Ondertussen is het alweer 10 jaar geleden dat Tim Knol tekende bij Excelsior Recordings en zijn debuutplaat heeft uitgebracht. Sindsdien staat Knol’s carrière vooral in het teken van nieuwe (of misschien wel gekke?) dingen doen: van samenwerkingen met bands als The Kik, naar theatershows over de geschiedenis van popmuziek, tot het starten van mokerharde punkband The Miseries. In dezelfde lijn werd begin dit jaar bekend dat Knol samen met de Blue Grass Boogiemen een plaat had opgenomen en ging touren. Na alle festivals aangedaan te hebben, begint de groep afgelopen vrijdag de clubtour in ’t Beest.

Maar niet voordat Henk Koorn (Hallo Venray) en Melle de Boer (Smutfish) hun bizarre show opvoeren. In de biografie van het duo staat dat Koorn de recentste plaat “We Are All Rockstars” de raarste vindt die hij ooit heeft gemaakt. Die gedachte is gemakkelijk vast te houden wanneer ze beginnen te spelen. De Boer achter een traporgel, Koorn op zijn gitaar. De hele verschijning van De Boer is als een marionet en de muziek is eigenlijk niet in woorden te vatten. Het publiek lijkt compleet af te haken – althans, op de ene man die door het lint gaat omdat er iemand voor hem staat na. Maar zodra er wordt gevraagd mee te zingen, lijkt toch iedereen betrokken. Zelden krijgt een artiest zo’n respons als Henk & Melle. Even bizar als het optreden begint, is het na een kleine 17 minuten alweer afgelopen. Terwijl we ons afvragen wat we zojuist hebben gezien, zijn Henk & Melle alweer spoorloos verdwenen.

Henk en Melle

Henk en Melle

Dan worden de drie microfoons voor Tim Knol en Blue Grass Boogiemen klaargezet. Bluegrass speel je op gitaren, banjo’s, mandolines, contrabassen en violen. En dus staan er drie microfoons in een halve cirkel, waarachter de heren plaatsnemen. Uiteraard met passend kapsel en in een omgeslagen Levi’s 501 jeans. “Zijn er vanavond fans van Jimmy Martin in de zaal”? Onmiddellijk schieten er vijf handen omhoog op het podium en begint de band met spelen. “Gelukkig maar”, grapt Knol achteraf, “we spelen maar een nummertje of zeven van hem”. Bluegrass kenmerkt zich vaak door het hoge tempo en de relatief korte nummers. Een show van anderhalf uur vullen met alleen maar eigen werk is dan vrijwel onmogelijk, ook al staan er toch 12 puike nummers op cd ‘Happy Hour’. En dus grijpt de groep in de mooie geschiedenis van bluegrass. “Zijn er vanavond fans van Jimmy Martin in de zaal?” vraagt Knol enige minuten laten weer. Kennelijk heeft die ondertussen wat meer fans, want in het publiek gaan er ineens wat handen omhoog.

Muzikaal alleen maar lof voor de groep. De harmonieën zijn fantastisch, en hoewel Arnold Lasseur met vlagen de aandacht opeist, staat iedereen zijn mannetje. Maar eigenlijk nog veel leuker dan de muziek, is de humor van de vijf heren. Te pas en te onpas worden er grappen gemaakt en wordt er gelachen. Knapst is dat het publiek daar elke keer bij betrokken wordt; het is nooit een flauwe comedyshow. De verhalen van Knol over zijn liedjes zijn om te smullen – zo is ‘Deep Dark Woods’ een soort ode aan de ‘Oerol-vrouw’ en zitten er geheime verwijzingen naar Vader Abraham in andere liedjes. Af en toe worden we meegenomen in de geschiedenis van bluegrass door de Boogiemen. Ook cajun, gospel en de echte old-time muziek passeren de revue. “Zijn er fans van Jimmy Martin in de zaal?”. Jazeker, ondertussen zijn we met het publiek de vijf heren voor. Kom maar op!

Dat bluegrass niet saai en ouderwets is, laten Knol en de Boogiemen vanavond duidelijk merken. En al vind je de muziek niet eens zo super, dan alsnog is de show en de humor het al waard om te gaan. En wie weet, misschien ben je zomaar fan van Jimmy Martin aan het eind van de avond.

Tim Knol en Bluegrass Boogiemen

Tim Knol

Tim Knol en Bluegrass Boogiemen