Wijlen blauwfinger Herman Brood doet Black Francis herleven

Black keert muzikaal terug naar zijn sound van eind jaren tachtig

Tekst: Stefan Langeslag Foto's: Bullet-Ray, ,

In 1996 schrijft Herman Brood, al jaren fan van The Pixies, een nummer getiteld ‘You Can’t Break a Heart And Have It’. Tien jaar later, vijf jaar na Brood’s overlijden, ziet Pixies-zanger Black een live-versie van dit nummer en wordt meteen Brood-fan. Een album ter ere van de geboren Zwollenaar volgt. De tour die bij dit album behoorde eindigde afgelopen vrijdag in Zwolle.

Black keert muzikaal terug naar zijn sound van eind jaren tachtig

Vrijdag-middag 16.30 uur. Drie mensen wachten op het smalle strookje stoep tussen poppodium Hedon en een drukke autoweg. Langzaam lopen en fietsen meer mensen aan, merendeel man en vijfentwintig-plus. "Ik ben de hele week al een beetje zenuwachtig", vertrouwt een man met wild lang haar een onbekende toe. Ook de anderen lijken gespannen. Auto's en bussen vliegen, bij wijze van groot contrast, langs, terwijl een steeds groter wordende menigte zich rondom het Herman Brood-beeld schaart. Deze Herman Brood is aanleiding en onderwerp van een nieuw album van een andere held: oud-zanger van The Pixies, tot 1993 bekend onder het alias Black Francis. Brood was groot fan van deze band maar had, net als vele anderen, veel minder belangstelling in de solo-carierre van Charles Thompson, die zich ondertussen Frank Black noemde. In 2006, vijf jaar na de dood van Brood, ontdekte Black een YouTube-filmpje van de geboren blauwvinger (geuzennaam voor Zwollenaar). Hij nam, onder zijn oude alias Black Francis, een album op als ode aan Herman Brood: Bluefinger (2007). En natuurlijk moest de tour behorende bij dit album eindigen in Zwolle. Het begon met een korte akoestische middagset buiten bij het Brood-beeld. Black kwam bijzonder ontspannen en sympathiek uit de hoek en maakte constant grapjes tussen en tijdens de nummers. Al snel kondigde hij aan dat de fans ’s avonds niet op Pixies-songs hoefden te rekenen en speelde ter compensatie akoestische versies van ‘Wave of Mutilation’ en ‘Where is My Mind?’, door de omstanders met lof ontvangen. Maar ook de vier solo-songs (waarvan twee van Bluefinger) vielen in goede aarde. Aan het begin van de set in Hedon was dit enthousiasme over Frank Black-songs wat minder groot. Begrijpelijk, want Black’s gitaar overheerste zijn eigen zang en andere instrumenten. Pas toen het eerste Bluefinger-nummer uit een reeks van elf werd gespeeld had het publiek reden om te ontspannen. Dit had alles te maken met de meer ritmische gitaarslag die Black in zijn laatste album gebruikt, wat drums, bas en stem veel meer ruimte biedt. In ‘Discotheque 36’ kwam Black’s veelgeroemde vocale bereik het best tot zijn uiting. Nummers als 'Treshold Apprehension' en 'Tight Black Rubber' hadden iets van de Pixies-gekte in zich. Het was opvallend voor een artiest van veertig-plus dat hij hierbij een groot aantal jongeren aardig uit hun dak liet gaan. De (overigens oververtegenwoordigde) oude generatie fans keek bijna eensgezind grijnzend toe naar de pittende en zelfs crowdsurfende jeugd en dacht wellicht terug aan hun eigen ervaring van een Pixies-optreden eind jaren tachtig. Al met al lijkt Brood vooral een nostalgisch gevoel te hebben opgeroepen bij Black. Bij de uitvoering van het Brood-nummer 'You Can’t Break A Heart And Have It' wist Black de hele zaal, inclusief balkons, aan het swingen te krijgen. Swingen op muziek van een overleden held, die een vergeten held deed herleven. Vrijdag-middag 17.00 uur. Een dikke Amerikaan, met zwart pak en zwarte zonnebril, stapt vanaf Zwolle centrum richting de backstage van Hedon. Over zijn schouders hangt een zak met, naar wat hij later kenbaar maakt, schone was. Vijf minuten later heeft hij zijn was ingeruild voor een akoestische gitaar en loopt hij, onder luid applaus van diep grijnzende fans richting het loden standbeeld van Herman Brood.