Tim Knol luidt op zijn sokken de lente in

“Ik moet echt meer gaan sporten”

Sander Nieuwenhuijsen (tekst) & Eva Waterbolk (foto's) ,

Tim Knol en zijn band groeien zichtbaar. Sinds het overtuigende optreden op Noorderslag 2010 hebben ze samen veel opgetreden, vaak voor uitverkochte zalen. Deze ervaring vertaalt zich in Vera in een sterke en oprechte show.

“Ik moet echt meer gaan sporten”

Tim Knol en zijn band groeien zichtbaar. Sinds het overtuigende optreden op Noorderslag 2010 hebben ze samen veel opgetreden, vaak voor uitverkochte zalen. Deze ervaring vertaalt zich in Vera in een sterke en oprechte show.

Tim Knol schopt bij opkomst meteen zijn schoenen uit en opent met een flink aantal uptempo nummers van zijn titelloze debuutplaat die eind 2009 bij Excelsior Recordings uitkwam. Tijdens deze nummers is het groeiende samenspel tussen de jonge bassist, drummer en Tim zelf (allen uit Hoorn) op het podium mooi zichtbaar. De catchy liedjes roepen, mede door het enthousiasme van de band, ook een vrolijk lentegevoel op. Eentonigheid ligt echter wel op de loer. Gelukkig is daar nog ‘rots in branding’ Anne Soldaat die precies op de juiste momenten van zich laat horen. Hij ondersteunt de ‘jonge honden’ samen met toetsenist Matthijs Van Duijvenbode op een bescheiden manier.

Verder bewijst Tim Knol dat hij naast het countryachtige repertoire met zijn prettige zuivere stem ook verschillende ballads op eigen kracht goed weet te brengen. Aan het eind van de set krijg hij de grote zaal van Vera muisstil met een aangrijpend emotioneel nummer. Daarna wordt de spanning nog een keer opgebouwd wanneer de rest van de band tijdens ‘Driving Home’ zich weer bij Tim op het podium voegt en hem langzaam bijvalt. Vervolgens gaan tijdens het rockende nieuwe slotnummer alle remmen los.

De show is nu al erg goed en als deze groei doorzet zit er nog veel meer potentie in, zowel voor de gevoelige singer-songwriterkant van Tim Knol, als de wat stevigere rootsrock samen met de band. En met zijn oprechte en stralende gezicht, de onbedoeld grappige ‘smalltalk’ tussen de nummers, en zijn sokken, kun je eigenlijk niet anders dan van Tim Knol gaan houden.