Regeerakkoord: BTW-verhoging Kunsten definitief niet door, CJP-cultuurkaart behouden

16 miljard euro aan extra bezuinigingen: 1000 euro per inwoner

Ingmar Griffioen ,

De BTW-verhoging naar 21% op de podiumkunsten gaat definitief niet door en de CJP-cultuurkaart blijft toch behouden. Dat zijn de belangrijkste punten voor Kunst en Cultuur in het nieuwe Regeerakkoord, waarin de sector duidelijk onder onderwijs valt en verder niet grootscheeps aan bod komt. Rutte en Samsom namen het woord cultuur bij de presentatie vandaag zelfs helemaal niet in de mond. Rutte kondigde 16 miljard euro aan extra bezuinigingen aan: "1000 euro per Nederlander, nodig omdat dit land nog steeds op te grote voet leeft." De Publieke Omroep moet 100 miljoen euro inleveren, maar onduidelijk is waar die miljarden precies vandaan moeten komen.

BTW, Cultuurkaart en 'Hagenaar nieuwe staatssecretaris op cultuur'

"Kunst en cultuur zijn van grote waarde voor de samenleving", zo opent de paragraaf over kunst en cultuur in het Regeerakkoord VVD - PvdA. In die paragraaf van het definitieve regeerakkoord komen geen grote verrassingen voor. Het in april in het begrotingsakkoord afgesproken terugdraaien van de BTW op podiumkunsten naar 6% wordt gehandhaafd. Wat verrassender is dat het afschaffen van de Cultuurkaart (door de regering Rutte 1 in 2010 besloten) ook is teruggedraaid. De door het CDA geïnitieerde kaart - ingevoerd in schooljaar 2008-2009 als opvolger van de CKV-bonnen - vormt de financiële ruggengraat van het cultureel middelbaar onderwijs in Nederland.

De Haagse VVD-wethouder Sander Dekker wordt waarschijnlijk staatssecretaris van Onderwijs, met waarschijnlijk ook Cultuur in zijn portefeuille, zo melden meerdere bronnen aan de NOS en de Telegraaf. Dekker volgt daarmee partijgenoot Halbe Zijlstra op, die volgens dezelfde bronnen de nieuwe fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer wordt. Hij 'valt dan onder' Jet Bussemaker, die haar positie van rector aan de Hogeschool van Amsterdam opgeeft om aan te treden als de nieuwe minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Kunst en Cultuurparagraaf in Regeerakkoord VVD - PvdA

Kunst en cultuur zijn van grote waarde voor de samenleving. Nederland heeft een naam hoog te houden in kunst en cultuur. Nederlandse ontwerpers, modemakers, dj's en architecten veroveren de wereld. Beeldende kunst, dans, opera en musicals trekken een groot publiek. Instellingen en kunstenaars ontpoppen zich als cultureel ondernemer en boren nieuw publiek en nieuwe middelen aan. Het overheidsbeleid richt zich vooral op een sterke basisinfrastructuur, talentontwikkeling en internationale bekendheid van onze topkunst.

  • Cultuur moet toegankelijk blijven. De BTW-verhoging voor podium- en beeldende kunsten gaat definitief niet door.
  • We ondersteunen en stimuleren cultureel ondernemerschap en nieuwe financieringsvormen.
  • De cultuurkaart CJP voor jongeren blijft behouden. Culturele instellingen richten hun educatie op deze groep.
  • Talentontwikkeling wordt gestimuleerd via het Fonds voor de podiumkunsten en cultuureducatie.
  • Gesubsidieerde culturele instellingen hanteren de Code culturele diversiteit.
  • Het onderwijs en de cultuursector bundelen krachten ten behoeve van cultuureducatie in het basis- en voortgezet onderwijs.

Media in het Regeerakkoord: Publieke Omroep met 100 miljoen gekort

De Publieke Omroep krijgt weer een stevige bezuiniging voor de kiezen. In het regeerakkoord van VVD en PvdA is vanaf 2017 een structurele bezuiniging van 100 miljoen euro opgenomen. In 2016 uit zich dat al in een eerste stap met een bezuiniging van 50 miljoen euro. Het eerste kabinet van premier Rutte haalde al 200 miljoen euro uit het budget voor de Publieke Omroep.

De mediaparagraaf in het Regeerakkoord leest:

Centraal in het mediabeleid staat het waarborgen van een onafhankelijk, gevarieerd en hoogwaardig aanbod, toegankelijk voor alle lagen van de bevolking. Het bestaande beleid wijzigen we op een aantal punten.

  • De regionale omroepen worden niet langer gefinancierd door de provincies, maar door het Rijk. Het budget wordt overgeheveld van het provinciefonds naar de mediabegroting. Door samenwerking en integratie van taken met de landelijke publieke omroep is een besparing mogelijk.
  • We heroverwegen het eerder aangekondigde mediafonds. Het Stimuleringsfonds voor de Pers blijft bestaan.
  • De zogenaamde ‘artikel 2.42 omroepen’ worden - zoals eerder besloten - ondergebracht bij omroeporganisaties. Dat maakt het schrappen van de hiermee samenhangende uitgaven mogelijk.
  • De landelijke publieke omroep krijgt daarnaast een extra taakstelling. Deze kan onder meer worden gerealiseerd door de eigen inkomsten te vergroten, onnodige uitgaven van ledenwerving te voorkomen en door de voorgenomen koppeling tussen ledenaantallen en budgetten van omroepverenigingen los te laten en te vervangen door systeem met A- en B-licentie. Toetreding van nieuwe omroepen blijft mogelijk.