IX: ‘The Beatles zitten op mijn harddrive’

‘White boy’ met voorliefde voor sixties maakt opvallend futuristische EP

Tekst: Wilke Wittebrood / Foto's: Linda Bouritius ,

De kans is groot dat je Marnix Dorrestein (24) al eens live hebt gezien zonder het door te hebben. Hij stond al op het podium met Kris Berry & Perquisite, jeugdvriend Jett Rebel en Herman van Veen. Nu is hij solo, al wil hij nog steeds zijn eigen naam niet gebruiken. 3voor12/Utrecht sprak met Dorrestein over zijn invloeden, zijn muzikale verleden en natuurlijk over IX. “Op het moment dat ik een beetje afgeschermd ben, durf ik veel meer te doen.”

IX

Sinds de middelbare school heeft Dorrestein een indrukwekkend cv opgebouwd. Hij rondde een studie aan het conservatorium af, was drummer bij Sheriff of Hong Kong, gitarist/zanger bij Über-Ich en co-producent van het laatste studio album van Herman van Veen. Met Jasper Slijderink (toetsen) en Jelle Huiberts (drums) vormde hij eerder de vaste band van Kris Berry & Perquisite. Dorrestein besloot solo verder te gaan en begon zijn project IX (spreek uit: 'iks'). “Nadat mijn vorige band, Über-Ich, uit elkaar ging, had ik een nieuwe band op kunnen richten. Tot ik dacht: waarom eigenlijk? Ik wist wat ik wilde maken en wat ik wilde doen. Het grootste verschil tot nu toe? Een soloproject kan veel specifieker zijn. In een band brengen alle leden ideeën in. Dat leidt vaak tot een compromis.”

To-the-point zonder overbodige bullshit

Zijn debuut-EP, die op 16 februari uit kwam, is een cocktail van de sixties, Afrikaanse ritmes en elektronische muziek. Toch klinken die op zijn debuut-EP futuristischer dan ooit, schrijft Noisey. Hoe komt dat? “Ik heb altijd hele extreme fases. Ik wil muziek maken waar alleen partijen in zitten die er daadwerkelijk toe doen. Er zit veel gelaagdheid in de nummers, maar iedere partij is duidelijk hoorbaar en heeft een eigen functie. Ik ben niet zo van de vulling. Het is to-the-point, zonder overbodige bullshit, noem het minimalistisch. Ik denk dat die benadering heel erg van nu is.” Dat geldt, zij het in mindere mate, ook voor zijn teksten. “Ik houd heel erg van de taal van Hemingway. Hij heeft het niet over een overweldigende ondergaande zon die rood kleurde enzovoort. Nee, Hemingway zegt: de zon ging onder. Meer niet. Hij schreef dan ook hele dunne boeken.”

De EP is gemixt door Robin Hunt, de creatieve partner van Thomas Azier. “Ik vond Hylas van Thomas Azier zó vet. Daar moet wel een bizar producerteam achter zitten, dacht ik. Niet dus – hij had alles zelf gedaan en in het laatste jaar Robin erbij gevraagd voor de mix en het sounddesign. Met hem moest ik proberen in contact te komen. Ik had Thomas’ broer een keer ontmoet en die raadde me aan gewoon een bericht te sturen via Facebook. Dat durfde ik dus niet. Tot ik Thomas en Robin vorig jaar op de 3FM Awards tegenkwam. Er liepen daar natuurlijk mensen rond die veel bekender waren, maar dat deed me verder weinig. Toen zij binnenkwamen, was ik volledig starstruck. De volgende dag heb ik alsnog dat berichtje gestuurd.”

Alter ego

Dorrestein heeft bewust voor een alter ego gekozen. “Ik wilde niet mijn eigen naam gebruiken. Ik kan me goed vinden in de quote van Oscar Wilde: "Ask somebody a question and he will lie, give him a mask and he will tell you the truth." Met een pseudoniem werkt het net zo. Op het moment dat ik een beetje afgeschermd ben, durf ik veel meer te doen.” Leuke bijkomstigheid: in de Mayacultuur is de IX (‘Witte Tovenaar’) een geest die de allesomvattendheid van tijd en ruimte zou kennen en complexe vraagstukken kon overgieten in een voor mensen begrijpelijke vorm. “Dat is precies wat een artiest of kunstenaar probeert te doen. Precies dat!”

