ESNS15 Energy Stage heeft goedbezochte eerste avond

Programma met The Given Horse, Eisenhower, Avery Plains, Menhir en WOLVON

Tekst: Lilian Zielstra Foto's: Jan Lenting en Harold Zijp ,

Het is de eerste avond van Grunnsonic. Op het Ebbingekwartier is een heus dorp uit de grond gestampt: er is een boerderij, een kerk, er is eten en er is alcohol. Er hangen lichtjes in de lucht en het is rotweer. Het mag de pret niet drukken. De Energy Stage van Eurosonic Noorderslag, geprogrammeerd door POPgroningen zelf, bevindt zich in eerdergenoemde kerk en is om vijf uur al goed vol.

De band die het spits afbijt is The Given Horse. Deze zeskoppige band brengt het publiek direct aan het dansen met zijn blije, energieke muziek. Frontmannen Marius van der Leij en Johannes Peetsma hebben een leuke dynamiek, vooral Peetsma ziet eruit alsof hij geniet op het podium. Hij speelt met het publiek en lacht breeduit tijdens het optreden.

Ze spelen verschillende nummers, waaronder hun nieuwe single Workerman II. Het publiek blijft dansen en de band krijgt het zelfs voor elkaar dat het publiek meeklapt (en magertjes meezingt) met het nummer Bad Cocaine. Het geluid van de synthesizer, bespeeld door Jasper Stuut, werkt erg goed. The Given Horse is een band waar je ontzettend vrolijk van wordt.

Het blijft druk bij het podium, binnen is het lekker warm en mensen kletsen gezellig met elkaar. Dan is Eisenhower aan de beurt. Zanger Ardan van de Graaf zegt een simpel “hallo” voor de stevige muziek van de band erin knalt. Van de Graafs zang is voortreffelijk. Hij kan niet alleen mooi zingen, maar ook mooi schreeuwen. Het publiek knikt verwoed mee, een enkeling danst.

Het is niet alleen knallen met de band, ze wisselen ook af met rustigere nummers. Tijdens die intermezzo’s komen de synthesizer en de echoënde gitaar meer naar voren, net zoals de harmonieën die de bandleden zingen. Het zijn zeker weten vaardige muzikanten - dat merk je aan alles - maar mooi ook om te zien is hoe ze onderling spelen: hoe Van de Graaf gitarist David Scholtz de microfoon onder de neus drukt en hoe Scholtz uit volle borst meezingt. Bij het laatste nummer krijgt bassist Wouter Stek een solo en sluit de band af met een knipoog (een klein stukje Enter Sandman van Metallica).

Avery Plains volgt. Zanger Jurgen Veenstra roept, voor ze beginnen, in de microfoon: “FC Twente! Oh nee, sorry, Groningen!” Het publiek lacht en de band begint te spelen. De muziek is moeilijk in een hokje te passen. Ze hebben een prachtig, vol geluid en zanger Veenstra heeft een mooie, schorre stem die bij de muziek past. De tent loopt voller. Het is alsof er een muur van geluid op je afkomt en je wordt helemaal meegevoerd met de band.

Tussen de liedjes laten ze lange pauzes vallen. Het publiek wacht rustig af, maar de concentratie verslapt geen moment. De band weet de aandacht vast te houden. Tijdens het nummer I’ll Be Unstabilized, een sneller nummer, staan de drie gitaristen(!) en bassist op een rijtje te spelen, wat voor een mooi beeld zorgt. Bij het laatste nummer is er een prachtige gitaarsolo. Veenstra maakt vreemde dansbewegingen en het publiek gaat er volledig in mee.
 

Er wordt omgebouwd. Tussen de optredens door halen mensen wijn voor elkaar. Iedereen is dik ingepakt, ook al wordt er binnen goed verwarmd. Bands lopen af en aan en regelmatig zie je ook andere Groningse artiesten in het publiek staan. Mensen bladeren het boekje van Eurosonic Noorderslag door en overleggen met elkaar wat ze allemaal willen zien. Het is sfeervol, bijna knus.

Als vierde in de rij speelt Menhir. Deze band bestaat uit twee bassisten en een drummer, waardoor het zwaar en stoer klinkt. De band lijkt ook een fanschare te hebben meegebracht; in het publiek bevindt zich in ieder geval een flink aantal enthousiastelingen die met de bassisten meedoen en verwoed headbangen. Bassisten Arjen van Dalen en Frank de Boer spelen intens, drummer Sven Jurgens is ontzettend precies. Het mooiste om te zien zijn hun gezichtsuitdrukkingen: ze gaan er volledig voor en ze gaan hard.

Wat ook heel goed werkt, zijn de samples die verwerkt zijn in de nummers. Het is onduidelijk of het gedeeltes van speeches zijn, afkomstig van de radio of televisie, maar het past perfect. “Weed must be legalized!” hoor je een Amerikaanse stem roepen en direct knalt de muziek er weer in. De band wisselt nauwelijks een woord met het publiek, dat helemaal losgaat. Wanneer het laatste nummer afgelopen is, heft het publiek de handen in de lucht. De band krijgt een lang applaus.

De avond wordt afgesloten door WOLVON. De muziek is gruizig, maar tegelijkertijd harmonieus. De nummers hebben een mooie, spannende opbouw. De zang is melancholisch en past ontzettend goed bij het geheel. Drummer Bram Nigten speelt vol overgave, mensen dansen en springen. Er staan wat kinderen vooraan, met hun buik tegen het podium, toe te kijken. Een van hen beweegt haar been op de maat.

Tussendoor maakt WOLVON droogkomische opmerkingen: “In the house, Eurosonic. Gratis concertjes, waaaat?!” of “Ja, spannende liedjes.” Vervolgens zetten ze een nieuw nummer in, waarbij gitarist Ike de Zeeuw en bassist Ruben van Walraven tegenover elkaar staan. Hun lange haren zwiepen in het rond, ze spelen gepassioneerd, het lijkt bijna alsof ze in een battle tegen elkaar verwikkeld zijn. Na het laatste nummer hijsen ze hun blik bier op. Het geluid van de gitaar blijft lang nagalmen, zelfs nadat de bandleden allang zijn vertrokken. Het licht gaat uit. De eerste avond van Grunnsonic is een feit en staat als een huis.