Terwijl de rest van Nijmegen deze zaterdag 21 juni de verkoeling van het water, air conditioning of de bescherming van de parasol opzoekt, is er richting Openluchttheater De Goffert een gestage stroom van oude én jonge rockers te zien. De 21e editie van festival Kids ‘n’ Billies is weer geland en een flink aantal bezoekers laaft zich vandaag aan het jaarlijkse rock-'n-roll-feestje. Hoewel rock ’n roll? Dat dekt de lading niet helemaal. Gedurende de dag krijgen we alles van alt-country, swampblues en folk tot punk en garagerock voorgeschoteld. De somtijds vuige optredens doen de toch al hoge temperatuur nog een paar graden stijgen.

Flashback naar de fifties, toen de leren jacks, vetkuiven, jasjes met brede revers, petticoats en midi-rokken, pantalons met bretels, polka dots en broeken met omslagen het straatbeeld deels bepaalden. De leren jacks en jasjes zien we minder vandaag (te warm voor de drager gokken we), maar verder is het alsof we in een tijdmachine zijn gestapt. Voeg daarbij een breed aanbod van indrukwekkende tattoos bij de bezoekers en het rock-'n-roll-feestje is in ieder geval wat betreft dresscode al geslaagd. Geen toepasselijke kleding, haardracht of tatoeages? Geen nood: bij de verschillende stands op het festival kun je je in een mum van tijd een fifties look laten aanmeten.

Rond 14.30 uur is het op het terrein al redelijk druk. De zon staat inmiddels schroeiend hoog boven Openluchttheater De Goffert, dus wellicht dat daarom een flink deel van de bezoekers zich begeeft naar het bosrijke – en koelere – Bospodium waar Joe’s Truck Stop de eer heeft Kids ‘n’ Billies 2025 te openen. De uit Ohio afkomstige Joe Macheret treedt doorgaans op met zijn sextet Joe's Truck Stop, maar staat vandaag solo met gitaar en fiddle op de planken. Het gros van zijn setlist bestaat uit prettig uitgevoerde nummers van zijn laatste plaat Yonderings, zoals ‘Smilin' at Nothin’, 'Wishin' on a Star' en ‘Winter Waltz’ (met een flamenco-achtig intro op gitaar). Een fijne smeltkroes van western swing, countryblues, bluegrass en honky tonk die het publiek volop meekrijgt. Humor heeft de beste man ook: “If you don’t like the show but like the way I look, you can buy a painting of me.”

Het festival

Kids ‘n’ Billies, zaterdag 21 juni 2025 in Openluchttheater de Goffert, Nijmegen.

Met: The Reverend Peyton’s Big Damn Band, The Pine Hill Haints, Jenny Don’t And The Spurs, L.A. Sagne, The Monsters, Jon Spencer, Joe’s Truck Stop, Tom Cherry’s Sinners, No Brains, Lo-Lite en Jesco

Joe’s Truck Stop

Op het Grote Podium staat rond 15.00 uur The Reverend Peyton’s Big Damn Band geprogrammeerd. Tenminste: dat is de bedoeling, maar technische problemen zorgen ervoor dat het optreden een half uur later begint. Voor wie de driekoppige countrybluesband uit Indiana al eerder heeft gezien, weet dat het trio doorgaans een gemeen (mogen we zeggen een zelfs smerige?) voortjakkerende set speelt die vaak net niet gierend uit de bocht vliegt. Vanmiddag gooien ze er nóg een schepje bovenop, wellicht om de verloren tijd door het verlate begin wat in te halen. Een furieuze uitvoering van ‘My Old Man’ met Reverend Peyton op uitbundige slide wordt gevolgd door een bezeten ‘Poor Until Payday’ en een straf pompende ‘Ways and Means’, waarbij Washboard Breezy Peyton op washboard en Jacob Powell op drums zich ook niet onbetuigd laten.

