Amadou & Mariam knalt aan alle kanten

Blind echtpaar klaar voor festivalseizoen

Tekst: Karst Jaarsma Foto's: Fokke Bouma ,

Sinds het zingende, blinde duo Amadou & Mariam in 2004 Dimanche A Bamako uitbracht hebben ze met bijna alle grote artiesten ter wereld mogen samenwerken. Op het deze maand te verschijnen Folila gaan ze nog een stapje verder en duiken ze helemaal in de New York indie scene. Onder andere Santigold en TV On The Radio dragen een steentje bij aan de Malinese rock. In principe volstrekt overbodig, het duo zelf heeft alles in zich om ook zonder deze westerse geluiden prachtige muziek te maken.

Waar de meeste Malinese artiesten schitteren in rustige vertolkingen of hypnotiserende woestijnritmes zijn Amadou & Mariam veel ruiger ingesteld. Hun nummers kenmerken zich door de opstuwende elektronische klanken, knallende gitaren en daaroverheen hun, vaak dubbelstemmige, gezang. Dat de negenmans band vanavond ook een DJ bevat mag dan voor Malinees gebruik onverwacht zijn, bij Amadou & Mariam hoort hij thuis.

Vorig jaar trad het duo nog in het donker op om het publiek de ervaring van blind zijn mee te geven, vanavond blijkt bij opkomst de lichtshow volledig benut. Het echtpaar begint rustig met zingen en wordt achtereenvolgens aangevuld door keyboard, drums en de rest van de band. Al snel ontstaat er een heerlijk dansbaar ritme waar de meerstemmigheid goed overheen past.

Amadou lijkt op het eerste gezicht nog wat onwennig, maar na goed vier nummers speelt hij zijn eerste gitaarsolo. Vanaf dat moment lijkt hij meer in zijn element. Elk nummer kent een solerend gitaarstuk en tot twee keer toe weet hij hiermee sterk te imponeren. Ook imponerend is de verschijning van Mariam. De zangeres staat gedurende het gehele optreden ijzig stil op het podium. Wanneer tegen het einde de Afrikaanse ritmes steeds meer in de richting van knallende elektronica verschuiven durft Mariam het nog niet aan om meer dan haar hoofd te bewegen. Het maakt haar handicap erg confronterend. Desondanks is aan haar glimlach te zien dat ze van elke seconde geniet.

Aan de muzikale kwaliteit doet dit ook niks af. Vanaf de eerste seconde swingt de ietwat commerciële wereldmuziek de pan uit. De dj voegt zich keurig in de band en heeft nergens de overhand. Wel zeer duidelijk aanwezig is de djembé speler. Een groot gedeelte van de setlist wordt door zijn knallende slagwerk omhoog getild. Wanneer hij tegen het einde de achtergrondzangeressen nog tot een explosief dansje maant krijgt hij ook al het lof dat hij verdient. Een willekeurige bezoeker uit het publiek springt vervolgens op het podium om in een eigen improvisatie Amadou & Mariam al het lof toe te rappen.

Bij zo’n optreden is het alleen jammer dat de band elk nummer begint met het verzoek tot meeklappen en dat het geluid niet erg sterk staat afgesteld. Er was duidelijk een keuze gemaakt om te overweldigen met een muur van geluid. Dat lukt zeker, maar het echtpaar heeft de vocale kwaliteit om iets meer boven hun band uit te schitteren. De kans om, naast een goed feestje te bouwen, het publiek ook geïmponeerd stil te krijgen wordt daarmee links neergelegd. Amadou en Mariam zullen het zeker goed gaan doen op de festivals, in zo’n klein zaaltje blijf je daardoor toch het idee houden dat er meer chemie had kunnen zijn.