Culfest 2025 wordt afgetrapt door Janet Livv, die nu nog in de Cul staat en over een paar maanden Pinkpop (!) mag aftrappen. Met haar dromerige sound legt ze meteen een warme gloed over het publiek en doet haar zachte, nostalgische klank herinneringen oproepen aan lang vervlogen zomers, maar met een frisse twist. In eerste instantie oogt ze ingetogen, maar al snel ontpopt ze zich, samen met haar drie bandleden, tot het hart van een set waar steeds meer opbouw in blijkt te zitten. Drum ’n bass-grooves smelten samen met moderne pop en ambientachtige melodieën, wat zorgt voor een zachte én dansbare sfeer. Hoewel het publiek aanvankelijk afwachtend is, weet Janet met charisma en muzikaliteit de kuil langzaam maar zeker in beweging te krijgen. Het is geen explosieve opener, maar wel een gelaagde en sfeervolle start die nieuwsgierig maakt wat Culfest deze ronde nog meer heeft te bieden. (AvG)
Vorig jaar vierde Cul de Sac haar 25-jarig bestaan met Culfest: een dag met veel uiteenlopende artiesten. Het muziekcafé had de smaak te pakken en koos ervoor om het niet alleen maar bij die ene keer te laten en dus kreeg het dit jaar een vervolg met liefst twee dagen en nog veel meer uiteenlopende artiesten. Een festival van uitersten: zowel muzikaal als de opkomst, maar wel met één gedachte; de vele muzikale gezichten die de Cul kent centraal.
Na een korte pauze is het tijd voor Lena Hessels. Zelfverzekerd, uitgesproken en vol energie betreedt ze het podium en de empowerment druipt er vanaf. Binnen enkele noten maakt ze muziek die ideaal is voor een broeierige club, al blijft het publiek hier in de Cul daarvoor nog wat achterwege. Haar elektronische hyperpop is scherp, springerig en onweerstaanbaar dansbaar. De combinatie van meeslepende beats en speelse, directe zang zet de toon voor wat voelt als het doorzetten van ‘BRAT summer’. Lena laat zich bij gebrek aan een volle kuil niet uit het veld slaan, zoekt continu contact met het aanwezige publiek en weet precies wanneer ze gas moet geven om iedereen mee te krijgen. Haar set is een wervelwind van glittersynths, attitude en energie, waarmee ze laat zien dat ze een eigen plek opeist in het poplandschap. (AvG)
Na twee popacts eerder op de avond heeft het publiek in de Cul even tijd nodig om op gang te komen. Maar zodra VALS ALARM het podium op stuitert, weet iedereen: de handrem is eraf. Met ‘Fast Bikes’ trapt dit trio het optreden af met gierende gitaren en frontvrouw Yanna Panagopoulos spuugt haar teksten als een kettingzaag op volle toeren. Vanaf dat moment is het chaos met beleid. Panagopoulos neemt geen blad voor de mond. Na het nummer ‘Don't’ roept ze: “Ik heb het gevoel dat het echt kankervals is, ik hoor niets.” Haar vocalen zijn inderdaad ongepolijst, maar strak is ook niet de bedoeling. Het mag schuren en knarsen. VALS ALARM is DIY en zero fucks geven.
De set leunt stevig op hun debuutalbum, maar er zit ook vers werk tussen. Zoals ‘I Say’, dat opent met een hardrockachtige riff die klinkt alsof er een grasmaaier op speed door de speakers dendert. Halverwege de set duikt gitarist Teun Hieltjes ineens op met een mondharmonica; punk meets prairie, en gek genoeg werkt het. ‘Cute &nd Rude’ begint als een nachtclubtrack met pompende synths, maar ontploft daarna in een hysterische punktrip met een horrorachtig intermezzo. Een kleine, maar bloedfanatieke moshpit barst los. Tijdens de kersverse single ‘New Boys’ begeeft het drumstel het. In plaats van paniek barst Yanna in lachen uit, roept: “Ineens is het ook kankerwarm!” en spuugt een mondvol water het publiek in. Als toegift ramt de band nogmaals ‘Fast Bikes’ erin. VALS ALARM laat zien waarom ze een van de spannendste livebands van het moment zijn. De vergelijking met een band als Lambrini Girls is snel gemaakt, maar VALS ALARM rammelt soms nog net wat harder, spuugt minstens net zo scherp en komt gewoon uit Nijmegen. (RZ)
Na de orkaan van VALS ALARM is het aan medehoofdletterliefhebbers KABOUTERTJE PUTLUCHT om de brokstukken op te vegen. Technische problemen domineren de show vanaf seconde één, maar waar menig band zou breken, grijnst dit eveneens Nijmeegse trio alleen maar harder terug. ‘Vieze Vent’ opent met een ranzige en glitchy ravebeat. Het zet meteen de toon: lomp, lollig en dansbaar als de pest. Frontman Barry preekt zijn teksten eruit alsof hij met een megafoon in een afvoerput staat. De beats van toetsenist Hessel zijn vet, vuig en industriëel. Ondertussen slingert gitarist Bram de ene vieze riff na de andere de zaal in.
