LGW15: Chelsea Wolfe verlamt met ijzingwekkende horror

Amerikaanse hult De Helling in allesconsumerende duisternis

Freek Verhulst ,

Chelsea Wolfe lijdt aan slaapverlamming: een slaapstoornis waarbij het lichaam slaapt, maar waarbij het brein wakker is, wat leidt tot hallucinaties. Het is de grote inspiratiebron voor haar laatste album Abyss, waarop ze haar eigen onderbewustzijn scherp onder de loep neemt. De Helling mag vrijdagavond dus een kijkje in haar diepste nachtmerries verwachten.

Het is lastig om Chelsea Wolfe, dochter van een country-artiest, genretechnisch in een hokje te plaatsen. Ze vermengt de invloeden van haar vader met elementen van black metal, doom, noise, sludge en gothic elektronica. De gitaren staan ver omlaag gestemd en de samples uit de synthesizer klinken soms als nagels op een schoolbord. Wolfe's ijle vocalen zijn voorzien van een subtiele galm, waardoor ze ijselijk desolaat klinken. Momenten waarop Wolfe zichzelf met alleen gitaar begeleidt, worden bruut verstoord door gitzwarte geluidsmuren, stroperig als teer.

Het merkwaardige is dat al die beklemmende duisternis na een tijdje als vertrouwd begint te voelen. Wolfe leidt je binnen in haar wereld op de grens van nachtmerrie en realiteit, en heet je hartelijk welkom met een omhelzing van verwarrende soundscapes. In Wolfe's kille stem blijkt zelfs een warm, bijna fadoachtig vibrato te schuilen.

Maar laat je niet foppen als ze zelfs een bescheiden "thank you" aan het publiek richt. Wolfe blijft klinisch en kil. Die omhelzing, dat blijkt eerder een wurggreep. Een bijzonder krachtige bovendien, want het publiek in De Helling kijkt veelal ademloos toe. Wolfe heeft daar niet veel meer dan haar muziek en haar natuurlijk uitstraling voor nodig. Die is overigens behoorlijk vooruit gegaan. Waar ze een paar jaar terug nog bijna shoegazend op het podium stond, is ze nu écht aanwezig. Op een stoere, vrouwelijke manier. Sensueel zelfs, bij vlagen, alsof ze flirt met de duivel.

Het maakt dat je simpelweg niet kunt ontsnappen uit die wurggreep. Zeker als het drietal slotnummers - Simple Death, Iron Moon en Survive, allen van Abyss - zo sterk wordt uitgevoerd. Slotstuk Survive is de onbetwiste climax van de set. Wolfe's gitaar klinkt een stuk zwaarder dan op plaat, en tijdens het verzengend harde slot slaakt ze nog een ijzingwekkende kreet in het gitaarelement, alsof ze werkelijk al haar innerlijke demonen door die versterkers heen wil uitdrijven.

Dan loopt ze af, een muur van noise achterlatend. Haar band mag het applaus in ontvangst nemen. Voor Wolfe zelf was dit kennelijk slechts therapie, maar haar publiek beleeft niets minder dan een subliem uur aan nachtmerriesoundtracks in De Helling.