Jarenlang worstelde de vurige house-dj Fafi Abdel Nour met zijn complexe identiteit: hij is een queer jongen uit Syrië met een strenge christelijke opvoeding die in de clinch lag met zijn ouders en zijn heil zocht in de nacht. Dit jaar krijgt hij hele mooie spots op Lowlands en Dekmantel, vorig jaar zochten zijn ouders júíst op de mainstage van Dekmantel weer toenadering tot hun zoon. ‘Dat was het meest emotionele moment van mijn leven.’ 

Op Wildeburg draaide-ie drieënhalf uur rond zonsopkomst, voor feestneuzen die al úúúúren aan het dansen waren. Hij had de afgelopen maand gigs tijdens de Pride in New York en San Francisco. Hij stond dit voorjaar voor de tweede keer in de Panoramabar, de iconische bovenzaal van de Berghain. Terwijl hij naar de techno-tempel wandelde zag-ie al een enoooorme rij. Met de stap werd hij zenuwachtiger, zijn hart bonkte in de keel. Maar binnen, toen hij de eerste plaat oplegde, viel alles op zijn plek. ‘Ik zag alleen maar vrienden om me heen!’

Om maar te zeggen: Fafi Abdel Nour is de hotste house-dj van Nederland, en hij gaat deze zomer keihard. Op Lowlands sluit hij diep in de nacht de kolossale Bravo-tent af, hij staat op ZeeZout en Dekmantel Selectors, heeft al heel wat ADE-gigs in de pocket én hij mag dit weekend het ultieme dj-visitekaartje afgeven op Dekmantel Festival in het Amsterdamse Bos: hij draait op het gloednieuwe Radar-podium dat wereldwijd via Hör wordt gestreamed. Het is de opvolger van de Boiler Room-stage, die een sleutelrol speelde in de carrière van verschrikkelijk veel dj’s. Kortom: zou zomaar zijn brede doorbraak kunnen worden. Lachend: ‘Ik ben vaak wat zenuwachtiger voor een intieme setting dan voor een grote stage. Het is als een date met iemand waar je een crush op hebt, ten opzichte van een Grindr-date met een willekeurig persoon. Allebei heel leuk, maar net een beetje een andere dynamiek.’ 

Het type platen waar Fafi verzot op is? ‘De oldschool nineties sound!’, zegt hij met pretoogjes, in zijn appartementje in Amsterdam-Oost. Hij focust niet zozeer op de oerknal van de house in de jaren tachtig, maar de grote creatieve en commerciële piek die een decennium later volgde: muziek die vaak net wat sneller en steviger is, muziek waarmee hij alle kanten op kan. Van swingend tot progressive, van mellow deephouse tot opzwepende vierkwartsknallertjes. ‘Ik draai eigenlijk gewoon geen nieuwe muziek. Er komt veel sicke muziek uit, hoor, maar het klinkt vaak toch te perfect, te geraffineerd. De goofiness is een beetje weg, weet je wel? Die sound van de jaren negentig heeft zo’n sterke aantrekkingskracht op mij. Mijn favoriete jaar is mijn geboortejaar, 1996. Wat toen is gecreëerd, is echt ontstaan uit noodzaak. Om samen te komen in een warehouse, het was zó belangrijk voor een hele grote community.’ En dat thema loopt als een rode draad door Fafi’s leven. Hij runt al jarenlang in de Groningse club OOST een tweemaandelijkse queeravond (vroeger HOMOOST, nu BUTTS). Ook nu hij in Amsterdam woont, wil hij dat niet opgeven. ‘Ik kan die community niet zomaar achterlaten.’

Fafi Abdel Nour

Een jeugd vol maskers

Om te begrijpen wat hij daarmee bedoelt? Om het écht te begrijpen? Dat vergt behoorlijk wat uitleg. ‘Mijn jeugd…’ Dikke zucht. ‘Poeh, waar moet ik beginnen?’ Vervolgens in één ruk: ‘Ik ben geboren in Syrië, en ik ben hier op mijn derde met mijn ouders gekomen. Eerst hebben we een jaartje in een asielzoekerscentrum in Gasselte gezeten, daarna zijn we in Groningen geplaatst. En overal was ik “dat speciale buitenlandertje”. Mijn leraren zetten me dus aan de kant om extra Nederlands te leren, extra wiskunde te doen. Ze hebben me ontzettend geholpen, ik kreeg uiteindelijk VWO-advies en kon Farmacie gaan studeren aan de universiteit dankzij die hulp… maar het was ook een beetje ongemakkelijk om steeds anders behandeld te worden. Dat heeft best een grote impact op me gehad.’

