De ster van Dyl’n is voorzichtig rijzende. Deze troubadour uit Cadzand deed vorig jaar mee aan het Pop aan Zee -traject, waar hij Eefje de Visser als coach toegewezen kreeg. Als afsluiting van dat project en als boost voor zijn carrière nam Dyl’n samen met De Visser vier nummers op die nu als promo dienen. Het zijn vier dromerige singer-songwriter tracks geworden waar de weidsheid en rust van zijn thuis in doorklinken en het talent van deze blonde surfer schitterend tot uiting komt.

Laat me voorop stellen dat Dyl’n een prima ep heeft gemaakt, die de benaming promo eigenlijk overstijgt. Het geheel is een mooi inkijkje in het hoofd van de artiest. De zielsroeringen zijn wat simpel verpakt in een kartonnen hoesje, maar ook dat heeft wel weer wat. Het gaat tenslotte niet om de verpakking, maar om wat erin zit. Deze release moet de carrière van deze Zeeuw toch een boost kunnen geven. Het schijfje is prima geproduceerd door gitarist Jacob van de Water, die de vier nummers een helder en warm geluid heeft gegeven. Het schijfje opent met het gevoelige ‘Hands Down’. Direct word je als luisteraar meegezogen in de wereld van Dyl’n. Met zijn zachte, maar heldere stem zorgt hij ervoor dat je je de vier nummers lang op een luchtbed of in een bootje waant. De zee is rustig, een zacht briesje, de zon op je bol en Dyl’n zingt: alleen voor jou. Het is direct ook een puntje van kritiek. Pas op dat het allemaal niet te zweverig en easy wordt. De gedubbelde stemmen en echo’s zijn mooi en goed gekozen, maar laat het breekbare niet echt breken want dan zit je met de scherven. 
‘River’ is de echte single van deze promo. De artiestenmanagers van Agent After All vinden dat het zo op de radio kan, en gelijk hebben ze. Het lied nestelt zich zo in je hoofd en het nummer ademt (mede door de zachte vogelgeluiden) een lome zomerdag ergens in de jaren 70. Dit omdat Dylans stem me steeds doet denken aan die van Art Garfunkel (die samen met Paul Simon grote successen vierde in die periode). Zeker de gedubbelde stemmen in het refrein ademen de sfeer van dit illustere duo. Gekscherend hebben we als 3voor12 Zeeland de jonge zanger wel eens de Cadzandse Jack Johnson genoemd, maar behalve dat deze Amerikaan ook surft en zingt, zijn er geen vergelijkingen. Dyl’ns repertoire is wat dat betreft te serieus en mist soms de nodige luchtigheid. Ook het stoere ‘Wolfman’ heeft die wat beklemmende serieusheid over zich. Het is niet te min een prachtig liedje met een heerlijke, kleine gitaartokkel. De lange hoge uithalen bezorgen je kippenvel. In afsluiter ‘Proper Wood’ zit ineens wat meer pit dan de eerdere songs, dankzij de gelaagdheid en fijne oh’s. Dylans vraag in zijn laatste zin is meer dan gerechtvaardigd: “Please, come back again.” Graag Dyl’n, heel graag.