Met het opzwepende ‘Clap Your Hands' krijgen we de eerste publieksparticipatie vandaag, als de bezoekers op verzoek van de band hard klappen, stampen en meejoelen met het nummer. Bijzonder dat Reverend Peyton halverwege zijn gitaar verruilt voor een bijl met daarop een snaar. Gekkenwerk zou je denken, maar deze band weet zelfs muziek te maken met plastic emmers dus zo vreemd is dit waarschijnlijk niet in Peytons World.

Zweterig en nagloeiend van het optreden van de Big Damn Band verhuizen we weer naar het verkoelende Bospodium voor Tom Cherry’s Sinners, de band romdom Twan Kersten. Country waarin de geest van Johnny Cash nadrukkelijk rondwaart. Schouder aan schouder staat het publiek rustig en aandachtig te luisteren naar country-covers en naar eigen werk van de band. Geen uitbundige fratsen op het podium, maar gewoon goede, degelijke country zonder al te veel uitspattingen. Dat is anders bij de Utrechtse punkformatie No Brains (al mogen we een klein linkje naar Nijmegen noteren) die één brok nerveuze energie over de bezoekers uitstort in hun korte nummers. Denk aan de garagepunk van Amyl & The Sniffers, of – dichter bij huis – de punkrock van de Nijmegenaren Ink Bomb. De jonge band met leden van rond de twintig jaar klinkt alsof ze opgepikt is medio jaren zeventig ten tijde van de punkopkomst en getransporteerd zijn naar het nu.

No Brains heeft al een aantal ep’s uitgebracht en brengt maatschappelijk geëngageerde punk die aanslaat op deze warme middag in het bos. En dat ze goed hebben geluisterd naar hun muzikale voorgangers blijkt vandaag wel: hoorden we daar in een van de nummers nou een opgefokt rifje van 'Hate To Say I Told You So' van The Hives?

The Reverend Peyton’s Big Damn Band

No Brains

Terug naar het hoofdpodium waar The Pine Hill Haints klaar staat. De band omschrijft hun muziek zelf als Alabama Ghost Music, al hoort de muziekkenner vooral een unieke mix van bluegrass, folk en country, afgetopt met een scheut Flogging Molly. Met ruim 25 jaar ervaring en talloze albums op hun naam hebben de Pine Hill Haints een flinke muzikale trukendoos om uit te putten, al ligt de nadruk wat op hun laatst verschenen albums. Dat deze band net als The Reverend Peyton’s Big Damn Band creatief is met muziekinstrumenten blijkt uit het feit dat Katie ‘Kat’ Barrier onder meer een zingende zaag bespeelt en Stevie LaBlanc op een omgekeerde wastobbe met aan een stok een snaar zijn bas beroert.

Of het komt door de warmte of omdat de zang niet goed doorkomt in de mix weten we niet, maar het optreden van de Alabama-band ontlokt weinig respons. Niet dat frontman Jamie Barrier en zijn bandleden niet hun best doen om de fijne punkrockabilly over te brengen. Met rauw gitaarspel, een voortjakkerende banjo en een flinke dosis spookachtig klinkende blues zijn er voldoende ingrediënten om hun optreden memorabel te maken. Maar het publiek is wat minder ontvankelijk voor de band vandaag.

Het is rond etenstijd inmiddels, dus we lopen naar het terrein achter het hoofdpodium waar de foodtrucks staan opgesteld. Of nou ja, twee dus voor het gehele festival. Eén met (vegan) indian streetfood en één met louter friet waar zich lange rijen hebben gevormd voor de hongerige bezoekers. We besluiten de rij even over te slaan en een rondje te doen langs de verschillende stands. In het zwembad wordt verkoeling gezocht, van de grote hoeveelheid waterpistolen wordt op deze drukkende dag gretig gebruik gemaakt, en ook de ijsco-kar doet goede zaken.

