Openbaarding in Kleine Zaal met The Beards

Ruwe Australische baarden strelen het gehoor

Eline Sips ,

Op Valentijnsdag stond ook 013 in het teken van de liefde. Niet die typische liefde tussen man en vrouw die je uitdrukt met veel gezwijmel, rozen en chocolade. Nee, in een uitverkochte Kleine Zaal werd de pure, ruwe liefde verklaard tussen de échte man en zijn geliefde baard.

Voor aanvang van het concert vult de zaal zich met mannen met baarden, mannen met nog grotere baarden, langere baarden, vollere baarden, vrouwen met nepbaarden en hier en daar zelfs een onwennig fris gladgeschoren gezichtje. Wanneer de lichten dimmen verenigen alle bebaarde mannen in de zaal zich en gaan de vuisten in de lucht; “beards beards beards!”. The Beards betreden het podium en zetten met de tekst “I like beards” de toon van de avond. 
 
“Wij zijn The Beards, we hebben baarden, we verwelkomen iedereen met een baard en het volgende nummer gaat over baarden”, aldus leadzanger Johann Beardraven. 
Over The Beards moet men geen voorbaarddige conclusies trekken: Ondanks de humoristische ondertoon klinkt de rock zeer aangenaam en zwiept het hoofd- en gezichtshaar lekker in het rond tijdens het headbangen. De zanger, die qua stem iets weg lijkt te hebben van Jack Black, weet ook nog een aantal aardige saxofoonsolo’s te spelen. Het drumtempo ligt hoog en de gitaren klinken lekker, met uitzondering van de korte gitaarsolo door de baardharen van Facey McStubblington. 
 
Halverwege het optreden wordt de trofee voor “de meest indrukwekkende baard” uitgereikt aan iemand uit het publiek. De winnaar, een twee meter lange, rossig bebaarde man met de bijnaam ‘The Big Red’, neemt trots het piepkleine trofeetje in ontvangst. Onder enthousiast gejuich en de kreet “all hail big red!” verlaat hij het podium. Heel anders gaat het er aan toe wanneer een meisje van 18 jaar het podium moet betreden. Onder luid boegeroep mag zij de trofee voor “algeheel slechtste baard” in ontvangst nemen. Nepbaarden worden het podium opgegooid en snel doet ze er een om, om een einde te maken aan de ‘schaamteloze vertoning’. 
 

Alles draait om gezichtshaar

De avond draait niet alleen om The Beards. Ook andere bands krijgen een moment van aandacht. Zo wordt er gezongen: “I don’t like the Arctic Monkeys, I like Beards” en “Er was eens een band met de naam Kings of Leon. Ze scheerden hun baard af en nu zijn ze shit.” 

Het maakt niet uit of het een droevig nummer is of een stevige powerballad; elk nummer draait maar om één ding: gezichtshaar. Baarden worden tegen elkaar aangewreven, gestreeld, gekroeld en na ieder nummer weer zorgvuldig in model gekamd.  Voor het publiek is het een ontmoeting van gelijkgestemden. Voor velen zijn de complimenten die ze voor hun baarden ontvangen, een heuse openbaarding.  

Tijdens het laatste nummer, You Should Consider Having Sex with a Bearded Man, trekt zanger Johann Beardraven plotseling zijn shirt los. Hierachter schuilt een schaarsbehaarde torso. Het gebrek aan borsthaar en de kwetsbaardheid van zijn laatste hoge uithaal zorgen voor een weinig behaarde climax van een zeer harig concert.