Wanneer is een concert 'goed'? Kun je daar objectief over zijn? Die vraag rees gisteren tijdens het optreden van :Of the wand and the moon:. Wat we horen is namelijk niet 'slecht'; de bandleden zijn goed op elkaar ingespeeld, het geluid is goed en de achtergrondzangeres heeft een mooie stem. Maar alle nummers klinken hetzelfde, zonder ook maar enige variatie in ritme of toonhoogte. Bovendien kan er bij aanvang nog geen 'goedenavond' van af, terwijl er door zanger/frontman Kim nog wel allerlei technische opmerkingen richting geluidsman worden gemaakt. Geen leuke entree. Niettemin weet de groep de zaal (met trouwe fans?) mee te krijgen, want na elk nummer wordt er uitbundig geapplaudisseerd. Er is zelfs iemand in de zaal die steeds de naam van de frontman roept.
Wat het optreden nog het meest aantrekkelijk maakt, zijn de vervreemde videoprojecties van nachtelijke, stedelijke taferelen en scènes uit speelfilms. Of die enig verband houden met de songteksten over noordse mythologie is niet duidelijk, maar het verlevendigt hoe dan ook. Tegelijkertijd geeft de combinatie van muziek en beeld een dromerige en filmische sfeer. En dat heeft dan ook wel weer wat, zo te midden van het Summer Darkness-festivalgedruis. Maar of de band dat ook zo bedoeld heeft is hierbij de vraag.
Gezien: :Of the wand and the moon:, zaterdag 27 juli 2013 @ Vredenburg Leeuwenbergh, Utrecht