Jelmer: Bek houden

Naat puupke

El Pastuso, ,

Vannacht ontwaakte ik zwaar zwetend en luid "bekhouden!" roepend uit een nogal onaangename droom.

Naat puupke

In een droom was ik wederom op Rockin` Park, het minder leuke broertje van het rockfestival Fields of Rock, waarover op deze site een tijd geleden reeds gerept werd. Reppen, een uitstekend woord, zo bedacht ik mij in mijn droom. Rappen is daarentegen weer een zwaar overschatte bezigheid, vooral als de inhoud er niet meer toe doet, en natuurlijk helemáál als men dat rappen in dialect doet. Ik weet het, ik dwaalde nogal fanatiek af in die droom, waarin de tijdsas een onbetekenende futiliteit was, maar het moet even. In die droom ontving ik namelijk wéér van iemand dat MP3tje met daarin een rap met de titel `Naat puupke`. Naat puupke vrij vertaald: natte wind. Foei foei, rappen op zijn Maastrichts. Als er dan toch een taal - want zo beschouwt de doorgewinterde Maastrichtenaar het lokale koeterwaals - niet geschikt is voor dat zwaar overschatte rappen, dan is het wel Maastrichts. Dit is dan ook goed te horen op `Naat puupke`, dat verdomd weinig dingen deed, laat staan dat het mijn vervelende droom over Rockin` Park opleukte. Integendeel, want via `naat puupke` dwaalde ik in mijn droom verder af in de krochten van de hip-hop, waar weliswaar vele mooie dames met de billen aan de schudderitis waren, maar waarin diezelfde dames doorlopend voor hoer, bitch, slet, piece o` pussy, en dergelijke werden uitgemaakt. En dat allemaal op gejatte samples, zeurende bassen, en geripte tunes. Ik trok die tegenstelling in mijn droom bitter slecht. Begrijp me goed, niets mis met het roepen van bijvoorbeeld `hoer!`, vooral niet als daarmee een hoger doel gediend wordt, maar mijn reactie op de grote hoeveelheid schaars geklede dames was in mijn droom juist geheel omgekeerd. "Dag lieverd!" en "wat zit je haar leuk!" waren mijn uitroepen, die in schril contrast stonden met dat ge-hoer en ge-slet van de rappers. Zij gaven mij toch óók de indruk de bildraaiende schoonheden graag te willen trakteren op een ritje naar de wolken en terug? Maar om nou te zeggen dat ze succesvol waren met hun aanpak, neen. Waarom dan toch zo halsstarrig vasthouden aan die hoer- en slet-benadering? Verwarring. Vond ik dat de betreffende rappers de bek moesten houden in mijn droom, die jongens van `Naat puupke` en hun `koontneuke met dikke pum` voorop? Moesten misschien alle rappers de bek maar houden? Nee, dat toch ook weer niet. Laat Zack de la Rocha bijvoorbeeld zijn muil juist maar weer es opentrekken. Ik kwam er niet uit, in mijn droom. Onzekerheid en zweet deden hun intrede. Maar ik worstelde en ik worstelde en ik worstelde mij los uit de hip-hop scene, et voilá, daar stond ik weer tussen de festivalgangers van Rockin` Park. Ik beleefde opnieuw de laatste drie nummers van Queens of the Stone Age en de droom leek na genoemd dipje zowaar af te stevenen op een groot succes. Immers, als ik nou goed mijn best deed, dan kon ik Admiral Freebee weer zien toeteren en daarna Nine Inch Nails mijn trommelvliezen laten kraken. Maar het genot in mijn droom werd bruut verstoord door een kwelgeest van formaat: een spreekstalmeester. De spreekstalmeester, wiens naam mij in mijn droom wéér niet te binnen wilde schieten, gilde op het hoofdpodium in een microfoon: "We hebben een prinsesje! We hebben een prinsesje!" Wat zal mij het jeuken, dacht ik nog in mijn droom. Vertel eens wat nieuws, zo dacht ik, niet wetend dat de prinses-met-een-foute-vader-houden-we-daar-nou-eens-over-op-nee-we-houden-er-nóóit-over-op al maandenlang met een pens van formaat rondgelopen had. "WE HEBBEN EEN PRINSESJE!", gilde de spreekstalmeester nog maar eens. "Bekhouden!", was mijn repliek, maar ik kwam niet boven het kabaal uit. En toen gebeurde het. De spreekstalmeester zette het Wilhelmus in. Het Wilhelmus. En of dat niet erg genoeg was: ik zag mensen meezingen, net als op die bewuste dag. Een rockfestival, en we zingen met zijn allen het Wilhelmus. Nog even en Willem Alexander kondigt zelf de bands aan, schoot door mijn hoofd, en ik zette het daarom op een paniekerig en ongecontroleerd "Bekhouden! Bekhouden! Bekhouden!" tot ik schor was, maar werd volledig overstemd door de spreekstalmeester en zijn schapen. Blinde paniek. En zweten! En wakker. Het zit me allemaal niet lekker. Want die droom, die heb ik iedere nacht sinds Rockin` Park. En iedere avond kom ik maar niet in slaap omdat ik denk dat de naam van die spreekstalmeester me op het puntje van de tong ligt, me ieder moment te binnen kan schieten. Dat dat lastig in slaap komen is, mag bekend zijn. Vandaag dus maar op advies van mijn huisdokter wat research gedaan. Wat blijkt? Twee dingen. Allereerst dat hij Jelmer Gussinklo heet. Ten tweede dat dit allerminst op het puntje van mijn tong lag. Jelmer Gussinklo, werkzaam voor Yorin FM, schijnt ooit eens in een interview te hebben gezegd: "Ik ben gewoon een geluidstechnicus die meepraat. In het begin wilde ik zelfs niet te veel zeggen, maar Henk (Westbroek; BH) zei dat ik mijn bek moest opentrekken." Nou Jelmer, doe je bek maar weer dicht hoor! En niet alleen in de vervelende werkelijkheid, maar graag ook in mijn zo mogelijk nog vervelender droom. Bekhouden dus, anders zwaait er wat.