De Belgische rockers van The Killbots maakten twintig jaar geleden hun debuut, maar verdwenen daarna even geruisloos van het toneel. Plotseling waren ze in het voorjaar 2024 terug met The Second Barrage, een passend getitelde tweede plaat die hun terugkeer markeert na al die jaren. Vanavond valt vooral op hoe blij de band is om weer op het podium te staan, ze hebben er duidelijk zin in. Met name de drummer speelt vol energie en roept het publiek al snel op om mee te klappen, waar ook direct gehoor aan wordt gegeven. Vooral ‘Hellfire’, van het eerste album, wordt goed ontvangen door het publiek. We horen een mix van hardrock en stonerrock met een no-nonsense rock-'n-roll vibe. Misschien is het juist die no-nonsense vibe waardoor wij niet echt overtuigd raken van deze band vanavond. Veel nummers lijken op elkaar en bovendien brengt de samenzang van beide gitaristen een geluid dat niet altijd even aangenaam is. Wat ook niet helpt, is dat het geheel soms een tikkeltje amateuristisch overkomt. Er is af en toe wat gedoe met de gitaren en de drummer roept regelmatig luidkeels instructies naar de rest van de band. Mogelijk heeft hun lange afwezigheid hen wat roestig gemaakt. Het half uur speeltijd dat ze krijgen, voelt dan ook precies goed.
Bij aankomst in de foyer van de Muziekgieterij op deze vrijdagavond lijkt er iets niet te kloppen. Uit de speakers klinkt luide carnavalsmuziek, wat ons even doet twijfelen of we op de juiste plek zijn. Het blijkt echter dat de Maastrichtse band Zoeper in de grote zaal speelt. In de kleine zaal is het een heel ander verhaal: hier staat oud-Motörhead-gitarist Phil Campbell met zijn band op het programma. Tussen de aanwezigen spotten we dan ook al snel enkele oude rockers in Motörhead-shirts. Met openers The Killbots en Junkyard Drive belooft het een avond te worden vol riffs en rauwe energie.
The Killbots
Junkyard Drive
De Deense band Junkyard Drive brengt een flinke dosis sleazy rock-’n-roll naar de kleine zaal. Vanaf de eerste tonen van opener ‘Pipe Town’ zit de sfeer er direct goed in. De band speelt strak, zoekt constant interactie met het publiek en levert een energieke show. Qua geluid doet Junkyard Drive denken aan artiesten als Danko Jones, Black Stone Cherry en zelfs Guns N’ Roses. Het is rock-’n-roll met variatie, van rauwe emotie tot rockende hoogtepunten.
Frontman Kristian Johansen zet de toon met zijn aanstekelijke dansmoves en het publiek beweegt al snel mee. Wanneer hij het publiek vraagt dichterbij te komen, reageert een enthousiaste fan met een gewaagde stagedive. Gitaristen Oliver Hartman en Kristoffer Kristensen, beiden pas sinds kort bij de band, vallen op en niet alleen door hun outfits (denk: leren broek, crop top, cowboylaarzen). Tijdens afsluiter ‘Mr. Rock N’ Roll’ stappen de twee gitaristen zelfs het publiek in, waar ze de show voortzetten. Het publiek zingt enthousiast mee, wat zorgt voor een sterke afsluiting. Junkyard Drive bewijst vanavond dat rock-’n-roll nog hartstikke relevant is.
Phil Campbell and the Bastard Sons
Phil Campbell and the Bastard Sons is opgericht door oud-Motörhead-gitarist Phil Campbell na Lemmy’s overlijden in 2015. Campbell, samen met zijn zonen Todd (gitaar en harmonica), Dane (drums), Tyla (bas) en vocalist Joel Peters, blaast nieuw leven in hun eerdere familieband, die ooit voor de lol rock- en metalcovers speelde. Inmiddels heeft de band meerdere albums met eigen muziek op zijn naam staan. Geopend wordt er met het toepasselijke ‘We Are The Bastards’. Phil staat er haast een beetje verlegen bij met zijn zwarte mutsje op, maar ook op zijn 63e laat hij zien nog altijd een ontzettend goede gitarist te zijn. De energieke podiumpresentatie die we van hem kennen uit de tijd van Motörhead is er echter niet meer. Dat maakt het publiek gelukkig niks uit, want bij ‘Freak Show’ gaan direct de vuisten de lucht in als zanger Joel Peters hierom vraagt.
Dit enthousiasme wordt alleen maar groter als al als derde nummer ‘Going to Brazil’ van Motörhead wordt ingezet. Phil kondigt het nummer aan en vraagt of er Motörhead fans in de zaal zijn, waarop natuurlijk iedereen begint te juichen. Het is duidelijk: dit zijn de nummers waar de mensen vanavond voor gekomen zijn. De band speelt vanavond dan ook maar liefst zes nummers van Motörhead. Het is enerzijds jammer, want hun eigen nummers zijn echt niet verkeerd. Neem ‘High Rule’, waarin ze laten zien hoe goed ze rock-‘n-roll kunnen combineren met metal- en zelfs bluesinvloeden.
Met name zanger Peters krijgt het publiek goed mee, maar op bepaald moment worden wij toch een beetje moe van het constante gevraag om onze vuisten de lucht in te doen, onze middelvinger op te steken of allemaal “hey” te roepen. Het voelt allemaal een beetje cliché, alsof het één grote karikatuur is van rock-‘n-roll. De Motörhead covers begrijpen we nog wel, maar halverwege de set komt ‘God Save The Queen’ van Sex Pistols ineens langs. En dat is nog niet alles, want in de toegift speelt de band ‘Heroes’ van David Bowie, in een bijzonder matige uitvoering. Het is opmerkelijk hoe de band ervoor kan zorgen dat zelfs deze nummers klinken als een standaard Motörhead-track.
Met ‘Overkill’, de zoveelste cover van de avond, komt er een einde aan het optreden. Het publiek vanavond was bijzonder enthousiast, maar wij hebben het vermoeden dat men dit ook zou zijn geweest als er een lokale Motörhead coverband had gespeeld. Terwijl Phil Campbell and the Bastard Sons leunden op nostalgie, bewees Junkyard Drive dat rock-’n-roll juist kan verrassen en vernieuwen. Een gemengde avond, waarin vooral de Denen indruk wisten te maken.