Incubate mei 2016: de zondag-blog

Recensies van o.a. Health&Beauty, Terry Malts, Mantar e.v.a.

Redactie 3voor12/Tilburg ,

Drie dagen Incubate, en het zit er weer op. Het is voor de redactie van 3voor12/Tilburg even wennen, maar het nachtwerk is er niet minder op geworden. Wij hebben ook van de laatste dag van de eerste editie Incubate nieuwe stijl weer goed genoten en geven je een dwarsdoorsnede van de zondag.

Health&Beauty: lekkere opwarmer voor laatste Incubate-dag

We zijn pak 'm beet een half minuutje onderweg als de organist en drummer van Health&Beauty al met gesloten ogen in een onstuimige groove zitten, om daar de resterende 44,5 minuut van hun optreden niet meer uit te komen. Het trio uit Chicago grossiert in jazzy funk (of funky jazz, zo u wilt) met een poppy randje. Zanger Brian Sulpizio - die met zijn warrige haar en jampotbril sterke gelijkenissen vertoont met een computerprogrammeur anno 1980 - gooit er af en toe een hoge zanglijn uit, maar houdt het toch vooral bij springerige gitaarlijnen.

Die naam: what up?
Geen idee. Ja, de heren zien er op zich gezond uit. En drummer Frank (die grote gelijkenissen vertoont met Dave Grohl) is er een van het type 'mooie jongen'. Maar verder: keine Ahnung.

Referenties?
Lastig. De muziek van de heren laveert tussen Beefheart-achtige freakjazz en poppy nummers die aan Avi Buffalo doen denken. Met hier en daar een piepklein vleugje Doors (dat orgeltje!).

De moeite waard dus?
Jawel. Zeker het eerste halfuur vervelen we ons niet: het trio piept en kraakt en wisselt rustige jazz af met plotselinge erupties waarin de band goed uit zijn slof schiet. Dat kan niet verhullen dat het geroffel na een nummertje of zes wel een beetje gaat vervelen. Maar een uitstekende opwarmer voor de Incubate-zondag. (JP)

Dresden/Leningrad: gezellige liedjes over oorlog

Nederlandstalige doom? Jazeker! Voor het Incubate-zondagmiddagprogramma vervoegen we ons rond de klok van vijf bij Little Devil, alwaar de heren van Dresden/Leningrad de matig gevulde zaal trakteren op een klein uurtje loodzware riffs en hel en verdoemenis.

Waar gaat het over?
Oorlog.

Oorlog? 
Yep, oorlog. De Amsterdammers halen hun inspiratie uit boeken en documentaires over de twee wereldoorlogen in de vorige eeuw. Het slagveld wordt bezongen in lang uitgesponnen nummers voorzien van Nederlandstalige teksten.

Nederlandstalige doom: geinig idee. Maar werkt het ook?
Mmm. De eerste twee nummers kennen te weinig variatie om echt te kunnen boeien: te weinig dynamiek, en zanger/gitarist Sebastiaan had net zo goed in het Swahili kunnen zingen - de vocalen worden bedolven onder een grote gitaarmuur. Spannender wordt het vanaf het derde nummer: meer dynamiek, meer gelaagdheid. Gek genoeg verlaten de eerste mensen juist nu de zaal. En dat is jammer, want ze missen het beste gedeelte van het optreden. Het laatste nummer begint met een hypnotiserende, loeizware groove die de hoofden langzaam in beweging zet. (JP)

Drvg Cvltvre boeit in een onverbiddelijke duisternis

Oef: De Grote Zaal van de NWE Vorst is een crime voor iedereen met last van nachtblindheid tijdens Drvg Cvltvre, beter bekend als Incubate-eindbaas Vincent Koreman. Het licht is beperkt tot de entree, het logo van het festival achter op het scherm, en alles wat aan apparatuur in het gezicht van Koreman schijnt. De duisternis sluit naadloos aan op wat de Tilburger weet te produceren: een geluidsstroom dat het midden houdt tussen ambient en soundscapes. Beats zijn aan het begin niet te herkennen, maar een pulserende baslijn geeft een traag ritme aan. Noise-erupties scheiden de afgebakende 'nummers' zover je daarvan kan spreken. Ruimte is er ook voor een krautig middenstukje waarna het tempo weer naar beneden wordt geschroefd. Het vergt allemaal de nodige concentratie, maar wie er goed in zit, wordt gegrepen door de dronende klanken die genoeg variatie bieden.

Hè, weer een act op Incubate van iemand uit eigen gelederen?
Ja, na Ggu:ll en oud-stagiair Yannick Verhoeven als Ramses3000 is Vincent Koreman zover wij weten de derde act dit weekend met een rechtstreekse connectie met het festival die zelf staat op te treden. Zal ongetwijfeld schelen in de kosten.

