Met zijn intense synthpop is Coloray de laatste twee jaar uitgegroeid tot een graag geziene gast in de dancewereld. Een paar jaar daarvoor maakte hij nog vederlichte balearic house voor de zonsopkomst. Dat ging gepaard met een persoonlijke transformatie. ‘Ik moest na Tunnelvisions echt opnieuw gaan zoeken. Wie ben ik en wat ga ik doen?'

Of het gebruikelijk is om nog wat toe te voegen aan het interview, vraagt Raynor de Groot twee dagen na het gesprek over zijn nieuwe album. Ja, hij zat er nog eens over na te denken, en er waren nog wat mooie details te binnen geschoten over zijn trip naar India. Ach, was het maar wat gebruikelijker dat iemand nog even een mooie anekdote na komt dragen. Goed, Coloray ging dus naar India, een typische bucketlist gig.

‘Het was zo’n rare trip. India stond al heel lang hoog op mijn lijstje, dus toen ik de kans kreeg om daar drie optredens te doen heb ik ‘ja’ gezegd. Alleen: ik moest er dertig uur voor vliegen, van Duitsland naar Istanbul, en van daar naar Delhi. En omdat ik mijn overstap miste moest ik direct door naar Goa, in een taxi, dwars door de jungle. Op een gegeven moment stonden we stil, stond er een koe op de weg. En dan niet zo’n koe als in Nederland, maar een tering groot beest en bovendien heilig. Ik vroeg nog: ‘kunnen we niet doorrijden? Ik moet over een uur optreden’. Maar dat kon natuurlijk niet. Net toen we bijna aankwamen, begon het ook nog eens keihard te regenen, terwijl de club buiten was, naast de oceaan. De dansvloer was compleet overspoeld met water, het was een bizarre realiteit om ineens in te belanden, na dertig uur zonder slaap. Het was een waanzinnig mooie club met overal kleine hutjes er omheen, echt in the middle of nowhere. Binnen tien minuten kreeg ik een compleet buffet naar binnen geduwd, om vervolgens onder een paraplu naar een podium geleid te worden waar mensen vuur spuwden en diabolo’s gooiden. Het werd een van mijn beste sets ooit.’

Stonede hippies

Je begrijpt: dj zijn is nogal een raar en intens bestaan, waarin je sterk in je schoenen moet staan om overeind te blijven. Het is een jachtig leven, dat je makkelijk op verkeerde plekken terecht brengt, of waar je heel veel moeite moet doen om de goede te bereiken. Daarom is Raynor de Groot ook niet alleen maar dj, hij is ook artiest, met eigen producties. Of beter: liedjes, die hij op het podium uitvoert met hulp van Yannick Verhoeven. Deze week verschijnt zijn nieuwe album ©. Dat stond in eerste instantie voor copyright, omdat Coloray schreef over branding en commercie die als artiest altijd lonken. ‘Ik worstelde met social media, en met het gevoel content te maken in plaats van kunst. Maar later ging die © ook voor iets anders staan, namelijk chaos,' zegt hij. ‘De chaos van het nachtleven, de chaos van het leven, die ik steeds meer ben gaan omarmen.’

Wat dat betreft is het wel grappig om te beseffen waar de carrière van Raynor de Groot ooit begon. Waar hij nu bekend staat om zijn donkere synthpopnummers, brak hij in eerste instantie door met het duo Tunnelvisions. Ze maakten zachtaardige balearic muziek, vederlicht, gemaakt voor de zonsopkomst. Muziek die het tegenovergestelde van chaos belichaamt. ‘Ik was ergens begin twintig en maakte in die tijd elke dag muziek, eerst in mijn eentje. Op een gegeven moment kreeg ik een berichtje van iemand die wilde samenwerken, en dat was Emiel. Samen vormden we Tunnelvisions. Er zat helemaal geen idee achter, we maakten maar wat, brachten het uit en opeens waren we op tour. Alhoewel: vanaf het begin, toen we geen geld hadden, was muziek dé manier om iets van de wereld te zien. We stopten zelfs wel eens expres invloeden uit een bepaald land in onze producties om ergens uitgenodigd te worden. Onze eerste boeking in het buitenland was in Portugal. We waren een hippie-act, de hele dag stoned. Maar na een paar jaar vonden we onszelf terug op een groot podium in Moskou en stonden we dingen te draaien die helemaal niet bij ons pasten. Wat waren we daar aan het doen? Ik besefte, dit gaan we niet redden, samen.’

Goede curryworst en kruipend naar de Berghain

Raynor de Groot werd gek van alle prikkels, alle verleidingen en de verwachtingen die hij helemaal niet waar kon maken. Van de trein die maar door denderde en waar hij geen grip op had. Het is niet voor niets dat zijn eerste single onder de naam Coloray ‘Can’t Stop’ heette. Het was een vlammer van een synthpoptrack, in de stijl van Depeche Mode, die zomaar de wereld over ging. ‘Of er sprake was van jaloezie? Ik denk het niet. Het was meer verwarrend. Zijn we nu gefocust op één act of op twee? Maar ik maakte in die tijd elke dag wel een EP aan materiaal. Het was te veel. Ook daar zat helemaal geen plan achter. Ik heb ‘Can’t Stop’ in twee uur gemaakt, wederom stoned. “Ok, is goed, stuur maar uit.” Mensen vroegen of er een live-act was. Ik zei: nee, dit is een hobby-project.’ En toen stopte alles ineens echt. De wereld ging in lockdown en Coloray kreeg waar hij om geroepen had. ‘Je kon in die tijd een soort corona kickstart subsidie aanvragen bij het Fonds Podiumkunsten, en dat heb ik aangegrepen om toch een album te maken: Future Static.’

