De Oostenrijkse Brit (of Britse Oostenrijker) S O H N heeft de wind ongelofelijk mee. Een paar tracks zette hij op Soundcloud - officieel uit op het kleine labeltje Aesop - en meteen wordt hij door allerlei smaakmakers opgepikt. Niet zo gek. Kijk maar. Met drie bandleden met grote stapels synthesizers doet hij iets dat populair is. Hij zou zomaar de nieuwe James Blake of Trentemoller kunnen zijn, nietwaar? Waar Blake voorzichtig tegen de dubstep-bass scene aan schurkt, doen de beats van S O H N eerder denken aan 90s triphop of downtempo elektronica, bij vlagen voelt het juist heel futuristisch. En waar Trentemoller meer en meer koos voor filmisch bombast, houdt S O H N het subtiel.
De eerste twintig minuten levert dat helaas verrassend weinig spannends op. De drie muzikanten vouwen subtiel drie lagen synthesizers over elkaar heen. Ze zijn veel belangrijker dan de beats die er onder liggen. Een van die drie lagen komt nu en dan los van de rest om te veranderen in niet altijd even interessante soloriedeltjes. Pas de tweede twintig minuten krijgen de inspanningen richting. Met name slotnummer The Wheel, een absolute klassesong, met een melodramatische tekst ("I died a week ago, there's nothing left. It's caught on video, the very last breath"), maar vooral met een wervelend palet aan ritmes en melodieën. Als S O H N meer spul van deze kwaliteit kan maken, wordt hij echt een act om rekening mee te houden. Laten we hem die tijd vooral gunnen. (Atze de Vrieze)
#MM13: De Elektronische route met Rocketnumbernine, Retro Stefson, SX en SOHN
Verder: Lapalux, SOHN en Sinkane
De afgelopen twee jaar jaar leek het er even op dat elektronische muziek helemaal aan de kant werd geschoven op Motel Mozaique. Waar in voorgaande jaren nog namen als Hudson Mohawke, The Gaslamp Killer, Trentemoller, 2 Many DJ's en A-Trak te zien waren, bleven de elektronische namen afgelopen jaren vrijwel geheel achterwege. Dit jaar zijn er wederom geen dj's te zien, maar wat betreft elektronische liveacts valt er voor de liefhebber weer te snoepen, met artiesten als SOHN, Lapalux en Rocketnumbernine.
S O H N
Rocketnumbernine
De broers Tom (drums) en Ben (synths) Page aka Rocketnumbernine zijn op avontuurlijke festivals met een elektronische inslag al lang geen onbekenden meer. Four Tet werkte zowel live als op plaat al met de Londense elektronic-act samen en Radiohead nodigde de band persoonlijk uit om als voorprogramma te komen spelen. Waar andere live acts vaak loops maken en daar overeen verder spelen, wordt bij Rocketnumernine elke beat en elke synth live gespeeld. Hierdoor zitten er zo nu en dan kleine hikjes in de nummers, maar voor de ervaring stoort dit eigenlijk amper.
De tracks worden zorgvuldig opgebouwd en zijn allen uiterst dansbaar. De band weet perfect een link te leggen tussen het gevoel van een liveband en het afstandelijke en bezwerende van een dj set, zoals bijvoorbeeld ook Elektro Guzzi dat kan. Grootste nadeel van de set zijn de lange pauzes tussen de nummers, die ervoor zorgen dat er niet lekker doorgedanst kan worden. Rocketnumbernine is een artiest die op ieder festival de overgang tussen een bandavond en een dansnacht bijzonder prettig kan maken.
(Christiaan Walraven)
Retro Stefson
IJsland is goed vertegenwoordigd deze editie van Motel Mozaique, met niet alleen Valgeir Sigurdsson, maar ook de jonge honden van Retro Stefson. Dat er uit een land met nog geen half miljoen inwoners zoveel goede muziek kan komen is gerust bijzonder te noemen. Retro Stefson is in hun thuisland razend populair. Ook de bezoekers van Motel Mozaique weten hen in groten getale te vinden. Corso staat goed vol als de zevenkoppige band zich aandient op het podium. Vanaf de allereerste noot verandert de zaal in een enorme deinende massa. Retro Stefson maakt uiterst dansbare muziek en onder leiding van frontman Unnsteinn Manuel Stefánsson, nu al een meester in het bespelen van het publiek, wordt er gesprongen op alle mogelijke manieren, geschreeuwd en gewuifd met de armen.