Kon het publiek er wat mee?
Op zich. De doorloop is zeker de eerste driekwartier wel groot; mensen komen en gaan, maar er blijven steevast rond de dertig staan. Of zelfs zitten terwijl de NWE Vorst daar niet op is ingesteld, een enkeling gaat er zelfs bij liggen om alles te ondergaan. In het laatste kwartier wordt het zelfs wat drukker, maar dat lijkt meer vanwege het feit dat Arpanet meteen na Drvg Cvltvre mag aantreden.

Is dat nou Kraftwerk als uitsmijter?
Jazeker! De herkenbare klanken van 'Autobahn' worden ingezet, en we 'Fahren fahren fahren auf die Autobahn'. Een verrassende wending na al het sonische geweld. Er tekent zich een lach op het gezicht van Koreman. Een leuke kwinkslag. (BvD)

Gezapig Varg had niet gehoeven

'Varg' is Zweeds voor 'wolf', maar wie een wild beest hier verwacht, komt bedrogen uit. De eenzame Zweed stond vorig jaar tijdens Incubate nog als gastmuzikant op te treden bij noise-rockers Destruction Unit, nu mag hij het met de mei-editie het solo proberen in de kelder van 013. Die blijkt tegen het eind aan amper weerstand te bieden tegen de dark ambient van de muzikant en alles bij de bar meeresoneert met de zoemende bassen. Het is het enige spannend momentje in een set die voor de rest vooral gezapig aandoet. Er valt simpelweg te weinig ontdekken tussen de lagen. Daarin mag hij een voorbeeld nemen aan Drvg Cvltvre die zijn set nog mooi gedoseerd wist te spreiden over de beschikbare tijd. 

Het is wel een productieve vent, toch?
Zeker, hij schijnt in 2015 meer dan tien albums te hebben gemaakt, maar luister naar die albums; begint dat op een gegeven moment niet allemaal op elkaar te lijken?

Daar staat wel het een en ander leuks op...
Ja, mee eens, maar dat heeft Varg hier vanavond veel te weinig laten zien.

En was het druk?
Totaal niet. Op Twitter werd er al geklaagd dat de overlap met Arpanet al groot was, en dat werd alleen maar erger omdat Varg een kwartier later begon. Jammer. (BvD)

Bathsheba speelt met doom, stoner en dramatiek

Gooi melodramatische doommetal en rechttoe-rechtaan stonerrock in een muzikale blender en je hebt Bathsheba. De unieke vocalen van frontvrouw Michelle houden het publiek tot het einde in haar greep, en het is dan ook direct duidelijk dat zij degene is die de Belgische band draagt.

'Love Inside Me', klinkt wanhopig door de zaal. De pure emotie wordt door middel van duistere zang en getrainde grunts overgebracht en doorklinkt de gehele set in de rauwe stem van Michelle. Naast downtempo doom kunnen lichte deathinvloeden de boel wat opsmukken. Dat blijkt nodig: ondanks dat Bathsheba prettig en intens aandoet, mist soms de muzikale expertise om de aandacht van een uitgeput Incubatepubliek écht vast te houden. Toch grijpt die duistere dramatiek je dan weer zo genadeloos bij de keel dat je bijna vergeet dat de formatie de helft van de set met de rug naar het publiek toe speelt.

Waarom doen ze dat?
De drummer heeft nu eenmaal een kleine rol in de theatrale muziekeenheid die bijna volledig om Michelle draait, dus het is best begrijpelijk dat ze hem ook wat aandacht gunnen. Maar hé, het mag wel iets interessanter op muzikaal vlak, wil je daar goed mee wegkomen.

Zijn die brakke metalheads nu niet juist toe aan een wat simpelere set?
 Wellicht. De stonerinvloeden zijn in ieder geval makkelijk verteerbaar voor als je al wankelend geen puf meer hebt om te headbangen.

Bathsheba, waar staat dat in hemelsnaam voor?
Nat kattenvoedsel? Een vissersdorp ergens in fucking Barbados? Het kan allemaal, maar eigenlijk weet niemand waar de naam in dit geval naar verwijst. Maakt ook niet uit, het past wel bij de chaotische charme waarmee de formatie het podium versiert. (EvdV)

Energiek noiseduo BLAEGGER blijkt ideale invalact

Het was voor sommigen wellicht een verbazing, toen er opeens slechts twee Vlaamse heren op het podium van Extase stonden. The K zei op het laatste moment af, waardoor het Hasseltse duo BLAEGGER hun noiserock in Tilburg mocht laten horen. Een drummer en een gitarist, die perfect op elkaar afgestemd wat kekke kreten in de microfoon schreeuwen. Het wisselt zich af met langere instrumentale stukken en gezang, wat allemaal samen kwam in een hele hoop energie. Strak, met veel gitaar, een hoop percussie en de nodige humor. Al was de opkomst in de zaal nogal schaars, hier lieten de mannen zich zeker niet door weerhouden.