Bij de schmink is het gezellig druk met kinderen die een gekleurd gezicht willen, in de fifties barbershop loopt het ook aardig door, net zoals bij de bar, en bij de merchandise stand van de bands slaan we een deuk in ons vakantiegeld door een flinke lading vinyl te kopen. Na een uurtje doen we een geslaagde poging eten te halen, al is de lijn slechts beperkt kleiner geworden. Hoewel dat ook wat te maken lijkt te hebben met aanvoerproblemen van de voorraad eten. Tip wellicht voor de volgende editie om meer foodtrucks neer te zetten.

Kids ‘n’ Billies

The Pine Hill Haints

Ook iets verlaat door technische storingen eerder op de dag trapt Jenny Don’t And The Spurs rond 18.00 uur hun set af. De technische crew heeft de verloren tijd inmiddels wat ingehaald, dus we lopen nu slechts een kwartier achter op schema. De uit Portland (Oregon) afkomstige band heeft een ontstaansgeschiedenis in de punkscene aldaar en omschrijft hun muziek zelf als cowpunk. En dat is ook precies wat we vandaag krijgen, of het nu het puntige en opgefokte ‘Is It Too Late?’ is, of de prettige geluidsexplosie van het opzwepende ‘Right From The Start’ en ‘Three Or Four Nights’ met fijn en straf rockabilly gitaarspel van zangeres Jenny Connors en gitarist Christopher March: Jenny Don’t And The Spurs rammelen er in een prettig agressief tempo een op country geënte punkset doorheen. Gelukkig kunnen we als bezoekers soms ook even op adem komen met bijvoorbeeld de rustige country tearjekker ‘California Cowboy’. Maar overall is het optreden van de band een dusdanige in your face muzikale uitbarsting dat we even de rust van het Bospodium opzoeken om af te koelen.

Daar vinden we het Arnhemse duo Lo-Lite. De heren gaan al een tijdje mee, sinds medio jaren negentig, en brachten vanaf die jaren tot de jaren tien van deze eeuw meerdere albums uit, en een aantal van hun nummers werden opgenomen op compilaties. Na een flink aantal jaren stilte staan Erik Vinkenoog (gitaar, zang, bluesharp) en Tjeerd Cannegieter (drums) weer op het podium met hun unieke sound. Want is het trashrock, punk, swamp blues of punkrockabilly, of een amalgaan van verschillende muziekstromingen? Allemaal wellicht, en dat maakt het optreden van het duo zo boeiend vandaag. Want net zo goed als er een hint van The Stooges is te horen in bijvoorbeeld het manische ‘Now or Never’, horen we ook ‘ouderwetse’ Chicago blues met ‘Mellow Down Easy’. Het afkoelen lukte niet helemaal daar in het bos door het stevige en aangename optreden van Lo-Lite, dus we gaan even richting bar voor een koele dronk.

Jenny Don’t and the Spurs

Lo-Lite

Wie de opkomstmuziek bij L.A. Sagne hoort – de country-klassieker ‘Rhinestone Cowboy’ van Glen Campbell – zal wellicht denken dat we onvervalste country in de traditie van de Grand Ole Opry gaan horen. Maar zodra we het t-shirt van bassist Joost van Eck spotten (met de beeltenis van punkrockband Ploegendienst) en het Amsterdamse kwartet het eerste nummer inzet weten we dat dit muziek is die mijlenver af staat van dat Amerikaanse country-instituut.  Wat we krijgen? Stevige (en korte) punknummers à la Dick Move en de al eerder vermelde Amyl and the Sniffers.

De band heeft tot nu toe 2 ep’s uitgebracht en de nummers van die releases zijn ook de hoofdmoot in de set vanavond op het hoofdpodium. Wie een after dinner dip had, is meteen wakker na de gejaagde en pompend harde liedjes die L.A. Sagne over het publiek uitstort. Zangeres Tara Wilts spuwt, gromt, grunt en schreeuwt de teksten, terwijl de overige bandleden een robuuste beat als fundament neerleggen. De temperatuur op Kids ’n Billies gaat nog een paar graden omhoog met dit optreden. Iets waar gitarist Lazlo Rogier blijkbaar ook wat last van heeft, want hij speelt een deel van de set verder in slechts gehuld een kleine slip.

