De avond speelt zich af in een loods op de NDSM werf. Bij binnenkomst staat er een bar en een hoop tafels gevuld met hippe mensen, veelal in het zwart gekleed. Achter wat containers is het tweede deel van de zaal, een hele hoge ruimte met in het midden een klein podium en daarachter een doek met de band. Je zag schimmen van een zangeres, zanger, twee violisten, toetsenisten een draaitafel.
De bezoekers vormen een kring rond het podium en de lichten worden rood. Een man in leren outfit met zilveren schakelketting verdeeld een touw rondom het podium. Als het uiteinde van het touw bijna bereikt is weeft hij iemand uit het publiek zijn kant op. Een man in slechts een kimono, onderbroek en een grote oranje baard met stuk touw om zijn been stapt naar voren en wordt begeleidt dichterbij te komen.
Het uiteinde van het touw wordt rondom zijn mond gewikkeld. De violen zetten in terwijl de rest van zijn lichaam rustig wordt vastgeknoopt. De gezichten houden verbazingwekkend genoeg een neutrale uitdrukking. Af een toe zoenen ze elkaar om de wat harde handelingen toch teder te doen lijken. Hij beveelt hem te knielen en de vastgeknoopte man wordt als een hondje op het kleine platform rondgeleid. De muziek klinkt melancholisch en wordt begeleid door een wat elektronische beat met een arabisch randje.