Noise dus. Geeft dat evenveel herrie als de naam illustreert?
Het is een hoop gerag, maar wel heel tof gerag. De heren weten elkaar precies te vinden binnen hun warrige noise, waardoor ze het fijn samen laten komen in een goeie combinatie met rock.

Twee man, dat is niet zo veel eigenlijk he?
Eigenlijk is het voor de heren precies genoeg. Bij nog een bandlid met dezelfde hoeveelheid energie, zou je zintuigprikkeling al volledig van het padje af zijn.

Leuke herrie enzo hoor, maar voor de hypothetische autisten: is er iets van structuur?
Geen zorgen kinders, hun muzikale inzet bevat meer structuur dan de regering van hun thuisland had. (CK)

Mantar sloopt halfleeg Extase met diverse metalgenres

Het vernieuwende Mantar uit Duitsland bewijst het maar even: experimentele metal is een statement op Incubate 2016. Hardcore, sludge en doom wisselen elkaar in rap tempo af, en dat is best een prestatie voor een bandje dat maar twee leden telt.

Het publiek is er maar nauwelijks klaar voor: de Extase is aan de lege kant en veel drukker tijdens de set wordt het ook niet. Dat is vreemd, want de passie spat van het podium en verwikkelt zich fijntjes met de keiharde metal. Om het warm van te krijgen; vocalist Hanno vindt een shirt niet nodig en laat zich vurig los op zijn gitaar terwijl de brute grunts door de zaal klinken. Drummer Erinc valt qua uitstraling iets minder op, maar dat is zeker niet te zeggen over zijn muzikale prestaties: de heren voelen en vullen elkaar feilloos aan terwijl ze zelfs wat black metal invloeden door de harde nummers heen gooien.

Is dit dan wel het juiste podium?
Dat valt te betwisten. Hoewel er echt wel wat enthousiaste fans ten volste losgaan ontbreekt er toch een bepaalde donkere sfeer om de muziek mee aan te vullen.

Meer een band voor in Little Devil?
Zeer zeker. Al helemaal wanneer het Incubate programma toch al bruist van de doom.

Missen we hier een bassist?
Nee. Wanneer de gitaarnoten zo helder, stevig en gelaagd klinken laat de muziek nu eenmaal weinig te wensen over. (EvdV)

Even onthaasten met Nap Eyes in Paradox

Ze ogen als een ietwat ongemakkelijke band, vooral wanneer de Canadezen van de indie rockformatie Nap Eyes bij aanvang elkaar wat schaapachtig staan aan te staren. Al snel blijkt waarom: het vierde bandlid komt het podium op gesneld (‘’Ah, our bass player is back from the bar) en dan kunnen ze eindelijk van start. De set begint met het met melancholische ‘Mixer’, wat tevens de openingstrack is van hun laatste album ‘Thought Rock Fish Scale’. De nummers van Nap Eyes zijn perfect om deze Incubate-zondag mee te beginnen.

Het merendeel van het publiek zit op stoeltjes, maar geniet zichtbaar. De dromerige liedjes die zanger Nigel Chapman ten gehore brengt toveren bij menigeen een glimlach op het gezicht. In de zaal deinen de hoofdjes en beentjes voorzichtig mee op de maat van de muziek. De show kabbelt kalmpjes voort, alle nummers hebben ongeveer hetzelfde ritme, maar aan het einde zetten de Canadezen een klein tandje bij. Paradox ontwaakt uit zijn roes na deze heerlijk onbedwongen set van Nap Eyes.

Ongemakkelijk ogend?

Ja, het zijn echt een stel nerds bij elkaar. Maar dat maakt ze ook zo aandoenlijk. Vooral zanger Nigel Chapman ziet eruit als het stereotype gamer.

Awkward

Zeker, maar ‘awkward’ is ook wel een beetje hun ding. Moeten ze niks aan veranderen. Is leuk. Vooral als Chapman de bandnaam even wil duiden: ‘’We’re called Nap Eyes. It’s like.. sleeping.. and.. eyes’’.

Misschien een gebrek aan podiumervaring?

Misschien wel, misschien ook niet. Maar het maakt ze juist ontzettend likeable. (JJ)

Terry Malts kan beter dan een stadskelder

Terwijl de laatste incu-avond inmiddels begonnen is, beginnen de mannen van Terry Malts aan hun set in de donkere stadskelder. Amerikaanse garagerock, gemengd met post-punk, waarmee de mannen een erg lekkere set neerzetten. Op het eerste oog lijkt het allemaal vrij Brits, door het stijlgebruik, de uitstraling en hun tempo. Iets wat de heren zeker siert en het publiek ook erg lijkt aan te staan, gezien de stadskelder weer goed vol staat.
Wanneer de mannen later ook op de afterparty in Extase hun live-kunsten vertonen, benutten de Incubate gangers volledig de kans om al het geschonken bier eraf te dansen. Fietslampjes, feesthoedjes en een podium waar de band vele malen beter tot zijn recht komt, dan in de stadskelder.

