Het begint zonnig, deze editie van het Op De T Festival op het Wilhelminaveld. Bij de eerste twee bands, Chubby Louis en Smelly Kitchen, moet het publiek nog wat op gang komen, maar daar heeft het duidelijk niet zo'n haast mee. Het funky Smelly Kitchen, dat naar eigen zeggen nog 'grandioos afgegaan' was in de eerste ronde van de T-Strijd, krijgt aardig wat respons op hun cover 'Hey Ya!' van OutKast. Het grootste deel van het publiek ligt echter nog languit op fleurige picknickkleedjes, al dan niet afkomstig uit de Op De T-picknickmand.
Niet voor niets wordt het Bergse festival na twee optredens door de milieuwethouder beloond met een certificaat voor duurzaamheid. De zomerse deuntjes die intussen klinken uit de DJ Booth, een bouwwerk van pallets, worden mogelijk gemaakt door een aanhangwagen met zonnepanelen. Een legertje scouts, voorzien van prikstokken en vuilniszakken, bijgestaan door ijverige bekerverzamelaars van een jaar of zes, maken het Zero Waste Festival dan ook af.
Als de Zeeuwse singer-songwriter Danny Vera zijn opwachting maakt, is er voor picknickkleedjes nauwelijks nog plek op het veld. Met zijn eigen Americana-songs, plus een handvol rifjes en volledige covers van zijn grote, muzikale helden (Susie Q, Satisfaction en tenslotte Folsom Prison Blues) krijgt hij vrijwel het hele publiek overeind. Als middelste van de vijf geprogrammeerde acts steelt hij de show, bijgestaan door de weergoden.
Diezelfde weergoden laten het beetje bij beetje afweten bij King Dalton, uit België. De eerste druppels vallen en de wind die plotseling opsteekt, verspreidt alsnog de geur van heimelijk ontstoken barbecues. Het hippe gezelschap gekleed in vintagekleding en met mannenknotten, speelt intussen een originele combinatie van country, folk, rockabilly en een vleugje van het eveneens Belgische Zita Swoon, waar bassist Tomas De Smet eerder deel van uitmaakte.
Afsluiter TenTemPiés had gerust het hoogtepunt van het festival mogen worden. De Chileens-Amsterdamse 'rebelucionario's' maken een aanstekelijke mix van ska, reggae, rock en punk. De picknick ontaardt in een spetterend feestje. Het beetje publiek dat standhoudt in de stromende regen gaat flink uit z’n dak; in poncho's, onder paraplu's, of gewoon druipnat. Modder spat hoog op en handen gaan desgevraagd steeds weer de lucht in. Regendruppels lopen via mouwen van jassen en shirts richting oksels. ‘Stel je voor dat het zonnestralen zijn!’ roept zanger Maurino Alarcón bemoedigend. Het uitbundige publiek doet z’n best. Het lukt, bijna.