Aandacht voor muziek op het Nederlands Film Festival in Utrecht

“Bij Costa is de soundtrack als de film: kauwgum voor je oren”

Muziek in Nederlandse filmproducties is nog maar al te vaak een ondergeschoven kindje. De artistieke wensen van de regisseur botsen met de commerciële belangen van de producent. Daarnaast zou er ook meer naar muziek van eigen bodem moeten worden gekeken. In Amerika is de synergie tussen Hollywood en de muziek industrie groter. Gelukkig is er aandacht voor dit onderwerp tijdens de bijeenkomst pop@film.nl

“Bij Costa is de soundtrack als de film: kauwgum voor je oren”

Volgende week komen film en muziek nader tot elkaar tijdens de pop@film.nl: een speciaal georganiseerde middag tijdens het Nederlandse Film Festival in Utrecht.. In het artikel dat Gerhard Busch hierover eerder voor de VPRO-gids schreef (ook op 3VOOR12 te lezen) verwijt de filmindustrie dat de muziekindustrie een te log beest is. Omgekeerd is er het verwijt dat muziek de sluitpost in het budget van een film is. Tijd voor een goed gesprek dus. 3VOOR12 peilde alvast de meningen. Muziekuitgever Paul van Meelis van Pennies From Heaven gaat zeker naar de bijeenkomst. “Zo’n bijeenkomst is nuttig. Producenten en regisseurs hebben te weinig kennis en interesse voor muziek uit het Nederlandse domein. Maar muziek uit eigen land is veel goedkoper en eenvoudig te clearen (toestemming voor te krijgen-RL.). Het lijkt wel of ze hier niet geven om filmmuziek. Het budget hiervoor is ook maar ongeveer 1 á 1,5% van het totale budget.” De synergie tussen de film- en de muziekindustrie is in Amerika veel groter. De grote Hollywoodstudio’s zijn stuk voor stuk eigenaar van de grote platenmaatschappijen. In Amerika is de verkoop van soundtracks ‘big business’, maar in Nederland ligt dat anders. Hier heb je een andere compilatiemarkt. Er worden bijvoorbeeld veel dance-verzamelaars uitgebracht. Van Melis: ”Mensen zijn niet gewend om filmmuziek te kopen. Van de soundtrack van All Stars zijn er nog geen 1700 verkocht. Zulke projecten kosten alleen maar geld.” Van Meelis pleit voor een zogenaamde ‘music supervisor’. “Die maakt ook een keus voor eventuele losse tracks. Nu gebeurt dat iets te vaak op een hap-snap manier. Little Green Bag van George Baker is herontdekt door Tarantino, maar eigenlijk had bijvoorbeeld Hennie Vrienten, die zelf filmmuziek schrijft, dat al veel eerder moeten doen. Het probleem is dat er geen duidelijk beleid is bij filmmakers. Eigenlijk moeten ze eerst een afspraak met een platenmaatschappij maken. Nu is er geen visie. Van Phileine Zegt Sorry komt er bijvoorbeeld niet eens een echte soundtrack, maar een cd met muziek die geïnspireerd is door de film. En een volgende keer proberen ze weer een hele commerciële soundtrack te maken, of helemaal geen.” Richard Cameron componeerde de muziek voor Phileine Zegt Sorry. Hij vindt het jammer dat zijn soundtrack niet op cd verschijnt. Cameron: “Zo’n bijeenkomst is heel goed, maar of het helpt is een tweede. Uiteindelijk beslist ‘het geld’. Als een producent een deal met een platenmaatschappij kan sluiten, scheelt dat in het marketingbudget van de film. De producent hoeft minder advertenties te plaatsen, omdat er veel aandacht is dankzij de muziekindustrie. Henk Jan Smits van Idols heeft ervoor gezorgd dat het debuutalbum van ex-Idol Zosja verschijnt onder de titel ‘muziek geïnspireerd door de film Phileine Zegt Sorry’. Niet als een extraatje, maar in plaats van mijn soundtrack. Ik vind dat respectloos naar mij toe.” Studio-eigenaar en geluidstechnicus Frank van der Weij is regelmatig supervisor bij films. Hij begeleidde onder andere bij de films Magonis, Abeltje en Loenatik het hele proces van muziekkeuze, opname en montage tot aan de eindmix van de film. “Mijn ervaring is dat filmmakers de muziek als een soort slagroom op de taart zien: het budget is inderdaad te klein. Voor het werk dat ik doe zie je bij een kleine Amerikaanse film al snel 12 namen op de titelrol staan.” Het probleem waar Van Der Weij vaak tegenaan loopt is dat een filmproducent liever zaken doet met een platenmaatschappij en minder oog heeft voor de wensen van de regisseur of een supervisor. “Er wordt teveel gehandeld vanuit commerciële motieven en minder vanuit artistieke af dramaturgische. Hierdoor is de macht van zo’n supervisor te klein.” Cameron: “Bij muziek die ik voor een Duitse film gecomponeerd heb, heeft de producent in de slotscene, een begrafenis, mijn muziek verworpen en gekozen voor een foute rocktune. En dat terwijl de rest heel consequent met piano, harp en akoestische gitaar is gemaakt.” De in Duitsland woonachtige Cameron is van mening dat in Hollywood gedurfder met filmmuziek wordt omgesprongen dan in Nederland. “Een film als American Beauty heeft een mooie marimba soundtrack en de producent van One Hour Photo (met Robin Williams) koos de componisten van de gewaagde soundtrack van Lola Rennt.” Producent Errol Nayci, van onder ander de films Loenatik, De Grot en het zojuist verschenen oorlogsdrama Rosenstrasse, verzamelt soundtracks. Hij werkte tot nu toe zelf met breed georkestreerde muziek. “Het is hier niet echt ingeburgerd om leuke muziekfilms te maken. Wilde Mossels van Erik de Bruyn is een uitzondering. Maar bij Costa is de soundtrack als de film: kauwgum voor je oren. Misschien is het wel goed dat er weer eens zo’n middag wordt georganiseerd. Maar het is niet voor het eerst. Platenmaatschappij Warner stuurde ooit al eens brieven rond om muzikanten en filmmakers bij elkaar te brengen. Dat liep uiteindelijk op niets uit.” Nayci denkt dat het afschaffen van de cv-regeling, waarbij investeringen van bedrijven in films aftrekbaar zijn, muziek nog verder in het verdomhoekje zal brengen. “Muziek wordt nog meer een sluitpost op de begroting en zal eerst afvallen. Het ziet er naar uit dat beide kampen in een dip komen te zitten. Soundtracks kosten geld en vragen om een gedeelde investering, dus iedereen moet meedoen. Daarom is de bijeenkomst goed gepland.”