Rookmachines vullen het podium, een grote gloeilamp hangend aan een lange draad brengt het enige licht dat de zaal nu lijkt te kennen. Drie mysterieuze gedaanten lopen het podium op. Een gitarist, een drummer en een bassist. Zonder aankondiging begint de band met het vormen van een geluidsmuur. De grote gloeilamp begint op het gehuil van de gitaar te pulseren. De drummer laat zijn bekkens dansen op het drumstel en brengt geleidelijk de snelheid omhoog. Hij kijkt je aan met zijn ogen wijd open, alsof hij op de vlucht is. De drummer neemt je mee in deze vlucht. Het is een vlucht naar een andere plek, een plek die niet aanvoelt als een poppodium, maar als een bos waar het enige dat je bij je hebt om jezelf te voorzien van licht een zaklamp is. De intensiteit blijft alsmaar toenemen, als er op een gegeven moment licht begint te branden onder de drumkit. Alsof de drumkit vlam begint te vatten. Dat vuur wordt gedoofd door het doemgeluid dat de geluidsmuur doorbreekt als een stootkogel. De tempowisselingen brengen veel dynamiek. Dit concert voelt als het luisteren naar een klassiek stuk en niet als het ‘gebruikelijke’ blackmetalconcert. De Fransmannen stoppen abrupt met spelen. Ze tillen hun instrumenten omhoog en buigen het hoofd nederig naar het publiek dat een uur aaneengesloten aandachtig heeft geluisterd.
Afgelopen woensdag keerde de Amerikaanse blackmetalformatie Wolves In The Throne Room terug naar 013. Op diezelfde plek gaf de band in april van dit jaar tijdens Roadburn al een voorproefje van zijn laatste album. Dat album, Thrice Woven, betekent een terugkeer naar de black metal, en dit concert betekent een terugkeer naar Tilburg. Dat doen de Amerikanen deze avond met het Franse Aluk Todolo.
Aluk Todolo
Wolves In The Throne Room
De grote lamp dooft en een dame in een zwart gewaad loopt het podium op en blaast wierook de zaal door. Het is de geur van Cascadiaanse black metal. De lucht is een penetrante odeur die alle hoeken van de zaal haalt. Op het podium is te zien hoe de dame positie neemt achter een synthesizer. Het lijkt het teken voor de andere bandleden om het podium op te komen. Vrijwel meteen beginnen de andere leden te spelen. Het is volle maan in 013, want de wolven worden wild en hun gitaren beginnen te huilen. Vanuit de drumkit komt een blastbeat die de rest van de avond lijkt te duren. Het publiek wordt overladen met een geluidsmassa waar de vocalen van frontman Nathan Weaver onder begraven worden. Deze band doet niet aan refreinen en chorussen maar speelt black metal alsof het klassieke symfonieën zijn. Dat klassieke stuk komt zonder aankondiging ten einde. De mist verdwijnt, de lichten doorbreken de duisternis en plots ontstaat het besef weer dat je je deze avond in een zaal bevond en niet midden in een goede thriller.