013 wil zich organisatorisch bewijzen met nieuw poppodium 010

Directeur Frens Frijns over het plan om een nieuw poppodium in Rotterdam te beginnen

Flip Kloet ,

De verbouwing hier moet nog beginnen, maar 013 is alweer serieus bezig met verdere uitbreiding. Onlangs diende het Tilburgse poppodium een plan in bij de gemeente voor het opzetten van een nieuw podium in Rotterdam. De organisatie droomt van één zaal waar tussen de 700 en de 1200 bezoekers hun favoriete acts kunnen zien. 'Organisatorische synergie' is daarbij het uitgangspunt. De gemeente Rotterdam kiest in februari de drie beste ideeën uit elf inzendingen. Frens Frijns, directeur van 013, schat zijn kansen in en vertelt wat de plannen zijn.

De gemeente vroeg om een plan met locatie, maar die ontbreekt in het verhaal van 013. Hoe komt dat?
“Dat weten we nog niet, maar dat is een bewuste keuze. Het plan, de levensvatbaarheid en de visie zijn naar onze mening voor nu het belangrijkste. Misschien is het een reden om ons af te wijzen en mocht dat het geval zijn: So be it. Het is belangrijk om dit soort beslissingen samen met de gemeente Rotterdam te maken. Zij weten wat ze met de stad willen, zij zouden de vestiging van een poppodium planologisch in moeten zetten. Daarmee dient het podium meteen meerdere doelen en krijgt het dus ook meteen meer bestaansrecht. Wel hebben we een kader geschept met punten waaraan de locatie moet voldoen.”

Een nieuwe locatie onder een en dezelfde organisatie. Levert dat dan ook iets op voor bezoekers van 013?
“Dat is het belangrijke uitgangspunt binnen dit plan: de over-en-weersynergie tussen de twee zalen. Voor Rotterdam is het interessant dat ze een grote machine krijgen die het wiel al honderd keer uitgevonden heeft. Voor ons is het goed om er een zaal bij te krijgen in een booming metropool, waardoor wij op een andere manier met onze relaties omgaan. Ons vak is puur een relatienetwerk en op het moment dat je meer zalen hebt, kun je een betere positie bij je leveranciers ontwikkelen. Maar het belangrijkste: het worden twee zalen, die samen in een organisatie zitten, met ieder hun eigen identiteit.”

Is het ook een kans om de opkomende concurrentie vanuit de Randstad te sturen?
“Ik weet niet of je de concurrentie er direct mee stuurt, maar je hebt wel meer contact met bijvoorbeeld boekers. Je hebt dus wel meer aanwinst. Maar kijk: er komt hoe dan ook een popzaal voor 700 tot 1200 bezoekers in Rotterdam. Nu is dat niet de grootte waarin 013 het meest actief is, dus heel kwetsbaar qua aanbod zijn we niet. Negen procent van onze bezoekers komt uit Rotterdam, dus het zal op die manier enigszins concurreren. Maar de manier waarop wij het vormgeven, is het alleen maar goed als er mensen naar Rotterdam gaan.”

Gaat er eigenlijk ook Tilburgs geld naar het nieuwe project?
“Nee, uiteraard niet! We gaan alles strikt gescheiden houden. 013 zal nooit risico lopen met de Rotterdamse zaal en andersom natuurlijk ook niet. Dat gaan we juridisch helemaal scheiden en er gaat zeker geen gemeenschapsgeld van de een naar de andere stad. Ook als 013 meer eigen vermogen opbouwt, zal er geen geld van Tilburg naar Rotterdam vloeien mocht het daar bijvoorbeeld fout gaan. We willen de winst met elkaar vinden, maar dat soort risico’s samen uitsluiten.”

En hoe worden de kansen geschat?

Ons plan staat als een huis, maar we zijn natuurlijk geen Rotterdammers. Dat maakt ons misschien wat zwakker. We zijn echter wel het enige plan dat met een nationale in plaats van een lokale blik kijkt. De gedachte is om een bedrijf op te richten met twee nationale vestigingen. 013 trekt over het hele land mensen. Op het moment dat je maar één vestiging hebt, blijf je toch een soort navelstaarder. Je kijkt altijd naar wat er binnen ons circuit gebeurt. Op het moment dat je twee vestigingen hebt in verschillende delen van het land, dan kun je niet eens meer navelstaren. De nieuwe organisatie moet zo ingericht worden dat er twee gelijkwaardige podia in kunnen bestaan. Die gelijkwaardigheid is essentieel om dit plan te laten slagen.”