Dus, een bloedheet, hutjemutje op elkaar plakkend Paradiso: de uitgaanssetting waarin de muziek van Gotu Jim nóg beter landt. Of er nu een verdwaalde vader, moeder of 40-plusser tussen het jonge publiek staat: wat maakt het uit? Iedereen schreeuwt mee op de hyperenergieke, jonge en wilde tracks over feesten, uitgaan, en de gitzwarte én euforische kanten daarvan.
De Amsterdamse rapper staat met een remix indirect tijdens Lente Kabinet al voor de ogen van duizenden house- en technohollers maar de échte harde kern is bij een uitverkocht Paradiso afgelopen vrijdag. De afgestudeerde sociaal geograaf doet zijn naam eer aan: een ramvolle zaal vol onbekenden socialiseert hij tot een dansende en rappende eenheid - maatschappelijke verschijnselen met een brede (voornamelijk nachtlijke invalshoek) worden bijna filmisch uitgemeten en back-up vocals zijn niet nodig als heel de zaal je 1,5 uur durende hyper- en synthpop, drill en trap-euforie tot op de letter meespit.
Bloedheet en hutjemutje op elkaar in plakkend Paradiso
Iedereen schreeuwt mee
Vader van de Burning Fik-roedel
'Beter met pokkoes dan met woorden'
Vader van de Burning Fik-roedel (het label waar Gotu zijn muziek op uitbrengt), Faberyayo, betreedt het voor hem welbekende - en al vaak platgespeelde - podium om een verse mee te zingen over dromen, wensen en stoute gedachtes van die éne positie achter de draaitafels op Stiekem Wil Ik DJ Zijn natuurlijk. “Beter met pokkoes dan met woorden, stiekem wil ik DJ worden.” Als vader en zoon van het jonge rapperslabel even samen een moment delen, gooit Gotu eruit richting Faberyayo: “Zonder jou was ik nergens.” Na een snelle outfitwissel staat de rapper in een witte, wijde blouse, low waist cargobroek, en natuurlijk een gangster gouden ketting als riem te shinen op het podium. De ode aan het space-universum Honderd Duizend Rondjes In Mijn Hoofd wordt live op het podium in elkaar geknutseld door de artiest zélf: “Honderd duizend rondjes als een stroomtrein. Waarom kan ik niet gewoon zijn?” Kapitein Gotu vlammend aan het roer achter de knoppen van de synthesizer.
De halve Opiumwet verder gerapt en gerijmt
Knielend op het podium, een plots donkergevallen zaal en één spotlight
Knielend op het podium, een plots donkergevallen zaal en één spotlight: Gotu kijkt naar de lichtgevende banner achter hem in de duisternis terwijl het licht op hem schijnt. “Iedereen barkie!” roept hij, en de zaal duikt direct in een diepe drill-trap beat. Elke komma wordt meegezongen. “Hoe gaat het eigenlijk met jullie?” vraagt hij aan zijn publiek, inmiddels al 45 minuten volledig aan. Live synths vanaf het podium, een dj - meer is er niet nodig om zijn nummers keihard te laten landen. “In 3, 3, 3, 2, 1!” Geen voet raakt de grond, armen rijken naar het plafond van Paradiso en de baslijn knalt: “Stop drugs in m’n gezicht. Baby, we gaan lit, baby, we gaan lit.” Poppy hiphop meets house en vooral veel onbesproken onderwerpen. “Em dee Emma, Emma, Emma!” De halve Opiumwet verder gerapt en gerijmt staat Gotu toch weer even met beide beden op de grond . “Dit is toch de mooiste zaal van Nederland. Ik heb hier superveel gedraaid, supervaak gefeest.”
Burning Fik en het oranje etiket
'Deze show is kk gek, deze zaal is kk lit'
“Tien voor half zeven in de hoofdstad!” roept Gotu. De zaal antwoordt meteen: “Je zei me Jim, ik ben die coke zat,” en binnen twintig seconden zijn we tien minuten verder. De diepe kick van de bas komt binnen en linea recta zijn álle handjes in de lucht: “Half zeven in de hoofdstad, alles gaat aan mij voorbijhijjj. Want zonder jou is het een spookstad.” Knielend in het twinkellicht resoneert de Grote Zaal elke bar: “Ik luister kids uit 2008.”
Burning Fik-rockstar Abel staat opeens met een psychotisch-fashionable zonnebril op het podium. Dat kan maar één ding betekenen: Gotu Jim, de zes jaar oude maar toen al iconische track gaat uit de speakers pompen. “Dat is Gotu Jim!” roepen ze in koor. Abel: “Deze show is kk gek, deze zaal is kk lit.” En sportief uit je plaat gaan op een 2019-hitje doen ze alsof het gister was: “Ik pop een pil met Matthijs de Ligt.” Een kleine proost op het podium, een goeie fles Veuve in de hand - we duiken daarna diép met Oranje Etiket en de Baby Boys.
Afsluiten in stijl
'Oh nee, fok. Het feestje kan nog niet voorbij zijn!'
“Mogen de lichten uit?” vraagt Gotu. “Ik wil al die gekke sterren zien!” Overal gaan telefoonlichtjes aan. Zijn producer en een van zijn beste vrienden IJsbrand van Eerdenburg komt niet veel later het podium op. De uitgeputte hoofdzaal wil langzaam richting uitgang schuifelen maar hé, de lichten zijn nog niet aan dus Gotu is nog lang niet klaar: “Oh nee, fok. Het feestje kan nog niet voorbij zijn! ”Ik moet nog één keertje in het publiek springen. Wie gaat me vangen als die beat straks dropt, hè?!”
Nog één laatste verse, één sprong, en dan: “Dankjulliewel Paradiso.” Op naar de after, want deze 1,5 uur durende rit is linkerbaan, vol gas en naar huis gaan we nog lang niet in deze spookstad.