PP23: DeWolff huilt met tienkoppige roedel naar de tent
Gitaargod Pablo geeft het plankje door
‘Are you ready for some rock ’n rolllllll?! Are you ready for the night traiiiiiiiin?’, jankt Pablo van de Poel om 12:01 uur ’s middags. Ja hoor, Pinkpop heeft honger, en DeWolff serveert vandaag een dikke vette bluesrock ’n soul-brunch. De tent is al goed volgelopen voor de dagopener van zaterdag, met oude mannen die thuis B.B. King en Stevie Ray Vaughan grijsdraaien, maar ook met jonge jochies & meiden die bij DeWolff vandaag hun Pinkpop-ontmaagding beleven.
Het is pas de derde keer Pinkpop voor het van oorsprong Limburgse trio DeWolff. In 2010 stonden ze er als jonge puppy’s met scherp gevoel voor traditie, toen nog als trio. In 2019 vlogen ze lastminute in als vervanger voor The Marcus King Band, en nu zijn ze met de volle tienkoppige roedel op pad. Organist Robin Piso en broertjes Luka (drums) en Pablo (gitaar) vormen nog altijd de kern, maar krijgen inmiddels ondersteuning van twee zangeressen, een percussionist en een trio blazers dat nog wat extra soul in de songs tettert. Echte hits heeft DeWolff niet, het is die supersolide livereputatie waar ze het van moeten hebben, van de lol waarmee ze daar staan te rocken. De hele band straalt het uit, tot aan de gitaartech aan toe die in de coulissen keihard meeswingt met de southern grooves.
En vooral Pablo natuurlijk. Hij is niet per se een virtuoos vocalist, maar wel een totale gitaargod, een coverster van de Nederlandse muzikantenbladen, de Lucky Luke van de gitaarsolo die vlugger speelt dan zijn eigen schaduw, met razendsnelle loopjes. Maar hij is niet zo’n eigengeiler die zich totaal verliest in zijn gefröbel. De solo’s blijven telkens kort, scherp, puntig, nooit zo lang dat je gedachten kunnen afdwalen naar de werkweek, de tentamens die je nog moet inhalen, de rotdog die je zo gaat halen bij de Hans Worst-tent achterop het terrein.
HET MOMENT:
Driemaal springt Pablo de barrier op, gooit zijn nek achterover, begint keihard te zingen ‘I cryyyyy, I cryyyyy’, terwijl hij zich op z’n Nick Caves vastklampt aan een piepjong gozertje. Die heeft de blik op standje totale ongeloof, alsof hij zojuist Jezus uit de hemel heeft zien neerdalen. De laatste keer werpt hij zijn blik op een superschattig meisje. ‘Ik zie je de hele tijd kijken naar deze gitaar. Kun je gitaar spelen? ‘JA!’ ‘Kun je een D-akkoord?’ Zenuwachtig: ‘Ik kan het proberen, ik weet het niet uit mijn hoofd.’ En ja hoor, hij geeft haar de gitaar. Ze mag hem houden. Zoals het een echte gitaargod betaamt, geeft hij het plankie door aan de volgende generatie.
Kijk het gehele optreden HIER terug.