Strenge Kevin Morby zorgt voor memorabele avond in EKKO

... in het kader van het 30-jarig bestaan

Tekst: Bram Hilkens / Foto’s: Gerard Kollaard ,

Afgelopen dinsdag 30 augustus stond de Amerikaanse singer-songwriter Kevin Morby (ooit bassist van de bands Woods en Babies) in een uitverkochte EKKO in het kader van haar 30-jarig bestaan. Bijgestaan door zijn band en trouw voorprogramma Jess Williamson trakteerde Morby EKKO op een onvergetelijk, maar serieus verjaardagsfeest.

Singer-songwriter Jess Williamson wordt ook wel de ‘nieuwe Joanna Newsom’ genoemd en dat brengt natuurlijk verwachtingen met zich mee. Of die vergelijking compleet opgaat, kan beter in het midden gelaten worden. Wat wel duidelijk werd, is dat Williamson een van de vele artistieke meisjes is met een gitaar, een dijk van een stem en een berg gevoelens. Dertien in een dozijn is wat veel gezegd, maar het dozijn zit aardig vol.

Dat wil echter niet zeggen dat het optreden slecht is. De helft van het publiek valt wellicht in slaap, maar de andere helft houdt het niet droog. Williamson gebruikt haar gitaar spaarzaam en stil en weet daarmee een leegte te creëren waarin haar prachtige, volle, maar bovendien wanhopige stem als enige overeind blijft staan – en daarmee het publiek omver blaast. Soms is haar spel zo intiem en zacht dat je de ruis van de versterkers kan horen. Ze laat haar vocale capaciteiten in vol ornaat zien bij een prachtig uitgevoerde cover van Chris Isaak’s klassieker 'Wicked Game'. (Helaas voor Williamson bleek dat meteen haar meest gewaardeerde nummer van de avond.) Jess Williamson brengt niets dat we niet kennen, maar is zuiver, secuur en gevoelig in uitvoering. Zo zorgt Williamson in alle muzikale kilte voor een warm welkom.

Kevin Morby

Een half uur later betreedt een stijlvolle Kevin Morby (hij draagt een pak met een redneck-ketting als vervanging voor een eventuele stropdas) het podium. Hij knikt even star het publiek in bij wijze van groet en start 'Cut Me Down' in, de opener van het dit jaar uitgebrachte Singing Saw, tevens 3voor12 Album van de Week (17). Direct valt op hoe veel voller Morby klinkt met band ten opzichte van zijn plaat en ook zijn prachtige, diepe, ietwat nasale, kraakheldere stem komt nog beter uit de verf. Die stem, die zo nu en dan naar het einde van een uithaal toe piept. Alsof hij nog zoveel meer te zeggen heeft dan dat hij daadwerkelijk doet.

Want Morby heeft flink wat te zeggen. Hij oogt serieus deze avond, lacht nauwelijks, maar speelt desalniettemin met gevoel. Door deze speakers lijkt Morby’s stem wat op die van een radio-omroeper, hetgeen zijn al zware, serieuze woorden nog meer urgentie geven. Zeker bij nummers als 'I Have Been to the Mountain' en een nieuw nummer, ogenschijnlijk 'Beautiful Stranger' genaamd, waarin Morby zingt over algehele malaise omtrent wereldlijke ontwikkelingen, klinkt hij strenger, cynischer en gekwelder dan ooit. Zijn boodschap lijkt zo belangrijk, dat hij niet eens de moeite neemt zijn dikke, bezwete lokken voor zijn gezicht weg te halen.

Toch kan hij ook losjes overkomen. Morby krijgt het nogal warm in dat pak in zo’n volle zaal, de lichten vol op zijn gezicht. Hij vraagt of het publiek het net zo warm heeft, voordat hij zijn bezwete handdoek het publiek in gooit: "Pass it around". Vervolgens speelt hij 'Harlem River', van zijn gelijknamige debuut en stelt hij zijn band netjes voor. Zijn band speelt strak en routineus, maar nooit verveeld. Zijn bassist heeft de helft van de tijd zijn ogen gesloten en lijkt intens te genieten.

Speciale aandacht mag er zijn voor gitarist Meg Duffy, die achteloos over de hals van haar gitaar glijdt en met haar dromerige stem menig mond laat openvallen. Speciale aandacht kwam er ook vanuit het publiek, wanneer Morby tijdens een stemsessie ludiek vraagt of er nog vragen of opmerkingen zijn. ‘Where was the solo on I Have Been to the Mountain?!’, wordt er geschreeuwd. ‘It was right there,’ stelt Morby droog, terwijl hij naar de plek wijst waar Duffy eerst stond. Morby lijkt het lullig te vinden dat het publiek in de lach schiet en zegt: ‘I’m sorry you missed it. I would play it for you right now if I could, but I’m not as good as Meg.’ Eerlijk is eerlijk, degene die de solo gemist heeft, mag daar zeker spijt van hebben.

Zweet verdunt de dikke lokken voor Morby’s gezicht en het lijkt alsof hij weer meer kan zien. Hij wisselt nummers van Singing Saw af met eerder werk en geweldige popliedjes als 'All My Life' met lange, uitgesponnen nummers met twee akkoorden, zoals 'Singing Saw', dat (zoals meer nummers deze avond) een psychedelisch randje krijgt. Morby speelt drie prachtige liedjes in zijn eentje, 'Black Flowers', dat door de speciale behandeling nog mooier is dan normaal, het eerder genoemde 'Beautiful Stranger' en een Townes Van Zandt-cover. Morby sluit in het toegift af met zijn band in hoogtepunten 'Parade' en het geweldig energieke en venijnige 'The Ballad of Arlo Jones'.

‘You know, I’ve always said that Utrecht is my favorite city in Holland,’ zegt Morby. Hij gooit zijn vinger in de lucht: ‘And I mean it.’ Morby komt inderdaad over als iemand die meent wat hij zegt, dus wanneer hij afsluit met een haast cliché ‘hope to see you soon’, kun je niet anders dan toch een beetje hopen dat je hem ook snel weer ziet.

Gezien: Kevin Morby en Jess Williamson, dinsdag 30 augustus 2016 @ EKKO