Coloray heeft een obsessie voor de toekomst en voor technologie, en het is ook een vehikel geworden voor opgekropte frustraties. Het is een project waarin somberheid en optimisme hand in hand gaan. Donker en licht. Dat gold voor Future Static, maar zeker ook voor ©, dat boos en onrustig begint, maar gaandeweg steeds intiemer en menselijker wordt en eindigt met het intieme nummer ‘Your Life’. ‘Op mijn eerste album durfde ik mezelf nog niet al te expliciet te uiten, dat durf ik nu meer. Terwijl ook dat voor mij een uitdagende periode was qua mentale gezondheid. Ik moest na Tunnelvisions echt opnieuw gaan zoeken. Wie ben ik en wat ga ik doen?’

Om dat uit te vinden trok Coloray twee jaar geleden naar Berlijn. Had ook Brussel of Charleroi kunnen zijn, maar het werd (natuurlijk) Berlijn. ‘Er zaten een paar vrienden van me daar die ik emotioneel intelligent vond. Ik dacht: daar wil ik dichtbij zijn. In eerste instantie zat ik aan de Warschauerstrasse, in het centrum van de hectiek. Goede curryworst en kruipend naar de Berghain. Maar ik merkte al snel dat dat niet zo goed voor me was. Sommige mensen hebben een stalen pak tegen alle prikkels, ik niet. Een paar huizen later wonen we in Mitte, in een ruim huis met een studio. Een rustplek in de drukte.’

What the fuck, dit zijn echt veel mensen

Vanuit daar probeerde Coloray in het volle licht een antwoord op zijn vragen te vinden, een proces van maken en live bijschaven. Het nieuwe album ontstond tussen de liveshows door en met feedback van publiek en recensies. Zo herinnert De Groot zich nog de worsteling die Noorderslag was. Het duo speelde gewoon zoals normaal, gewoon goed, maar stond tegenover een zaal van onrustige passanten, zoals iedereen op Noorderslag. ‘Ik werd nogal overvallen door het feit dat mijn carrière in Nederland ineens begon te lopen, dat had ik helemaal niet verwacht. En het voedde mijn maakproces. Ik wilde eerst een psychedelische indieplaat maken, maar gaandeweg raakte die missie zoek. Dat was helemaal niet erg, ik volgde mijn instinct. Maar het was een totaal ander proces dan de vorige plaat, toen er door covid helemaal geen publiek was.’

Er zijn natuurlijk ook momenten dat alles wél op zijn plek valt, zoals vorig jaar live op Lowlands, waar het dak van de X-Ray ging. Of dít jaar op Lowlands, waar Coloray op zaterdagavond b2b draaide met zijn vriend Ineffekt. Het was een rare gig, want het eerste uur stond heel Lowlands aan de andere kant van het terrein bij Charlotte de Witte, in de Bravo slechts een klein plukje mensen. Coloray liet zich niet van de wijs brengen, want hij zag dat die mensen er wel vol voor gingen. ‘Het vergt mentale training om zo’n set goed te doen, het ten volle te beleven. Ik drink nooit als ik draai, dat helpt. Op Lowlands heb ik elke seconde genoten. Het was ook een mooi moment om te delen met een vriend. Het gevoel: er zijn tig dj’s die op deze plek willen en kunnen staan, wij mogen het doen. Op een gegeven moment stroomde het ineens vol. Ik stootte Rick aan: what the fuck, dit zijn echt veel mensen.’

Nog zo’n moment: oktober vorig jaar, zijn debuut in de befaamde Panoramabar van Berghain, de club waar hij al een tijdje omheen cirkelde. ‘Ik werd daar uitgenodigd door Massimiliano Pagliara, die daar resident is en op wiens nieuwe album ik een feature heb. Tof, dacht ik, dan mag ik drie, vier uur draaien, maar hij had iets anders voor me in gedachten: de closing set, een enorme eer, samen met een vriend van me, Benjamin Fröhlich. De Klubnacht van Berghain begint op zaterdagavond om middernacht, en de afsluiter begint maandagnacht om 1 uur. Je hebt dan acht uur de tijd, en hebt tijd om alle kanten op te gaan. Die plek man, ik kwam daar voor het eerst toen ik twintig was, wat een vuurdoop. Ik kwam daar binnen, stond-ie met een pianist en een saxofonist te spelen. Normaal gezien een rode kaart in de club, maar er hing een super vette gay cocktailvibe. En toen duwde Massimiliano me ineens een microfoon in handen en moest ik dat nummer van zijn album zingen. De zaal ontplofte, het was zo ontzettend vet, een geweldig applaus-moment voor hem. En toen moest mijn eigen set nog beginnen. Op zo’n moment voelt de cirkel rond.’