Een tiental grote Amerikaanse sleeën staat rond een vrijstaand huisje met open garagedeur. De regen valt uit de zwarte avondlucht. Binnen komt er gitaarmuziek uit een speaker, en het ruikt naar motorolie. Er is niemand te bekennen.
In een rommelige keuken op de eerste verdieping zitten drie mannen rond een houten tafelblad. Een gloeilamp verlicht de turende blikken in hun ogen. Een hond loopt tussen hun benen door. De handen omklemmen koude blikken bier. De hakken van cowboylaarzen tikken op de plankenvloer. Uit de pan op het fornuis komt een kruidige geur. Even later wordt er Thaise soep rondgedeeld.
Hier zit Reverse Cowgirls. Áls je het een naam wil geven: een southern punkrock band uit Groningen. Het zijn mannen die leven voor hun muziek. Ze maken naar eigen zeggen "kosmische country met een rauwe rand". De muziek komt voort uit een combinatie van allerlei stromingen.
Volgens Joost Dijkema ontstaat de rauwheid doordat controle niet het belangrijkst is: "Perfectie lap ik aan mijn cowboylaars. Het gaat echt om de muziek. Als we een fout maken, is dat niet belangrijk. Het gaat er om dat we puur kunnen spelen, en dat we genieten. Als we constant denken aan die perfectie kunnen we niet meer genieten, denk ik."