Album van de Week (21): Mandy, Indiana

Ongrijpbare band heeft toch zijn plek gevonden

Er is iets magisch aan indirecte muziek. De schoonheid van klassieke muziek uit een open raam, een chanson bij de buren. Elbow schreef er ooit een vers over, over het opvangen van zo’n flard in het voorbijgaan. Het kan ook intimiderend aanvoelen: het geluid van een pulserende kickdrum dwars door de betonnen wanden van een nachtclub in volle vaart. En oh ja, het kan ook gewoon bloedirritant zijn, met name als je buren aan het repeteren zijn met hun industriële post-punk band.

Mandy, Indiana maakt er opvallend vaak gebruik van, het effect van indirect geluid. Zangeres Valentine Caulfield kreunt en schreeuwt soms bewust naast de microfoon, ergens klinkt een kerkklok in de verte, en de beats en gitaren uit het brein van Scott Fair klinken soms verwarrend ver weg, om dan ineens als een horror schrikeffect recht in je gezicht te slaan. Het mooiste voorbeeld vind je in de laatste seconden van de openingstrack ‘Love Theme (4K VHS)’. Het begint zo’n tweeëneehalve minuut lang als een filmische ouverture van een Stranger Things-achtige serie, met kronkelende synthesizer-arpeggio’s. En dan, in de laatste paar seconden, sta je ineens naast een deur waarachter een industriële technoband speelt.

Pas als het tweede nummer ‘Drag [Crashed]’ voluit van start gaat opent die deur. ‘Drag’ is een van de knallers van de plaat, een Giant Swan-achtige danstrack waarop Caulfield in het Frans hetzelfde fenomeen omschrijft als Sophie Straat laatst in het Nederlands deed: meisje, meisje, je bent leuker als je lacht. Caulfield is een Parijzenaar die in Manchester belandde en daar verliefd raakte op het industriële geluid van de Engelse underground. En dat klinkt in de praktijk net zo logisch als dat de groep zich noemde naar een fictief stadje op de Rustbelt van Amerika, een soort verlaten dorpje waar beton en staal overwoekerd worden. Makes sense.

Als je denkt dat het na die pittige opening tien nummers lang vol gas gaat op i’ve seen a way heb je het opnieuw mis. Je zou verwachten dat de intensiteit alleen maar toeneemt, maar na een paar energieke nummers duikt Mandy, Indiana juist de diepte in. Van vieze organische techno zonder echte climax belanden we zomaar bij duistere ambient met flarden vocalen en spooky noise. Mandy, Indiana is officieel een trio, speelt live met vier muzikanten en kreeg in de studio assistentie van Giant Swan’s Robin Stewart en van Daniel Fox van Gilla Band, en precies tussen die twee heeft deze band zijn plek gevonden. En dat is best knap met zulke ongrijpbare muziek.

#news
Laatste nieuws en artikelen van 3voor12