Het gaat hen allemaal erg gemakkelijk af. Vooral bassist Logi Pedro Stefánsson staat te grooven alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Het publiek kan geen genoeg krijgen van de swingende, meertalige (afro)pop die Retro Stefson brengt. De band voelt dit aan en Stefánsson betitelt dit optreden als de beste show van deze tour, met het leukste publiek. Retro Stefson geniet zelf duidelijk ook enorm van dit optreden en geeft alles. De energie van de band neemt op geen enkel moment af en de stampende bas die kenmerkend is voor Corso bedient de band goed. Onvermoeibaar rent, springt en danst Stefánsson over het podium, onderwijl vaak theatraal gebarend, terwijl hij het publiek meeneemt van het ene naar het andere muzikale avontuur. Corso zal nog dagenlang nadreunen van deze IJslanders. In Rotterdam zal IJsland nu niet meer alleen bekend zijn om geisers, Björk, Icesave, Sigur Rόs, Eyjafjallajökull en Of Monsters and Men. Retro Stefson mag zich vanaf heden met recht bij dit rijtje voegen.
(Guido den Boer)
SX
Het afgelopen half jaar was een fijne periode voor SX. Het bracht album Arche uit dat in thuisland België goed werd ontvangen, tourde met Yeasayer door Europa en stond voor de tweede maal op Eurosonic. Vandaag staat het trio voor de derde keer in Rotterdam en zoals Stefanie Callebaut het zelf zegt: “Het was elke keer de max.” SX staat vanavond in Corso, een zaal waar genoeg om te doen is, al was het alleen al om het geluid dat ook vanavond weer een negatieve rol speelt. SX is een band die hard speelt, maar vanavond staat het geluid zo hard dat er van een normale geluidssterkte geen sprake meer is.
Het geluid van de Kortrijkers is apart; de band noemt het zelf magnetische pop. Een waarachtige omschrijving, maar de typeringen bezwerend, bedwelmend en hypnotiserend zijn eveneens van toepassing. De dromerige zang, gecombineerd met harde drums en synths, die uit de jaren tachtig lijken weggelopen, maken het tot een geheel waarbij voornamelijk opvalt dat SX veel van hetzelfde produceert. De set mist een echte uitschieter. Kabbelen doet het zeker niet, maar toch denderen de Belgen maar voort zonder heel spannend te worden. Na drie kwartier blijft Corso voor een deel in vertwijfeling achter. SX speelde goed, strak en sterk. Maar echt beklijven deed het niet.
(Klaas Bakker)
Sinkane
Ahmed Gallab is een bijzondere artiest. Hij speelde al bij meerdere bands, waaronder Yeasayer en Of Montreal, maar stapt nu naar de voorgrond met zijn eigen dansbare afrobeat meets elektronica-project Sinkane. In de middag gaf hij met zijn vierkoppige band al een bijzonder sterk voorproefje op het 3voor12 podium en dat lijkt zich te hebben uitbetaald. Voor zijn optreden is Bird vrijwel volledig gevuld en het publiek staat klaar om te swingen op de afrobeatnummers. Die mogelijkheid krijgen ze ook. De Afrikaanse roots van Gallab komen boven in een stevig funkend geheel en hij krijgt de heupen dan ook in no time los.
Hoogtepunt in de set is een lang uitgesponnen versie van Jeeper Creeper, waarbij de afropop en underground dance perfect samenkomen en ook afsluiter Runnin wordt zeer sterk uitgevoerd. Voor een optreden van een uur heeft Sinkane nog net te weinig sterk materiaal, maar ga er ook maar aanstaan met slechts een plaat op zak. Sinkane is een zeer geslaagde liveact die op geen enkel festival uit de smaak zal vallen. Of het nu North Sea Jazz, Lowlands, Into The Great Wide Open, Pitch of State X/New Forms is.