En wat probeer je te doen wanneer je als “anders” wordt gezien? Dan wil je juist zo normaal mogelijk overkomen. Dus ga je overal een andere rol spelen. ‘Een paar jaar geleden heb ik een term geleerd: codeswitching. Je zweeft tussen twee culturen. Je leeft in Nederland, gaat naar een Nederlandse school, hebt Nederlandse vrienden en probeert daarin te passen. Dus probeer je de taal te spreken en het Arabisch te vermijden, om maar aan iedereen te laten zien dat je niet het stereotype Arabier bent. Ik stond een keertje in de Albert Heijn voor het vleesschap. Er kwam een oud vrouwtje naast me staan, heel lief. Die zei: “Zal ik je even helpen? Die mag je eten. Die mag je niet eten. Dat is wel halal. En die is niet halal.” Mensen denken dan dat ze iets heel goeds doen, maar voor mij is het heel erg heftig op zo’n moment. Je bent weer megabewust dat je anders bent. Daar ben ik altijd mee bezig: wat andere mensen dan wel niet over me denken. Dus zet je bij ieder groepje een ander masker op om aansluiting te vinden. Heel vermoeiend. En op een gegeven moment raak je de persoon achter dat masker kwijt.’  

Liefde van de kerk

De kerk speelde een grote rol in zijn jeugd. ‘Ik ben katholiek opgevoed, ik stond elke zondag om negen uur linksvoor in de kerk. Ook als misdienaar. Communie, vormsel, doopsel, ik heb het hele rijtje gehad. Mijn moeder moest dubbeltjes omdraaien om melk voor mij en mijn broertje te kopen, de katholieke kerk waar we altijd naartoe gingen heeft ons ontzettend geholpen. Ze hadden allerlei potjes. Mijn ouders konden het niet veroorloven om iets leuks te doen, dus gaven vrienden van de kerk hun een klein budgetje om op salsadansen te gaan. En van 1999 tot 2008 mochten we het land niet uit omdat we moesten wachten op een verblijfsvergunning. We moesten elke maand een stempel halen bij de gemeente of in Ter Apel, om te bewijzen dat we nog in Nederland waren. Dat betekende dat ik mijn hele jeugd het land niet uit kon, dus waar moesten we heen op vakantie? We hadden ook geen geld. Vrienden van de kerk hebben ons hun huisje op Ameland aangeboden, daar mochten we elke zomer heen. We hebben zoveel liefde van de kerk gekregen… maar toen ik eenmaal zelf ging nadenken, heb ik besloten dat het niet voor mij was.’

‘In die periode kwam ik erachter dat ik op mannen val… nou ja, ik wist het natuurlijk altijd al, maar had het al die tijd weggestopt. Ik probeerde voor mijn ouders uit de kast te komen, wat natuurlijk heel erg lastig is. Als tiener ben je sowieso de hele tijd aan het schreeuwen, nu kwam dit er ook nog eens bovenop. Drie jaar lang hebben we heel veel ruzie gehad. Tot het moment dat ik uit huis ben gegaan, op mijn negentiende. Daarna zagen we elkaar nog maar één keer per maand, dan ga je ook niet ruziën. Maar je gaat er ook niet meer over praten, een paar jaar lang was mijn seksualiteit een hele grote olifant in de kamer.’ 

Fafi Abdel Nour op Dekmantel 2023

Geen lerentuigjestechno in Groningen

Uitgaan werd in die tijd ‘de grootste uitlaatklep van mijn leven’. Eerst naar de barretjes en studentenkroegen van Groningen. ‘Ik dacht: is dít nou het uitgaansleven waar ik de hele tijd op heb zitten wachten? Is dit de party die iedereen aan het ophypen is? Bier drinken?’ Lachend: ‘Trouwens… ik háát bier! Als Arabisch jongetje in voornamelijk witte kroegen met feestmuziek? Ik voelde me er niet op mijn plek.’ 

En toen ontdekte hij de Groningse club Paradigm. ‘Er ging een wereld voor me open. Iedereen was zo lief, ik voelde me zo welkom. Misschien had dat ook wel iets met middelen te maken. Het hielp me om eventjes mijn eigen leven op pauze te zetten, alles opnieuw te kunnen waarderen.’ In vogelvlucht: hij werd er kind aan huis, heeft er zelfs nog achter de ballonnenbar gewerkt, begon te dj’en en toen de kleine nieuwe club OOST openging, begon hij de queernacht HOMOOST. ‘Het was zo fijn om een plek te kunnen creëren voor queer mensen. Waar ze kunnen samenkomen, zich kunnen kleden hoe ze willen, waar ze kunnen knuffelen en zoenen zonder te worden aangekeken. Aanvankelijk draaiden we vooral disco, want je hoefde in Groningen nog niet met lerentuigjestechno aan te komen zoals in Amsterdam. Maar nu kunnen we precies draaien wat we willen.’ 

