Breek lachend je nek met John Coffey

Café de (in vijf minuten uitverkochte) Vrijbuiter vakkundig gesloopt

Tekst: Dennis de Waard Foto's: Niels Davidse ,

De vijf mannen van de Nederlands band John Coffey besloten om nog voor het uitkomen van hun nieuwe plaat ‘The Great News’, een ouderwetse café-tour te doen: klein, intiem en garant voor blauwe plekken. De laatste bestemming van die tour is café De Vrijbuiter in Goes.

Al bij aankomst bij De Vrijbuiter wachten de eerste diehard fans, die naar eigen zeggen al drie uur voor de deur zitten. Verklaar ze voor gek, maar wie niet tot de eerste tachtig mensen hoort aan de deur komt simpelweg niet meer binnen. De deur gaat om half negen open, vijf minuten later kan het optreden als uitverkocht worden opgeschreven.
 
 
Fuck de haters
John Coffey heeft als voorprogramma Broeder ´Tonnie´ Dieleman. De Zeeuwse muzikant en programmeur bij De Spot is goed bevriend met de bandleden van vanavond. Het is even afwachten of het publiek dat voornamelijk uit fanatieke hardrock/punk liefhebbers bestaat, de intieme nummers met verwijzingen naar religie kan waarderen. Maar algauw staat tachtig man “Fuck de haters!” te scanderen bij Dielemans nummer ‘Voor Lieve en Janna’. Toch is het publiek verdeeld over de liederen van ‘onze’ broeder. Door deze onrust in het publiek verliest Dieleman makkelijk zijn concentratie en komen niet alle nummers even goed uit de verf. Zo nu en dan vallen er zelfs pijnlijke stiltes. Bij het laatste nummer ‘Zilverspa’ komen de jongens van John Coffey erbij en begeleiden Dieleman bij het refrein. Uiteindelijk heeft Broeder Dieleman een prima optreden gegeven, al is het wel de vraag of dit zo goed bij het publiek is gevallen.
 
Who’s dead
Een half uur later slaan de Utrechtse mannen van John Coffey zich een weg door het publiek om vervolgens meteen knallend aan het optreden te beginnen. Amper twee noten gespeeld, duikt zanger David Achter de molen al meteen het publiek in. De Vrijbuiter ontploft in een regen van bier, armen en stinkende All Stars. Vrijwel iedereen in het epicentrum krijgt kameraden in de nek geslingerd en een vuist in de ribben. Dan klinkt door de boxen “B-b-b-b-broke my neck, who’s dead, in a hospital?” en het is dan een wonder dat niemand de tekst naleeft. Publiek vliegt door het café, de bandleden kunnen zelf ook nog amper spelen zonder iemand op een gitaar in het gezicht te trakteren. Het publiek brult mee met ‘Featherless Redheads’, ‘Dirt & Stones’ en ook het nieuwe ‘Heart Of A Traitor’ wordt al door de diehards meegebruld.  
 
 
Rock-‘n-roll
De band werkt zich volledig in het zweet. Het John Coffey-recept lijkt altijd te werken. Met het nieuwe materiaal richt de band zich op meerde stemmen (‘Broke Neck’) waardoor niet alleen zanger David Achter de molen in het middelpunt van de belangstelling staat. Dit is geen avond meer waar een band zich nog moet bewijzen. Dit is een avond voor de fans, voor de mensen die voor het laatste nummer is ingezet “Miles ‘til the end of the road, we walk” schreeuwen, voor de punkers die lachend een bloedneus oplopen bij een show waar alles rock-‘n-‘roll ademt. Na het optreden wordt lachend handen geschud, de lichamelijke schade geïnventariseerd (“Shit, ik moet morgen met deze hand nog gitaar kunnen spelen!”) en weer afscheid genomen. Wie hongerig is naar meer, de rondreizende moshpit die John Coffey heet, komt volgend jaar in april naar De Spot!