Voor Dorrestein zit de betekenis van de naam in de twee letters. “Mijn songs zijn te verdelen in twee categorieën: i-songs en x-songs. I staat voor intern. Over je eenzaam, gedistantieerd en apathisch voelen. Iedereen heeft van die momenten waarop je het even niet meer weet en met rust gelaten wilt worden. De X staat voor een kusje, voor liefde en juist wél met mensen willen zijn. Ik probeer met mijn liedjes niet de wereld te verbeteren. Ze gaan gewoon over de dingen die iedere twintiger meemaakt. Door mensen op een andere manier naar precies dezelfde dingen te laten kijken, kun je binnen die menselijke archetypes toch iets nieuws neerzetten.” 

'Saai kutoord'

Dorrestein maakt deel uit van de 035-clan (Baarn/Soest), die verder bestaat uit Jelte ‘Jett Rebel’ Tuinstra, Willem Wits, Tom Meijer (A Polaroid View), Bo Menning (Aestrid), Nana Effah-Bekoe en producer Jurriaan Sielcken. “Die oude gang blijft wel bij elkaar, al zitten we niet meer samen in projecten. Willem heeft me geholpen met de cover, Jelte heeft me gecoacht toen ik de vocals opnam. Willem praatte tijdens de release van mijn EP de avond aan elkaar.”

Dorrestein is zich later pas gaan realiseren dat die gezamenlijke geschiedenis bijzonder is. “Op het Baarnsch Lyceum speelde ik in een band met Jelte en Willem, Metro Mortale. Wij waren op dat moment gewoon de freaks van de school en wilden alleen maar muziek maken. We wilden naar Amsterdam, daar gebeurde het! Achteraf was het juist goed dat we in zo’n saai kutoord zaten. Wij konden niet naar de kroeg, we speelden alleen maar. Een keer per jaar organiseerde onze school een wedstrijd, waar ook bandjes mochten spelen. Daar repeteerden we bloedserieus op en altijd won wel de een of de ander van onze groep. Dan waren we even cool en kwamen de meisjes ineens met ons praten op de gang. Dat duurde op z’n hoogst een maand en dan was het weer voorbij. Werden we gepest? We kregen in ieder geval van alles naar ons hoofd. Gothic, emo – allemaal bullshit, maar dat was het enige referentiekader dat ze hadden. Jelte werd het meest gepest, denk ik. Hij was het meest uitgesproken. Hij was de freaky muzikant maar had wél een supermooi vriendinnetje. Zelf diep onzeker én goed met meisjes – dat was echt een dodelijke cocktail, dat maakte de guys op school helemaal gek. Nu hij bekend is, proberen diezelfde gasten hem weer te contacteren. Zo van: ‘Hee, weet je nog, ik zat bij jou op school!’ ‘Dude, jij hebt mij een keer in elkaar geslagen, what the fuck kom je nu met me praten?’”

Multi-instrumentalist

Net als Jelte is ook Dorrestein een multi-instrumentalist. Hij zingt en speelt gitaar, drums, toetsen en percussie. Hij speelde iedere partij op zijn EP zelf in. “Op mijn vierde gaven mijn ouders me een trommel, omdat ze het zat waren dat ik altijd alle potten en pannen uit de keukenkastjes trok om te gaan drummen. Het werd helemaal erg toen ik ontdekte hoe ik ‘Let It Be’ steeds opnieuw kon afspelen op de platenspeler. Niet veel later gaf mijn opa me een eigen drumstel. Ik helemaal het mannetje natuurlijk. Op mijn tiende ben ik gitaar gaan spelen, zodat ik eigen liedjes kon gaan maken. Net als The Beatles. Alles ging over The Beatles op die leeftijd. Ze zitten in mijn harddrive ingesleten.” Dorrestein lacht: “Ik ben nog steeds verdrietig dat ik niet één van The Beatles ben.”

Extreme pieken en dalen

IX heeft op dit moment boven alles prioriteit. “Dit is wat ik wil doen. De dingen die ik uitbreng - of het nu om de muziek, het artwork, de website of social media gaat – moeten op een level zijn waar ik voor durf te staan. Als ik tussen de bedrijven door andere dingen blijf doen, kan ik nooit de volgende stap zetten.” Ja, beaamt hij, het was fucking spannend om de EP de wereld in te sturen. “Als band sta je arm in arm om de klap op te vangen, mocht iemand je neersabelen. Solo zijn zowel de pieken als de dalen extremer. Het blijft leuk als een onbekende mijn Facebookpage liket. Dat betekent dat het verder gaat dan alleen mijn eigen kring. Tijdens de releaseshow was er een meisje aanwezig dat uit Moskou was gekomen. Uit Móskou!”

Te zien: op donderdag 19 maart staat IX in het Mirliton Theater in Utrecht en op 5 mei op Bevrijdingsfestival Utrecht.