Na de noise-grunge van Black Monsoon die goed binnen is gekomen, trapt Indian Askin af met ‘No Hand’, een zeer rustige intro. Heel anders dan het voorprogramma, maar er wordt al snel ‘sst, sst’ uit het publiek gesist, omdat men wil luisteren naar de mooie klanken die de band produceert. De band speelt strak. Er worden verschillende vocals ingezet, zoals we Indian Askin kennen, maar ook aan de lichtshow is duidelijk tijd besteed. Tussen alle nummers door zijn er veel gitaar wissels en ook loopt er geregeld een crew lid met een zaklamp door de zaal om dingen te regelen. Soms krijg je het gevoel alsof je naar een band kijkt die wereldberoemd is. Maar zover zijn ze nog niet, want we zijn in het knusse Burgerweeshuis en zoals zanger Chino Ayala zelf zegt over Deventer: ‘wat is het hier tering pittoresk’. In de paar momenten dat zanger Chino zich richt tot het publiek, doet hij dit met droge humor. Hij vertelt over Bono en hierna over het feit dat ze vanmiddag met zijn allen in de zonnestudio hebben gelegen, voor het eerst. Het publiek kan erom lachen en de band speelt weer verder.