Nóg harder, veel harder zelfs, gaat het er aan toe bij The Monsters. Het Zwitserse trio brengt  sinds 1986 hun explosieve en loeiharde mix van jaren zestig garagepunk en trash rockabilly. Denk The Cramps meets Metallica, of de liefdesbaby tussen The Sonics en Link Wray. Geen jonge goden, maar oude helden die al decennialang op de planken te vinden zijn. Het is misschien maar goed ook dat het gros van de kinderen al naar huis is, want het is niet voor tere zieltjes wat er aan geluid geproduceerd wordt op het podium. ‘These go to eleven’ om even een iconisch moment uit de film This Is Spinal Tap te citeren, want inderdaad: de amps van de band staan op standje maximaal om hun primitieve rock-'n-roll voluit ten gehore te brengen. Iets dat ze met een bijna sardonisch genoegen doen, ook naar volle tevredenheid van de grote schare fans die zich voor het podium verzameld heeft.

Het is overigens niet dat er helemáál geen kinderen zich in de buurt wagen: we spotten tegen het einde een aantal kinderen die op het podium klimt (mét oordoppen) om van dichtbij de gitaarsolo’s te bewonderen. Muzikanten in de dop? Met albumtitels als I See Dead People is de luchtigheid in de muziek van The Monsters wellicht ver te zoeken, maar er volgt zowaar een gezellig meezing-momentje als de band even de versterkers terugdraait, papiertjes uitdeelt aan het publiek om mee te zingen en vrijwel a capella ‘Kiss You Dead’ brengt. Lovely! Met het net zo vrolijke ‘Happy People Make Me Sick’ sluit de Zwitserse band hun oorverdovende set af.

The Monsters

We stuiteren vol energie terug naar het Bospodium voor het Utrechtse trio Jesco, dat vanavond twee keer optreedt daar omdat de oorspronkelijk geplande Australische punkband C.O.F.F.I.N verhinderd bleek. De band mixed folk, alt-country en blues tot een fijne en smakelijke pot en hoewel het al wat later op de avond is, slaat hun optreden erg goed aan bij de bezoekers. Denk wat betreft luidruchtigheid en interactie met het publiek aan The Hackensaw Boys, die ook erg bedreven zijn in het hanteren van de banjo, het washboard en de contrabas. Een fijn afkoelmoment na het luidruchtige optreden van The Monsters.

Zakken we voor de laatste keer af naar het hoofdpodium voor de slotact Jon Spencer, voorheen van Pussy Galore en The Jon Spencer Blues Explosion faam, maar nu als trio op het podium. Dat is niet gezegd dat hij niet dipt in zijn ruime verleden met die legendarische bands. ‘Skunk’ is de stevige en fijn rammelende noisepunk waarmee hij zijn set opent, gevolgd door de heerlijke hakkelende garagerock van ‘2 Kindsa Love’, beide afkomstig uit zijn tijd met The Jon Spencer Blues Explosion.

Het verrukkelijk voortstuwende ‘Fancy Pants’ is dan weer recent werk en zet de vermoeiende beentjes van het publiek weer in beweging. Het broeierige ‘Sweat‘ zou je met enige fantasie een slowblues kunnen noemen vanavond, ware het niet dat de distortion van de gitaar en de manische energie die de Amerikaanse muzikant in dit nummer tentoonstelt de kans op gezellig meezingen of aanstekers in de lucht vrijwel nihil maken. Het uitgerekte slotnummer ‘Get It Together’ volgt op een pleidooi de waanzin in de wereld de kop in te drukken en er sámen proberen uit te komen.

Met een hoofd vol muziek en volle indrukken lopen we rond 23.15 uur richting uitgang. Kids ’n Billies was weer een geslaagde editie, met jonge én oude helden. De toekomst van de rock-'n-roll punk zit wel goed zagen we vandaag. De toch al hoge temperatuur mocht dan vandaag door de fijne bands een paar graden zijn gestegen: we zijn weer behoorlijk opgefrist door deze editie.

Jon Spencer