Verzoening op Dekmantel

Terwijl hij uitgroeide tot een icoon in het Groningse nachtleven, kon hij thuis bij zijn ouders nog altijd nauwelijks over zijn seksualiteit praten. ‘Op mijn vijfentwintigste heb ik mijn ouders aan de oren getrokken: ik denk dat we moeten praten. Ik heb alle kaarten op tafel gelegd, glashard gevraagd: wat gebeurt er als ik over een jaar zou gaan trouwen? Als ik ooit een kind ga adopteren? Gaan jullie mijn kind dan hetzelfde behandelen als de kinderen van mijn broertje en zusje? Ik móét dat gewoon weten. Ze waren flabbergasted. En dat snap ik. Ooit zeiden mijn ouders nog: “Ja, maar in Syrië zíjn helemaal geen homo’s.” Sindsdien zijn ze gaan tolken voor ziekenhuizen, rechtszaken, asielzoekers. Ook voor Syrische vluchtelingen die zijn gevlucht voor hun seksualiteit. Mijn vader en moeder kregen opeens allemaal verhalen te horen over hoe lastig dat is in Syrië. Gaandeweg werd het gesprek tussen ons dus steeds vrijer en opener, ze leerden steeds meer begrip voor me opbrengen. En vergis je niet: hun geloof heeft hen daar echt in geholpen. Op een gegeven moment heeft mijn vader zelfs zijn excuses aan me aangeboden. Dat vind ik echt heel dapper van hem. Een Syrische man die hiernaartoe is gekomen, alles heeft achtergelaten, en hier een nieuw bestaan heeft moeten opbouwen. Dat die sorry zegt tegen zijn kinderen!’

Precies een jaar geleden werd de verzoening bezegeld op Dekmantel Festival. Fafi draaide halverwege de dag op de gigantische mainstage. ‘Het ging inmiddels een stuk beter tussen mij en mijn ouders, maar ze hadden me nog nooit zien draaien. Ik dacht: “Ja, eigenlijk moeten jullie hier gewoon bij zijn.” Dus kwamen ze kijken. In het begin waren ze nog een beetje… aftastend. Maar na een halfuur stonden ze met twee vingers in de lucht heen en weer te dansen. Eindelijk zagen ze me doen wat ik het liefste doe, ze zagen waar ik het meest gelukkig van word, én mijn toenmalige partner stond er ook. Dat we daar met zijn allen stonden, dat ze helemaal oké waren met wie ik was, wie mijn partner was? Het was het meest emotionele moment in mijn hele leven. Ik keek een paar keer om tijdens het draaien, en íédereen had tranen in de ogen.’

De priemende camera's van Hör

Extra leuk dus dat Fafi dit jaar weer op Dekmantel staat, nu op de Hör-stage die live wordt gefilmd (de opnames worden wereldwijd tien- tot honderdduizenden keren bekeken). Maar… ook nogal spannend om met je neus voor de camera te staan. Voor Fafi is dat nog eens extra spannend. ‘Aan alles dat ik heb meegemaakt, heb ik wel wat issues overgehouden. Ik heb body dysmorphia. Ik heb altijd al gedoe gehad met mijn uiterlijk. Op mijn negende vroeg ik mijn moeder om mijn haar blond te verven. Ja, ik wilde blond zijn en blauwe ogen hebben, want in Groningen was ik altijd dat ene speciale buitenlandertje. Ik was gestrest, ging steeds meer eten, werd zwaarder en zwaarder. Inmiddels ben ik weer afgevallen, maar elke keer dat ik in de spiegel kijk, en in elke reflectie, zelfs in de weerkaatsing van de tv, zie ik nog steeds dat onzekere Arabische jongetje dat wat voller is, geen blond haar heeft en er heel graag bij wil horen. Ik zie elke keer imperfecties. Ik ben er constant mee bezig. Het is heel vermoeiend, en heel moeilijk om daar vanaf te komen. Ik heb twee jaar therapie gehad, ik gebruik antidepressiva. Ik schaam me daar niet voor, ik vind het belangrijk om daar eerlijk over te zijn.’

‘En in de digital age word je de hele tijd geconfronteerd met onrealistische idealen. Ook als je zit te scrollen op Grindr en alleen maar gespierde witte torso’s tegenkomt. Als harige Arabier word je óf gefetishized, of mensen zijn disgusted.’ In de club is het niet anders: tuurlijk is het fijn als mensen zich zo op hun gemak voelen dat ze hun shirt uittrekken. Maar in vrijwel elke club en op elk festival zie je héél veel gasten die minstens vier keer per week naar de sportschool gaan, kurkdroog en rete-gespierd zijn. En dat kan best intimiderend zijn. ‘Het was voor mij heel lang beangstigend om dan mijn shirt uit te trekken. Ik deed het gewoon niet. Maar de laatste paar keer durfde ik toch. Omdat het gewoon fucking warm is, omdat het fijn is om in een zweterige massa rond te lopen. Dat was een keerpuntje voor mij. Ik sta steeds sterker in mijn schoenen, word steeds zelfverzekerder en leer nu niet meer de hele tijd die maskers op te zetten en bij mezelf te blijven. Dat is ook oké.’

Fafi Abdel Nour draait a.s. zondag om 17.30 op het Radar-podium van Dekmantel, en vrijdagnacht 18 (op zaterdag 19) augustus om 03.30 in de Bravo op Lowlands.