Stage01 te groot voor The Rhythm Junks

Paul Timmermans ,

Zelfs de kleinste zaal van 013 (Stage01) lijkt te groot voor 'The Rhythm Junks'. Ongeveer dertig mensen zijn er komen kijken, maar de helft hiervan heeft geen aandacht voor de mannen uit Belgïe. Bij de meest dansbare stukken muziek staat er één oude, enigszins grijze man te dansen voor het podium met een blond biertje in zijn hand: hij geniet. Het optreden voelt een beetje aan als je eerste slowdance op je eerste feestje: de muziek is mooi, maar als de afstand maar zo groot mogelijk is.

Maar voordat het zover is, komen de Tilburgse jongens van 'The Red Phone' het publiek opwarmen. Alle vier mooi in pak, inclusief stropdas, beklimmen ze het podium. Geen 'hallo', geen intro, geen gelul, meteen muziek. Het publiek staat voornamelijk achterin de zaal en hangt wat achterover. Af en toe gaan er wat hoofden op en neer, maar het blijft redelijk rustig. Ze spelen vier nummers voordat de zanger het eerste woord aan het publiek richt, met een simpel 'Dank je wel!' En meteen weer door naar het volgende nummer. De muziek klinkt prima, maar is weinig verrassend.

'Na een lange week werken, file en stress heb ik eigenlijk wel zin in een feestje, dus nog een paar liedjes en daarna gaan we feesten', zegt de zanger als ze nog drie nummers verwijderd zijn van het einde van de set. Bij deze zin verwacht je dat er daarna een actief nummer komt om een feestje op te bouwen, maar dat valt tegen. 'The Red Phone' sluit hun set af en breken de set op om ruimte te maken voor de Vlamingen.

'The Rhythm Junks' komen op, installeren zich en beginnen bijna op een fluisterende toon muziek te maken. De frontman, Steven de Bruyn, bespeelt zijn harmonica zachtjes, langzaam zwelt het aan en beginnen de drums op te komen, maar het lijkt even te duren voordat het publiek dit doorheeft. De meeste mensen staan met elkaar te kletsen en het duurt eigenlijk tot na het eerste nummer voordat wat van de aandacht bij de band is. Dat is mede omdat de zanger nadrukkelijk vraagt of iedereen wat naar voren wil komen: "Ik wil het wit in jullie ogen kunnen zien!" Maar hier wordt weinig gehoor aan gegeven. Ondanks het gebrek aan betrokkenheid van het publiek, spelen de heren uit Vlaanderen met veel passie en plezier. Als De Bruyn de mondharmonica bespeelt, dan bespeelt hij hem goed. Met zijn hele ziel en zaligheid stort hij zich in de muziek, het lijkt wel alsof hij lucht uit al zijn ledematen haalt. Het is mooi om te zien hoe de wat oudere drummer lachend toeziet hoe de twee jongere mannen op de voorgrond muziek maken. De drummer wordt ook door de frontman geïntroduceerd als 'uit een goed bouwjaar'. De mannen maken met elkaar muziek, maar ze krijgen alledrie de ruimte om individueel te laten horen wat ze waard zijn. De muziek klinkt krachtig en is erg dynamisch, maar het is jammer dat de zaal niet goed bereikt wordt. Voordat ze het nummer 'Cooking With An Empty Fridge' spelen, vertelt de frontman dat dit nummer vooral voor de muzikanten in de zaal is, omdat zij weten hoe dit voelt. Maar ook hier blijft een echte reactie weer uit. Het nummer is, ondanks de titel, erg vrolijk en blijft lang hangen. De muziek is mooi en wordt met veel overtuiging gebracht, maar weet het kleinste zaaltje van 013 toch niet echt te bereiken. In België zijn de Vlamingen ontzettend populair, maar in Nederland heeft het nog de tijd nodig om te groeien. Misschien over een jaar nog een keer proberen.