Een voorprogramma die niet echt lekker aansluit op de hoofdact; je ziet het vaker gebeuren en het is dan ook stroef als Gordi (artiestennaam van Sophie Payten) opent met ‘Alien Cowboy’; een met autotune doorspekt nummer. Gelukkig wordt dat trucje maar bij één liedje gebruikt en volgt daarna een rustige, bijna akoestische dreampopset, waarin Gordi ook de ruimte heeft voor het maken van een mopje (ze vindt Tilburg een soort utopia) en krijgt ze met de upbeat afsluiter ‘Peripheral Lover’ zelfs wat mensen aan het dansen.
Als schrijver dezes zegt dat zij een band twee dagen achter elkaar heeft gezien, lijkt ze wel een stannie. Maar eerlijk: het is puur toeval. Vers terug van Rock Werchter wilde deze festivalganger in 013 het festivalgevoel vasthouden, door dezelfde route te volgen van Mark Foster en vrienden, beter bekend als ‘Foster The People’. De tour volgt in het kielzog van vierde album Paradise State of Mind dat alweer bijna een jaar geleden uitkwam en waar in de Main van 013 gretig uit wordt geput, maar onze gretigheid zit toch wel in die tijdloze klassiekers.
Hoe moet het zijn voor Foster The People om van een afgeladen volle Klub C op Werchter (capaciteit: 10.000 man) een dag later voor een halfvolle Main in 013 te staan? Het contrast op de vloer is groot; de trappen en balkon zijn dicht, maar die op het podium is klein. De Amerikanen staan hier met dezelfde energie als in Klub C en als je van ‘Feed Me’ overgaat naar hoogtepunt ‘Lost In Space’ van het laatste album, de handen omhoog gaan en iedereen aan de lippen hangt van Mark Foster, mogen we bij Foster The People binnentreden.
In hoog tempo wisselt de indiepopband bekende en onbekende liedjes af en is de imponerende lichtshow (die soms aanvoelt alsof er meer lampen zijn dan publiek) en zware, bijna naar techno leunende, bas zo indrukwekkend, dat het lijkt alsof die gesloten helft van de Main alsnog wordt gevuld. Knap ook hoe Foster The People meester is in de lichtvoetige liedjes waarin de grootsheid van het leven wordt gevat. Een paar regels van ‘Coming Of Age’ en je waant je meteen al huilend in de regen.
Na een half uur is er een kantelpunt: de beats worden nog zwaarder en het gevoel van een zweterige, bedwelmende club trekt over de hele Main. Daar wordt het steeds warmer en dat is de perfecte setting voor de eindsprint die wordt ingezet met een heerlijke uitvoering van ‘Call It What You Want’. De breakdown met de piano zorgt voor totale extase; mensen klappen, schreeuwen en ja; het doet soms denken aan MGMT en Tame Impala, maar niemand heeft alleenrecht op overdonderende en overweldigende songs waarbij het licht en geluid precies is hoe je het wilt hebben.
Foster vertelt tegen het einde van de set dat het acht (!) jaar geleden was dat de band door Europa toerde en dat het goed is om hier weer terug te zijn. In Tilburg heeft hij meer tijd om de kwetsbare liedjes te spelen zoals ‘Fire Escape’ over hoe er alleen maar absolute waarheden bestaan, maar dat dat in deze wereld met alternatieve waarheden helemaal niet meer kan. Hij benadrukte nog maar eens dubbel de universele kracht van verbroedering van muziek voor hij zijn laatste hitjes in de encore speelde: ‘Sit Next to Me’ en ‘Pumped Up Kicks’. Wie dan nog niet hun voeten kapot heeft gedanst, moet een zuurpruim zijn geweest. En wie gisteren ook nog bij Werchter is geweest, kan in ieder geval de postfestivalblues met een dagje uitstellen.