(Christiaan Walraven)
Night Works
Een paar weken geleden bracht Gabriel Stebbing (in eerdere tijden bandlid van Metronomy) met zijn project Night Works de debuutplaat Urban Heat Island uit. Op die plaat is een geluid te horen dat het midden houdt tussen dromerige indie, disco, r&b en electropop, maar dat vooral erg eigen klinkt. De vertaling naar het podium is dan ook niet vanzelfsprekend. Voor zijn eerste optreden op Nederlandse bodem heeft hij gekozen voor de volledige liveversie, met vierkoppige band waarvan hijzelf op gitaar en zang de blikkentrekker is.
Er staat opvallend weinig elektronica op het podium en de band gaat dan ook duidelijk niet voor de makkelijke weg. Nog geen half jaar geleden speelde het kwartet haar eerste liveshow en op Motel Mozaique wordt al snel duidelijk dat zij nog flink wat meters moeten maken. Het wordt nergens echt dansbaar, maar tegelijkertijd is het ook nooit spannend genoeg om bij weg te dromen. Daardoor valt Night Works vanavond tussen de wal en het schip en zal Stebbing zich nog eens extra moeten afvragen of dit wel de way to go is voor een in essentie zeer interessante nieuwe artiest.
(Christiaan Walraven)
Lapalux
In de Mini Mall is het aan Stuart Howard om te laten zien dat het nachtprogramma van Motel Mozaique niet vergeten mag worden. Onder het pseudoniem Lapalux maakt de DJ annex producer uit Essex zulk furore met zijn debuutplaat Nostalchic dat collega-producer Diplo fan is. De plaat kwam uit op Brainfeeder het label van Flying Lotus, waar de gelaagde beatcollages en soulvolle samples thuishoren.
Live vallen diezelfde collages en samples als een puzzel in elkaar en de halfgevulde Mini Mall slikt het voor zoete koek. Van glitch tot hip-hop en diepe groove tot subtiele trap. Lapalux knipt, plakt en mixt alles succesvol door elkaar. Binnen een kwartier weet de Brit het publiek op te warmen om daarna voortvarend door te bouwen in zijn set. In de donkere industriële omgeving van de Mini Mall voelt hij zich beslist thuis. Na drie kwartier worden de randen van zijn set opgezocht. De experimentele breakbeats springen alle kanten op en Lapalux geniet er zelf zichtbaar van. Zijn set van een klein uurtje voelt na afloop als iets te kort en smaakt naar meer. Het zal de buzz rond Lapalux in ieder geval in stand houden.
(Klaas Bakker)
Young Dreams
Young Dreams is een indie electroband van zes jonge Noorse heren. Ze spelen opzwepende Afrikaanse ritmes met veel ohs en ahs en veel elektronica. De band start vrolijk in een vrij lege zaal aan de Gouvernestraat. Als in hypnose zijn de mannen enkel gefocust op hun instrumenten en contact met het publiek is er amper. De band klinkt niet heel vernieuwend. Na verloop van tijd wordt het geheel een beetje eentonig en het ontbreekt aan originaliteit. De oohs en aahs beginnen saai te worden en het geluid van de instrumenten staat niet goed op elkaar afgesteld. Dit is duidelijk een studioband, op het podium missen ze de energie.
De mannen staan wat introvert op de shoegazers manier. De twee leadzangers geven elkaar de ruimte, maar daardoor is er niet duidelijk een frontman in de band. Lekker luchtige dromerige indierock met Afrikaanse drums, maar na verloop van tijd is er toch te weinig verrassing. Hun op Newyorkse indie gebaseerde geluid kennen we al, het is een softe versie van Vampire Weekend. Ze kunnen wat meer uptempo songs gebruiken en ook meer variatie. Hopelijk dromen de Young Dreams al van nieuwe muzikale wegen. (Paul Bijkerk)