Het geluid hapert, de computer kapt ermee, maar Barry redt de show met genadeloze zelfspot. “Tering, wat een shitshow,” roept hij halverwege, “ik heb altijd hele slechte seks, en ik denk dat dit optreden daarbij in de buurt komt – je blijft achter met zo’n onbestemd gevoel.” Toch blijft hij het publiek aankijken met een blik van: we gaan dit gewoon uitzitten, makkers. En dat doet hij. Vals zingend, platlallend en met een verbazingwekkend goede timing. Alles lijkt expres. De teksten zijn absurdistisch en heerlijk grof. In ‘Geen Empathie’ vliegt de ene foute oneliner na de andere voorbij (“Ik heb het album van DI-RECT gekocht, ik heb geen empathie”) en ‘Kindje Slaan’ laat precies nul ruimte voor interpretatie. Het is een mengsel van satire, keiharde beats en puberale provocatie, maar het werkt. Mits je erin meegaat.
Tijdens ‘Broodjeszaak’ kakt alles eruit. Geen geluid, geen beat, alleen Barry en een zaal die mee zingt en klapt alsof het een kampvuurklassieker is. En dan, plots: een gabberbeat die inkickt als een mokerslag. Alles draait om de verrassing, contrast, de klap in je gezicht die volgt op het ongemak. Er wordt gemosht, gelachen, gedanst. Afsluiten doet KABOUTERTJE PUTLUCHT met ‘Henny Roast’, een bizarre ode aan hun haat jegens Henny Huisman, en een dreunende gabberpunktrack die je trommelvliezen ontregelt. Wat het genre ook moge zijn (ravepunk? wavecore? vuilnisbakmuziek?), het doet er niet toe. KABOUTERTJE PUTLUCHT is een ervaring. (RZ)
De zaterdag van Culfest 2025 begint met wat organisatorische hobbels: Kaat van Stralen heeft zich ziekgemeld, waardoor het programma op de schop moet. Slojay, toetsenist bij onder andere Säm Wilder, wordt gevraagd om de avond te openen. Helaas zijn wij net te laat om zijn set volledig mee te maken, maar de laatste klanken die we opvangen zijn een dromerige mix van indiesoul, hiphop en jazzy pianogrooves, en maakt ons zeker nieuwsgierig naar meer.
Daarna is het aan Cul de Sac-huisband Kuil Classics om het podium te betreden. Deze gelegenheidsformatie, bestaande uit bekende gezichten uit de Tilburgse muziekscene, oud-personeel en trouwe Cul-gangers, trakteert het publiek op een set vol 'kuil classics'. Met covers van onder andere 'Hertz' van Amyl & The Sniffers, 'Danny Nedelko' van IDLES, 'Too Real' van Fontaines D.C., 'Helicopter' van Bloc Party en 'So What' van Pink, weten ze de zaal al vroeg op de avond in beweging te krijgen. (RZ)
Baeter gans gek den ´nne halve gare: ja, dat moet wel het levensmotto van Zjwieg zijn. Vincent Kuijpers - net nog op het podium bij Kuil Classics - is inmiddels vooraan in de Cul achter het drumstel geklommen om samen met koempels Kris Riem op zang, Lisanne Kösters op bas en gitarist Jan ter Velde ten strijde te trekken. De slachtoffers? De oortrommels van bezoekers die van buiten naar binnen komen, Algemeen Beschaafd Nederlands en een fotograaf die door Riem vakkundig naar de grond wordt gehaald en zodoende vanaf de planken een paar close-ups kan schieten van de frontman.
