DeWolff heeft op 6 december zijn tiende studioalbum uitgebracht. Het psychedelische bluesrocktrio uit Geleen is sinds hun start in 2007 tot grote internationale hoogten gestegen. Hoewel ze geen licht verteerbare radiomuziek maken, hebben ze in hun genre al heel veel bereikt. De broers Pablo (zang/gitaar) en Luka van de Poel (drums) en Robin Piso (hammond organ) zijn echter zeker nog niet verzadigd en zijn ondertussen misschien wel het belangrijkste muzikale exportproduct van Limburg.

Het album Muscle Shoals is vernoemd naar het gelijknamige plaatsje in Alabama, waar de band de songs op heeft genomen in de beroemde Fame en Muscle Shoals Sound Studios. Hier namen vele bekende artiesten in het verleden hun muziek op en in de jaren ’60 was FAME de eerste soundstudio, waar zwarte performers konden spelen met blanke sessiemuzikanten. In de film “Respect”, over het leven van Aretha Franklin, komt dit bijvoorbeeld goed in beeld. DeWolff was zich zeer bewust van deze indrukwekkende historie en dat is zeker ook terug te horen.

Waar de band in den beginne pure rock maakte à la The Doors is er door de jaren heen steeds meer soul in hun muziek gekropen en nu, op de plaats waar de queen of soul groot werd, is die invloed nog gegroeid. Ze waren dan ook heel jonge honden toen ze begonnen. Wellicht raak je dan misschien het rauwe en rebelse enigszins kwijt als de leeftijd oploopt of je verruilt het voor een iets vollere en meer geproduceerde sound.

Het album opent met de twee eerder uitgebrachte singles ‘In Love’ en ‘Natural Woman’. Je hoort die mix van soul, blues en rock heel goed terug, maar het blijft toch ook het DeWolff-geluid met de typerende hammond organ duidelijk aanwezig. De nieuwe single ‘Let’s Stay Together’, die tegelijkertijd met het album wordt gereleaset is een easy listening ballad met een fijne gitaarriff en een heel persoonlijk thema voor Pablo.

Als je verder luistert kom je onvervalste southern rock tegen in een nummer als ‘Ophelia’ en ouderwetse blues-tragiek bij ‘Hard To Make A Buck’, een nummer dat ook van The Black Keys had kunnen zijn. Zij namen overigens het album Brothers op in Muscle Shoals en dienden als inspiratie. Het zijn niet alleen maar hoogtepunten, enkele songs in het middenstuk van het album, ‘Book of Life’ en ’Winner (When it Comes to Losing)’, hebben een hoog jazz gehalte en dat is niet ieders smaak.

Fans van de gitaarsolo komen dan weer aan hun trekken bij ‘Fools & Horses’ en het langste nummer op het album met 8 minuut 20, ‘Snowbird’. Dat is wel genieten voor de liefhebber, zeker als het een muzikaal duet wordt tussen hammond en gitaar. En dan volgt er een heel smooth einde met ‘Ships In The Night’, dat vooral in het eerste stuk doet denken aan werk van John Mayer en een nummer voor onder de kerstboom lijkt.

Al met al een heel verdienstelijk album, waarbij dat scherpere randje dat DeWolff vroeger kenmerkte misschien iets gemist wordt, maar waar de vriend van klassieke soul, blues en southern rock toch enthousiast naar kan luisteren.

Het album is hier te beluisteren.

Na de release van het album gaat DeWolff op een grote Europese clubtour van 38 concerten en ze zullen op 25 januari te zien zijn in de Muziekgieterij in Maastricht.