BKS23: Julian Casablancas probeert iedereen weg te jagen bij The Voidz
En is vervolgens boos als we gaan
Wat zegt het dat Julian Casablancas de laatste vijftien jaar meer muziek maakte met The Voidz dan met The Strokes? Dat het toch niet aan hem lag? Of dat-ie zich nu eenmaal beter thuis voelt tussen een stel aanrommelende malloten? Feit is dat hij hier weer staat, een jaar nadat hij met The Strokes op zoek ging naar 'the lady of the lake'.
Dit keer gaat-ie op zoek naar zijn publiek. Terwijl zijn band ogenschijnlijk drie liedjes door elkaar en achterstevoren speelt, tuurt Julian op het hoekje in de richting van Stage Two waar drommen mensen vandaan komen, Charlotte Adigéry is net klaar. Leren giletje met Playboy-logo, fluorescerende handschoen, dat is de outfit. Ja ja, de mensen komen. De vraag is hoe lang het duurt voor je ze wegjaagt.
The Voidz is een ratjetoe van stijlen die helemaal niet bij elkaar passen. Punkrock met synthesizers en metal riffs? Oh, en autotune over die schurende stem, wat jij wilt. Er zijn bands die het flikken om met zulke contrasterende elementen iets wonderlijks te laten ontstaan - neem een Yves Tumor of een Foxygen. Maar Casablancas en zijn zes weirdo's staan een heksensoep te brouwen die werkelijk nergens naar smaakt. 'Hé, waar gaan jullie naartoe?' roept Casablancas naar de rand van het veld. 'Hebben jullie soms wat beters te doen, stelletje domme sukkels!' Niemand lacht. Het is ook niet grappig. Sterker nog: het is zelfs niet eens grappig bedoeld.
HET MOMENT:
Na veertig minuten stopt The Voidz ermee. Mensen draaien zich om en lopen gelaten weg. Ach, wat hebben we gezien? Anderhalf aardig liedje van een verveelde rockster die onder het mom van vervreemding maar wat aan loopt te kutten. Depressief van zijn eigen succes is-ie precies het tegenovergestelde gaan doen van wat The Strokes zo goed maakte. Na een minuut of drie keert de band toch nog terug voor een ongebruikelijke festivaltoegift. Welgeteld niemand draait om en rent snel terug naar het podium.