Blijkbaar grijpt een groot deel van alternatief Tilburg dit concert aan voor een soort informele nieuwjaarsreceptie, want reeds ver voor het aangegeven aanvangstijdstip is de zaal gezellig vol, worden er hier en daar handjes geschud en vloeit het gerstenat rijkelijk. Een dergelijke voorbereiding komt de sfeer natuurlijk ernstig ten goede, en op het moment dat de ook niet meer geheel nuchtere band uiteindelijk de planken betreedt zit de stemming er dan ook al stevig in. Van dit momentum wordt handig gebruik gemaakt door de inzet van een rauw & energiek nummer, waarin de bijdrage van het nieuwe bandlid (een gitarist die met zijn zwarte kledij, hakschoenen, strak achterovergekamde haar en volgetatoeëerde armen wel een typische representant van Eindhoven motor-, pardon rockcity mag worden genoemd) meteen goed hoorbaar is.
Stuurbaard Bakkebaard krijgt warm onthaal in Cul de Sac
Eindhovenaren spelen ´thuiswedstrijd´ in het Tilburgse
Soms, heel soms, passen band en omgeving zo goed bij elkaar, dat men welhaast zou kunnen spreken van een perfecte match. Iets dergelijks gebeurde afgelopen donderdag in Cul de Sac, toen Stuurbaard Bakkebaard, na een periode van afwezigheid, eindelijk weer eens in onze thuisstad op de planken te bewonderen was. Hun mix van Captain Beefheartesque blues en alternatieve pop met een vleugje stoner en een onmiskenbaar Vlaams aandoende twist, vormt precies het soort muziek waar de fervente Cul-bezoeker warm voor loopt. Die gaf dan ook luidkeels blijk van zijn bijval in de plezierig drukke huiskamer voor Tilburgse artistiekelingen.
De set is echter bijzonder afwisselend en elk nummer heeft zo zijn eigen instrumentarium: de bassist switcht geregeld van elektrische naar staande bas, de zanger pakt er vaak een gitaar bij (waarvan hij een indrukwekkend arsenaal achter zich heeft staan), wat er soms in resulteert dat de nieuwe aanwinst even niets te doen heeft, die op zulke momenten maar bescheiden in een hoek van het podium neerhurkt. De verlicht, fel of ook wel gedrogeerd uit zijn helblauwe ogen starende frontman is echter sowieso al de onvermijdelijke blikvanger, die uitstekend wordt gesecondeerd door een aanvankelijk wat droef maar stemmig ogende bassist en een drummer die een bijna autistisch behagen in zijn geroffel lijkt te scheppen, iets wat men iedere muzikant wel zou willen toewensen. In de met veel gejoel afgedwongen toegift komt zelfs een nummer voorbij dat helemaal niet op de setlist staat, naar aanleiding van het dringende verzoek van een der bezoekers – een geste die tekenend is voor de uitermate gemoedelijke sfeer.
Had men nu de eigen merch niet vergeten, dan zou de band na afloop van het optreden zeker goede zaken hebben kunnen doen, maar deze kleine omissie laat onverlet dat musici en publiek kunnen terugkijken op een knallend begin van het nieuwe jaar. Moedig voorwaarts, bebaarde zeelieden van de klankoceaan!