder op te vallen, maar de frontman draait zijn podium een kwartslag door op de dichtstbijzijnde bank te gaan staan. Het blijft eng en ongemakkelijk, luisteren naar Bram. Zijn ogen spugen vuur en zijn stem en gitaar klinken onheilspellend.

Gelukkig weten we allemaal dat hij eigenlijk heel lief is, dat de aan zijn broek gesnoerde sleutels niet van de poorten van de hel zijn. Want na een kwaadaardig kerstliedje draagt hij een muzikaal gedicht voor waarmee hij zijn ziel bloot legt, eindigend met ‘ik heb je lief’.

Achterdochtig komt in de vorm van zijn zanger erg dichtbij vanavond, met rauwe Kurt Cobainiaanse explosies en sinistere melodieën. Maar in de opgedrongen gemoedstoestand verkerend, is het onverklaarbare Achterdochtig uiteindelijk niet meer dan een sympathieke geest, die als verrassing zelfs een kwartiertje langer speelt… en na afloop gezellig een biertje met je drinkt.