Limburgse punk zonder enige pretenties op een paar vierkante meter: het is een recept voor succes, want met humor, snelle leidjes en de nodige instrumentwisselingen, is Zjwieg vooral lol trappen. De Limburgse taal niet machtig zijn, is hier geen probleem; weten dat het over bijvoorbeeld een 'Tefaf' gaat, of dat André Rieu een wiekser is, volstaat. Vuisten de lucht in, de enige (toch?) sitdown van heel Culfest meemaken en een kaarsje branden dat Janet Livv niet de enige Culfest-artiest is die Pinkpop mag openen. (BvD)
Na de punkchaos van Zjwieg schakelt de sfeer in de Cul de Sac een paar versnellingen terug. Maar niet naar beneden – eerder opzij, de diepte in. Säm Wilder, Rockacademie-student, Popronde-alumnus én local favorite, stapt met een relaxte glimlach het podium op en geeft tijdens deze thuiswedstrijd ook ruimte aan wat kleine experimentjes. Zijn muziek balanceert ergens tussen r&b, indiepop en een flinke scheut jazzy grooves. Denk Frank Ocean in de Tilburgse regen, met toetsen in lo-fi-stand en drums die eerder verleiden dan forceren.
Zijn stem, soepel en expressief, zweeft moeiteloos over de arrangementen. De band, bestaande uit zeer getalenteerde muzikanten, voegt subtiele lagen toe met toetsen, gitaar en percussie. Vooral bassist Julian Weijers en drummer Lars Hoezen voelen elkaar haarfijn aan en vormen samen de stuwende onderlaag waar Säm, toetsenist Slojay en gitaristen Dani Kaag en Loek Maas moeiteloos overheen glijden. Zo krijgt ‘USUALLY’ vanavond een uitgebouwde, en sterke groovy outro.
Bij het aankondigen van 'LINGER' deelt Säm trots dat het nummer onlangs de grens van een miljoen streams heeft overschreden. De live-uitvoering is een intieme, uitgeklede slowburner geworden, met zwoele piano en zachte drums, die de emotionele lading van het nummer versterken. Zijn aanstaande album Supernova belooft een fijne plaat te worden, maar live is Säm misschien wel op zijn best: los, muzikaal en menselijk. (RZ)
Dat Velocity Made Good Culfest mag afsluiten, is op papier gewaagd. Geen zang, geen refreintjes, geen meebrulmomenten. Wel: synths, drums, gitaren met delay en opbouwen naar extasemomenten. Aanvankelijk lijkt een deel van het publiek af te druipen, maar nog voor de helft van de set is die twijfel verdwenen en wiegt de hele kuil op de golven van hun set. Thomas Venema en Wytse Dijkstra bouwen gestaag aan hun sound: een mix van ambient, techno, en kraut/postrock. Het is alsof Mogwai met Moderat is gaan zeilen op de Waddenzee – en laat dat nou precies de plek zijn waar de debuut-EP van het tweetal ontstaan is. Soms voelt het als filmische introspectie, dan weer als een nachtclub om 6:00 in de ochtend. De live-drums geven de set een menselijke hartslag en tillen de elektronica op tot iets wat je niet alleen hoort, maar ook voelt.
Er wordt niet massaal gesprongen of gedanst, maar de energie is onmiskenbaar. Mensen sluiten hun ogen, bewegen traag, worden meegezogen in de puls. Velocity Made Good kiest niet voor een volle clubsound, maar voor geleidelijke, hypnotiserende opbouw. Geen gimmicks, geen grote gebaren. Wel precisie, focus en een soort nerdy charme waar je moeilijk omheen kunt. Na afloop draaien ze nog wat platen samen met huis-DJ Kidnap the DJ. Geen Cul-classics, maar wel een perfecte uitloop van de set. De tweede editie van CulFest eindigt niet in uitbundig gejoel, maar in een lome, tevreden trance, en bewijst dat risico's nemen loont. En dat is eigenlijk best rock-’n-roll. (RZ)