Het is zowat hun tweede thuis zoals met meer acts het geval is: cultuurfabriek Hall of Fame in de Tilburgse Spoorzone. Daar repeteren diverse acts en ook Docile Bodies kun je iedere zondag daar aantreffen. Wij spreken ze net na hun repetitie bij het gebouw, waar het viertal plaatsneemt aan een lange buitentafel en de sigaretten tevoorschijn worden getoverd. Een interview met alle vier? We durven het aan, maar de jongens lachen. Aarden: ‘We hadden min of meer besloten dat Tadzio alle interviews zou doen, maar wilden er eigenlijk allemaal wel bij zijn.’
Een jonge band; dat is Docile Bodies zeker, maar desondanks zijn er al wat bandwijzigingen geweest. Aarden: ‘Hans, de drummer, en ik zijn er vanaf het begin bij, de gitaristen zijn ingewisseld. Zo hadden we eerst nog onder anderen Jeroen van Vugt van To Adelaide op gitaar, maar dat kwam tijdtechnisch niet helemaal lekker uit. Toen heb ik Merl aangesproken, die ik nog ken uit mijn jeugd in Hilvarenbeek en al heel lang niet meer had gezien. Wij speelden vroeger samen en toen ik hem vroeg om mee te doen, was het meteen ‘ja’. Tadzio is nieuw, die is via via binnengekomen en is oorspronkelijk drummer.’ Van Bel vult aan: ‘Ik dacht dat ik ging drummen in de band, maar ze zochten nog een basgitarist. Dat heb ik nog nooit gespeeld, maar op een oude bas van Sjoerd heb ik het mijzelf meester gemaakt. Ik vind het leuk om iets nieuws te leren, dat houdt je als muzikant scherp.’
Docile Bodies is allesbehalve volgzaam. Het viertal bestaande uit zanger Sjoerd Aarden, bassist Tadzio van Bel, drummer Hans Diks en gitarist Merl van der Markt zit al langer te broeden in de Hall of Fame en zou weliswaar al wat eerder haar hoofd hebben laten zien, maar het bekende virus gooide roet in het eten. Nu staan ze 18 september te spelen waar ze repeteren in het voorprogramma van Dripping Trees, terwijl ze nog nooit geïnterviewd werden. 3voor12/Tilburg vond het daar tijd voor worden.
Aarden vervolgt: ‘Toen onze samenstelling compleet was, zijn we eerst bier gaan drinken in de Cul de Sac en kwamen we erachter dat we op het persoonlijke vlak goed klikken. Ik was nog een beetje bang dat het wat ongemakkelijk zou worden; los van mijn geschiedenis met Merl en Hans kent de rest elkaar nog niet zo lang en moet het maar net kloppen tijdens het repeteren, maar dat was vanaf het begin helemaal raak. Het scheelt dat we allemaal geen muziekopleiding hebben gedaan en theoretisch niet zo onderlegd zijn, maar door het gewoon uit te proberen, jammen en vrij zijn in het spel, komt er veel moois uit. Je mag bij Docile Bodies gewoon op je bek gaan, geen pressure.’ Van der Markt: ‘Wij voelen elkaar ook goed aan qua muzikale interesse. We praten veel over muziek, sturen elkaar van alles door en daar halen we weer inspiratie uit.’ Diks beaamt dat: ‘Ik kende wat postpunk betreft voornamelijk Protomartyr voor ik bij de band kwam, maar nu heb ik nieuwe bands leren kennen zoals Autobahn, Rendez-Vous en Crows.’
Het schrijven van muziek is een organisch proces, vertelt Van Bel: ‘Iemand komt met een concept en de rest bouwt daarop verder. Als iemand iets niet vet vindt klinken, zijn we niet te beroerd om dat uit te spreken, maar we geven elkaar de ruimte om wat te doen.’ Aarden vult aan: ‘De songteksten komen voornamelijk uit mijn pen. Ik denk dat de teksten redelijk voor zich spreken, maar een thema dat vaker terugkomt is de eentonigheid die het dagelijks leven soms kan aannemen. Ik merk dat ik vrij snel in een bepaalde sleur beland. Daarom onderzoek ik welke signalen mij daarvoor waarschuwen zodat ik die sleur kan bevechten. Stukken tekst schieten binnen tijdens het repeteren, maar kan ook zijn als ik over straat loop, maar nooit eigenlijk als ik er met een bloknootje echt voor zou gaan zitten.’
Tekst gaat verder onder de foto
De band bestaat uit een afgestudeerde en drie doen er nog een studie. Aarden: ‘Het valt goed met elkaar te combineren en de Hall of Fame biedt ook de mogelijkheid om flexibel daar te repeteren. Dat kwam goed uit, want deze week is onze generale repetitieweek voor ons allereerste optreden, samen met Dripping Trees op 18 september in de Hall. Eigenlijk zouden we dat veel eerder doen, maar door corona ging dat destijds niet door. Dat was een vloek en een zegen; jammer dat onze eerste show toen niet doorging, maar door corona hebben we op een zekere plek nog meer kunnen repeteren en schaven aan ons materiaal. We schoten daarin misschien ook wat door, want in het begin van de coronaperiode repeteerden we soms te veel en je moet dan als band oppassen dat je niet uitgekeken raakt op je eigen nummers.’ En de show op 18 september, hoe kijken ze daar naar uit? Diks: ‘Ik denk dat ik vooraf wel wat zenuwachtig zal zijn, maar heb er wel heel veel zin in.’ Aarden ook: ‘We spelen een half uur, wat prima is voor een eerste show. Veel podiumervaring hebben we allemaal niet, dus dit wordt nieuw en spannend voor ons.’ Van Bel grapt: ‘Gewoon wat biertjes van tevoren drinken, niet te veel en niet te weinig. Dat wordt ons ritueel, haha.’
De route die nieuwe bands afleggen, betekent meestal een debuutalbum ergens onderweg. Daar zijn ze bij Docile Bodies op dit moment nog niet zo mee bezig. Van Bel: ‘We willen, als het kan, eerst heel veel spelen, onze muziek live uitproberen, checken hoe dat klinkt en misschien op termijn een EP.’ Aarden: ‘We zien onze show voor vrijdag meer als een try-out na al die maanden van repeteren en wie weet gaan we nog ooit op festivals spelen.’ Van der Markt droomt hardop: ‘Roadburn, Le Guess Who en Grauzone zouden echt heel vet zijn.’ De rest knikt instemmend, maar: ‘Eerst eens op 18 september een mooie show neerzetten.’