Funebrarum en Undergang laten old school death herleven in Little Devil

Amerikanen en Denen ontbloten eensgezind verrotte wortels van het genre

Wouter de Waal ,

Over publieke belangstelling hoefden Funebrarum en Undergang niet te klagen, afgelopen dinsdag in Little Devil. Voor een afgeladen zaal lieten de beide bands tijdens hun enige Nederlandse show gebroederlijk horen hoe primitieve death metal moet klinken.

UNDERGANG
De avond wordt geopend door het Deense trio Undergang, dat er onmiskenbaar eer in stelt een zo rot en blubberig mogelijk geluid te produceren. Waar death metal (zoals de meeste subgenres in het metalen domein) in de loop der tijd een steeds technischer karakter heeft gekregen, grijpt Undergang onverholen terug naar de smerige basis. Geen virtuoze loopjes of decoratieve drumpatronen te bekennen dus, enkel een ongemeen lage en lompe geluidsbrij die zich met vuil genoegen door de boxen wurmt. Individuele instrumenten en zang verzinken in deze elementaire modderpoel, waaruit bij tijd en wijle hooguit een verstikt doodsgereutel ontsnapt. Afgaande op de tussen de bedrijven door vermelde titels van nummers brult men overigens in de eigen taal, maar dat vormt binnen deze muziekstijl natuurlijk geen bijzondere belemmering voor de verstaanbaarheid. Alleen in de afsluitende Bolt Thrower cover schakelt men over op het Engels, waarbij een lid van Funebrarum voor de gelegenheid de vocalen voor zijn rekening neemt. Een buitengewoon stemmige eerste (doods)akte.


FUNEBRARUM
Voor de tweede verplaatsen we ons naar de andere kant van de Atlantische Oceaan, waar we Funebrarum aantreffen. Ondanks de geduchte geografische afstand ademt de vervolgset dezelfde sfeer van ontbinding als de voorgaande. Weliswaar is de vocale en instrumentale aanval van de Amerikanen iets transparanter dan die van de Deense collega’s, met duidelijker gestructureerde nummers waarin hier en daar zelfs een solo te ontwaren valt. Die klinkt echter steevast zo bot en onbehouwen dat je nauwelijks van franje kunt spreken, en het collectieve effect blijft dat van een ruwe stomp in de ondermaag. Het in groten getale opgekomen publiek (waaronder opvallend wat crustachtige types, tekenend voor de punkinvloed in de oude death/grind scene) weet het geheel zichtbaar op waarde te schatten en zet de boel bij vlagen behoorlijk in beweging voor het podium. Net als bij het vorige concert is er aan het slot nog een vocale bijdrage van een lid van de andere band, waarna de bezoekers uiteindelijk tevreden huiswaarts kunnen keren, in het prettige besef dat ouderwets ranzige death metal nog steeds leeft in de door maden bevolkte ondergrond.