Bezoeker
Niels Cerpentier is 23 jaar en komt net met een halfvolle kar houdbare artikelen het magazijn uitlopen. Hij is gekleed in rood en grijs, de kleuren van de supermarkt waar hij werkt. Hij komt uit Clinge, een dorp dat op steenworpafstand van Hulst ligt. Dit jaar gaat hij voor een dag naar Vestrock: ‘Ik hou eigenlijk niet van rockmuziek. Toen mijn vrienden hoorden dat Limp Bizkit kwam, hebben ze direct kaarten gekocht voor die dag.’ Hij gaat voor de gezelligheid mee. ‘Het is om de hoek en voor mij gewoon leuk om weer eens met bekende op pad te zijn. D’r is ook niet zoveel te doen in de regio. Het is allemaal veel minder geworden dan een paar jaar geleden.’
Hulst is een krimpgemeente waar geleidelijk voorzieningen verdwijnen omdat bewoners wegtrekken. En dat is merkbaar voor de lange, blonde jongen: ‘Jongeren die studeren gaan hier weg. Net als een aantal van mijn oud-klasgenoten, die zijn naar Breda en Tilburg gegaan en blijven daar nu. Begrijpelijk.’
Gino Baart, de man achter Vestrock, zag al veel eerder veranderingen in zijn stad, namelijk in 2002 toen de euro werd ingevoerd. Voor de banken in dit grensgebied viel er weinig meer te verdienen aan coupons. Niet lang daarna werd het bankgeheim opgeheven. De spraakzame, sympathieke veertiger, die met zijn vrouw en twee jonge kinderen in een voormalig winkelpand woont, vertelt wat voor gevolgen dit had. ‘Hierdoor verdween het banktoerisme en in de jaren daarna moesten diverse winkels hun deuren sluiten. Zelfs cafés moesten sluiten, hier in Hulst. Nou, dat was echt ondenkbaar!’
De stad van Reynaert de Vos ligt vlakbij Vlaanderen, ook in geest. Want hoewel Zeeuws-Vlaanderen een onderdeel van de Zeeuwse provincie is, ervaren de bewoners de afstand naar ‘Holland’ als veel verder dan naar de zuiderburen. Dat heeft alles te maken met de Westerschelde die het gebied fysiek scheidt met de rest van Nederland. ‘Ik vond dat er iets moest gebeuren,’ vervolgt Gino. ‘Ik ben een echte positivo en zie kansen. Met grootse plannen voor een uniek festival ben ik met vrienden uit Hulst, maar ook ver daarbuiten, aan de slag gegaan. Hij lacht als hij hier aan terugdenkt. ‘Ik vind dat je moet mogen durven dromen en er voor moet gaan.’