Harry Merry
Eén van de meest bijzondere artiesten op het affiche dit jaar is ongetwijfeld Harry Merry, de Rotterdamse eenzaat die zowel fysiek als muzikaal een geheel eigen universum lijkt te bewonen. In de woonkamer van het studentenhuis aan de Tournooistraat is hij echter op merkwaardige wijze op zijn plek. Niet alleen door de nabijheid van de Piushaven, maar bovenal door de alternatieve inrichting van de ruimte – gestoken in zijn onafscheidelijke witte matrozenpakje, met zijn zwarte mascara en witgrijze haardos vormt hij een soort negatief van blackmetalicoon Abbath, die op de poster boven hem prijkt.
Of de muziek van Harry even demonisch is als die van de ex-frontman van Immortal kan men betwisten, maar zeker is dat zijn vreemde interpretatie van sixties pop elke conventionele opvatting van welluidendheid tart. Een oningewijde luisteraar zou in eerste instantie kunnen vermoeden dat de man er op zijn keyboardje de hele tijd net naast speelt, tot het begint te dagen dat dit precies zijn bedoeling is. Het in vrij ruime mate aanwezige publiek weet zijn trekpopachtige mimiek en bizarre composities, die cartooneske namen als ‘Stevie Storm’ en ‘Superhuman Struggles’ hebben meegekregen, in elk geval zeer te waarderen, getuige het applaus en gejoel dat in de pauzes tussen de nummers opstijgt. Misschien wel het grootste succesnummer van deze editie. (MdW)