De fantastische subheadlinerset van Queens Of The Stone Age op Pinkpop smaakte naar meer. En dus verkocht hun Ziggo Dome show in het najaar in een vloek en een zucht uit. Een halfjaar later blijken de Amerikanen hun bloedvorm vastgehouden te hebben.

Queens Of The Stone frontman Joshua Homme verkeerde de laatste jaren nogal in een ‘negative space’. Zijn huwelijk liep op de minst zachtzinnige manier denkbaar op de klippen. Hij voerde een verbeten strijd met de moeder van zijn kinderen, vroeg en kreeg een contactverbod, schakelde zijn ouders in om zijn restgezin met zijn tienerkinderen in balans te houden. Hij verloor met Taylor Hawkins en vooral longtime creatief vriend Mark Lanegan binnen een jaar twee dierbaren, en zelf werd hij ook nog eens behandeld voor kanker. Je zou je kunnen voorstellen dat hier vanavond in Amsterdam een donderwolk het podium op stapt, een gesloopte man, een verbitterde mopperaar. Het tegenovergestelde is het geval. Het plezier en de dankbaarheid spatten er vanaf en Queens Of The Stone Age verkeert in een bloedvorm.

Dat konden we natuurlijk al wel een beetje weten, want het was niet anders op Pinkpop eerder dit jaar. QOTSA was daar geen headliner, maar zo voelde het wel. De band slot het tweede podium af, recht tegenover Robbie Williams, en deed dat door af te trappen met ‘No One Knows’ en af te sluiten met een daverend ‘Song For The Dead’. De show voelde als catharsis en smaakte meer, te meer daar van het nieuwe album In Times New Roman - precies die week uit! - nog maar twee liedjes op de setlist stonden. Die plaat - hun achtste - bevat veel verwijzingen naar Homme’s persoonlijke pijn, maar verpakt in absurdistisch woordspel en wrang-humoristische esthetiek. Het maakt de band ongrijpbaar, want legt de frontman nou zijn hart op tafel of spreekt hij over pak hem beet het verval van de Westerse samenleving. Nou, allebei dus.

Uit de heupen

Vanavond speelt de band maar liefst zes van die nieuwe songs, met het woeste ‘Carnavoyeur’, het intieme ‘Emotion Sickness’ (met een schitterend harmonieus gezongen acappella slot’ en die ene zin die blijft hangen: ‘Baby don't care for me, had to let her go, oh’) en het request cadeautje ‘Paper Machete’ als hoogtepunten. Die laatste twee hebben klassieke QOTSA riffs, opgebouwd uit de dubbele leadguitars van Troy van Leeuwen en Dean Fertida, die allebei loeistrak spelen maar de hook net wat anders aanvliegen zodat ruimte ontstaat in het geluid. Van Leeuwen staat prominent linksvoor op het podium en steelt regelmatig de show met zijn witte lakschoentjes en de grijze lok in zijn zwarte haar. Hij is het levende bewijs dat Queens Of The Stone Age altijd vanuit de heupen speelt, niet vanuit de vuist. Fertida staat een beetje verscholen achter hem, op een verhoging, maar is niet minder belangrijk.

Dat Queens Of The Stone Age uit de heupen speelt is zeker ook te danken aan drummer Jon Theodore en aan bassist Michael Shuman, met zijn 38 jaar veruit de jongste van het stel (en een absolute rockgod qua appearance) maar toch alweer dik vijftien jaar bij de band. Je hoort die swing in het geluid natuurlijk het best in de relatief rustige nummers. Een ‘Make It Wit Chu’ bijvoorbeeld, het sexy nummer dat zo’n beetje de blauwdruk is voor het complete oeuvre van Arctic Monkeys sinds Humbug. Het was destijds in 2007 ook een verfijning in het geluid van QOTSA zelf, want we kenden ze tot dan toe vooral van gruizige desert rock, muziek die luidheid op zijn eigen manier invulde. In bijna dertig jaar toonde Queens Of The Stone Age zich een gevarieerde en dynamische band, en dat krijgen we vanavond allemaal uitgeserveerd, van een geil likje van Rolling Stones-klassieker ‘Miss You’ in ‘Make It Wit Chu’ tot rechtdoor rammers ‘Sick Sick Sick’ en ‘Little Sister’.

Setlist

1. Regular John
2. No One Knows
3. Smooth Sailing
4. My God Is The Sun
5. Emotion Sickness
6. I Sat By The Ocean
7. Time & Place
8. Carnavoyeur
9. The Way You Used To Do
10. Better Living Through Chemistry
11. Sick, Sick, Sick
12. Negative Space
13. Make It Wit Chu
14. Little Sister

15. In The Fade
16. Made To Parade
17. Battery Acid
18. Paper Machete
19. Go With The Flow

Roze

Visueel onttrekt de band zich aan de clichés over luide gitaarmuziek. Terwijl het artwork van In Times New Roman nog flirt met sinistere decadente Romeinse keizers en levensgevaarlijke wurgslangen, baadt de band op het podium in fel en kleurrijk licht. Enorme lichtbakken in piramidevorm flitsen lichtblauw en roze, perfect gesynchroniseerd op de climaxen in de nummers. De vloer waarover Troy van Leeuwens voeten heen en weer glijden lijkt te glimmen, en dat past weer perfect bij het gemoed van Josh Homme, natuurlijk altijd de centrale figuur. Hij houdt een lofzang op Amsterdam, de stad waar hij ooit een jaar woonde. ‘Ik heb wel met jullie te doen. Mensen komen hier van heinde en verre naartoe om de boel op zijn kop te zetten. Maar ik hou van deze stad, ik vind het ongelofelijk dat deze jongen uit een klein plaatsje hier al een keer of tien heeft mogen spelen.’

Je hoort het natuurlijk zo vaak, dat je een prachtig publiek bent, dat het bijzonder is om hier te zijn. Ja ja bla bla, maar uit zijn mond klinkt het gemeend. Kijk hoe speels hij het publiek voor achter links rechts dirigeert en de finale inzet. Vaste afsluiter ‘Song Of The Dead’ wordt ingeruild het jaren niet live gespeelde ‘Battery Acid’ en de klassieke single ‘Go With The Flow’, met slowmotion intro en als climax die mooie zin: ‘I want something good to die for, to make it beautiful to live’. Met die mentaliteit stond Queens Of The Stone Age hier vanavond op het podium. Niks gebroken.