Nog een afterfeestje? Lag iedereen niet al in foetushouding naast het toilet?
Zeg, nu het ingekort is, moet er ook van genoten worden! Bovendien kwam die climax later pas.

Passende keuze, als afsluitact?
Aan het publiek te zien: ja. De Amerikanen leken veel beter tot hun recht te komen, binnen de Extase-zaal. In de stadskelder was zeker niet slecht, maar het kon klaarblijkelijk gewoon beter. Zo had niet alleen het publiek feest; de band zelf ook. Met hoedjes, uiteraard.

Volgende keer geen hotelkelder voor de mannen meer, dus?
Doe maar niet, het verdient gewoon beter. (CK)

Claw Marks overweldigende afsluiter van stadskelder

Als er één quote niet toe te passen valt op de mannen van Claw Marks, dan is het ‘’less is more’’. Nadat de Britten de Tilburgse meimarkt hebben geplunderd, komen ze inmiddels hun outfits showen in de stadskelder. Eskimojassen waar de halve zaal in past, politiepetten, tennisbroekjes, leren broekjes en schapenvachten. Het is allemaal wat veel. Wanneer de zanger zich van zijn bondkledij ontdoet en er een nog heftigere vacht uit zijn borst blijkt te groeien, begint de verwarring in de zaal ook toe te slaan. Waar zijn we in vredesnaam beland.
Terwijl de knoeiharde noise/post-punk verder speelt, beklad de zanger zijn hoofd met nog wat meer schmink. De zaal houdt het allemaal niet meer bij, tot de zanger er –tussen het publiek- even bij gaat liggen. Met een verdwaalde blik kijkt de zaal naar het druipende schminkzweet van de zanger. Nee, hier is het inderdaad nog te vroeg op de avond voor.

Was er dan niemand die zijn meimarkt-noise-punk-behoefte hierin kwijt kon?
De voorste moshpitrij. Echter was het voor hen vermoedelijk niet meer zo ‘vroeg op de avond’.

En hoeveel ‘beborsthaarde Britse mannen’-zweet heb je precies op je gekregen?
Meer dan ik me op had voorbereid, zeg maar.

Maar het was hun eerste keer in het buitenland, toch?
Correct. Uiteraard absurd genoeg om op een festival als Incubate te staan, alleen kwam alle hectiek de kwaliteit van de muziek niet echt ten goede. (CK) 

Eurovision meets underground bij Prince Rama

Cul de Sac is goed gevuld op de vroege zondagavond. Niet voor niets: op het podium staat Prince Rama, een uiterst dansbaar synthpoptrio rond de zussen Taraka en Nimai Larson.

Hoe staan "we" erbij?
Goed.  Zangeres Taraka lijkt rechtstreeks uit een Spinal Tap-film te komen: gifgroene legging, big hair en een cocksure attitude waar Sjaak Swart een puntje aan kan zuigen. Een zelfde gifgroene legging plakt aan de onderkant van drummer Nimai (die haar slagwerkkunsten staand (!) vertoont), terwijl gitarist/toetsenist Ryan Sciaino gehuld gaat in een fraaie oranjegroene outfit (Kruikenstad rules!). Op een gegeven moment belt 1986 op: ze willen hun leggings en kapsels terug.

Ja, geestig. Maar waarom duurt het zo lang voordat Prince Rama begint?
Iets met een kapotte microfoon, of zoiets. Gelukkig lullen de twee dames en de ene heer de tijd - in de beste Jean Nelissen-traditie - vakkundig vol. Is Tilburg eigenlijk een leuke stad? ('We like it so far. It's like Seattle.') Dat werk. Na een minuut of tien gaan we dan eindelijk van start.

En, is het het wachten waard?
Absoluut! Taraka schreeuwt, zingt, kronkelt, daagt uit, trekt een jongeman het podium op voor een dansje, duwt willekeurige bezoekers een microfoon onder de neus en verkent de Cul-kuil. Later zal ook drummer Nimai zich in het off stage entertaimentgeweld storten. Maar vergis je niet: afgezien van alle jolijt, vervelen de New Yorkers ook muzikaal geen moment. Scissor sisters meets Hole meets Bow Wow Wow: geen centje pijn. Een vleugje Eurovision op Incubate: voorwaar geen straf op deze eerste Pinksterdag. (JP)